So/vabiliteitsratio 's
1979 vari kracht geworden nieuwe Wet
Toezicht Kredietwezen was hieraan al aan
gepast. De belangrijkste concrete punten
uit de eerste richtlijn zijn de definitie van
een kredietinstelling en het hanteren van
een vergunningenstelsel. In het laatstge
noemde zijn de voorwaarden:
afgescheiden voldoende minimum be
drag aan eigen vermogen;
tweehoofdige, deskundige en betrouw
bare leiding.
Ten aanzien van dit vergunningenstelsel
heeft onze organisatie Europese faam ver
worven. Expliciet is namelijk het 'Rabo-
bankartikel' opgenomen, dat bepaalt dat
Drs. B. J. Kruimel
Hoofd Algemeen
Economisch
Onderzoek
onze aangesloten banken, hoewel zij juri
disch gezien vergunningsplichtig zijn, niet
afzonderlijk aan de vergunningsvereisten
behoeven te voldoen. Hierbij zijn enkele
voorwaarden gesteld, waaraan door mid
del van de statutaire bepalingen en de krui
selingse garantieregeling door de bestaan
de aangesloten banken wordt voldaan. Bij
zusterorganisaties is dat niet het geval. Zo
moeten bijvoorbeeld de Duitse Raiffeisen-
en Volksbanken ieder afzonderlijk aan de
vergunningsvereisten voldoen. Een uitzon
dering wordt gevormd voor nieuw op te
richten aangesloten banken die bijvoor
beeld niet uit een fusie tussen bestaande
banken voortkomen. Deze banken zullen
in principe wél vergunningsplichting zijn.
Dit geldt echter weer niét voor banken in
'nieuw ingepolderde gebieden'. Na hard
lobbyen is daarvoor indertijd een uitzonde
ring gemaakt en behoeven deze dus niet
aan de vergunningsvereisten te voldoen.
In de eerste richtlijn worden de lidstaten
ten aanzien van de solvabiliteit en liquidi
teit verplicht de verhouding tussen nader
te bepalen actief- en passiefposten te vol
gen. Zo probeert men - naast de eigen me
thode van elk land - een methodiek te
krijgen die het volgen van solvabiliteit en li
quiditeit volgens een uniforme methode
mogelijk maakt. De nadere invulling hier
van is opgedragen aan het zogenaamde
Raadgevend Comité van de bevoegde au
toriteiten der lidstaten, dat krachtens de
eerste richtlijn is ingesteld. Dit Comité
heeft een aantal verhoudingsgetallen (ra-
tio's) ontwikkeld, die uitsluitend voor ob
servatiedoeleinden dienen. Er worden dus
geen consequenties aan verbonden. Wel
mag er van uit worden gegaan, dat in de
loop der jaren een systeem zal worden ont
wikkeld, dat dan ook normatief zal worden.
Voor een Europees systeem van toezicht-
ratio's is het noodzakelijk dat in alle lan
den op dezelfde wijze statistieken worden
bijgehouden en maandstaten worden in
gevuld. Gezien de bestaande grote ver
schillen tussen de landen heeft men de
coördinatie van de informatieverzameling
en de afstemming daarvan met de jaarre
kening op de langere baan geschoven. Uit
eindelijk staat een uniform geautomati
seerd systeem voor ogen, op basis waar
van een aantal verhoudingsgetallen kan
worden berekend.
De ontwikkeling van solvabiliteitsratio's
heeft de nodige moeite gekost. Ook hier is
weer het grote probleem dat de verschil
lende landen afwijkende systemen gebrui
ken voor hun bedrijfseconomisch toezicht.
Op het moment wordt een tweetal ratio's
berekend waarvoor de grotere banken in
de verschillende landen proeftoetsingen
verrichten. Het betreft het eigen vermogen
als percentage van de risicodragende acti
va ('risk assets ratio') en als percentage van
de overige passiva ('gearing ratio').
Het is interessant nader op de 'risk assets
ratio' in te gaan. Bij de berekening van deze
ratio worden de uitzettingen in verschillen
de categorieën ingedeeld en vervolgens op
een bepaalde wijze gewogen. In de tabel
wordt dit systeem vergeleken met het Ne
derlandse, zoals dat ook geconsolideerd
op onze organisatie wordt toegepast. Glo
baal worden op het moment de volgende
gewichten gehanteerd:
Kredieten Zone A Zone B
Aan/onder garantie
overheden
0
100
Aan/onder garantie
kredietinstellingen
20
100
Aan private sector en
overige activa
100
100
Zone A betreft de EG-landen en de
overige geïndustrialiseerde landen.
Zone B betreft de overige landen.
Allereerst valt op dat de methodiek nogal
afwijkt van de Nederlandse. Of het huidige
Nederlandse solvabiliteitssysteem lichter