Wat concreet nodig? Sein op groen Vol vertrouwen marans of trimarans. Twee of drie bo ten, bemand met vijf tot zeven vissers, worden op primitieve wijze met elkaar ver bonden. Daaronder hangt een liftnet, dat aan de hoeken van de zo ontstane vaartui gen is opgehangen. Op elke hoek staat een kerosinelamp om de vis aan te trekken. Na een tijdje wordt het net dichtgetrokken en opgehaald. Weer een andere techniek, die eigenlijk is voortgevloeid uit het trainingsprogramma, is het strandvissen. Een boot zet een groot net in een soort U-vorm in het meer uit, waarvan de uiteinden via kabels met de oe ver worden verbonden. Het net wordt daar- Dat gebeurt nu gewoon op het strand en de vis zit dan onder de vliegen. 'Het zijn in onze ogen allemaal maar simpe le dingen. Maar als je daarop inspeelt, geef je ze tenminste materiaal, dat weliswaar maar net iets geavanceerder is dan ze heb ben, maar waar ze wel - eventueel na een korte training - meteen mee uit de voeten kunnen. Zo'n trainingsprogramma omvat bijvoorbeeld het ter plaatse boeten van die netten die nog op de klos zitten als ze wor den ingevoerd, een reparatiecursus voor motoren en het bijbrengen van boekhoud kundige kennis. Het grote probleem tot dusverre was het gebrek aan fondsen om een en ander te De Griekse visser Andrianos, die bij de FAO in denst is, bekijkt het strandvissen. na vanaf het strand binnengehaald. Deze techniek wordt zowel overdag als 's nachts met lichtattractie toegepast en is nogal duur, omdat er vrij grote netten voor nodig zijn. Wat hebben die vissers nu concreet nodig om hun vangsten te kunnen verbeteren? Otto: 'Betere netten, meer lampen en mo toren om verder het meer op te varen, plus een duidelijke instructie om met al die dingen om te kunnen gaan en ze te onder houden. Je kunt ook denken aan een grotere boot met motor, die een stuk verder het meer op kan varen en een aantal bootjes op sleeptouw neemt, welke op verschillende plaatsen worden uitgezet. Zijn ze op die bootjes uitgevist, dan brengt de motorboot ze weer terug naar het dorp. 'Waar je ook aan kunt denken, is aan specia le rekken, waarop de vis die niet direct ge consumeerd wordt, kan worden gedroogd. realiseren. Zo'n Nederlandse regering is best bereid geld beschikbaar te stellen, maar wil wel weten of het allemaal werkt. Otto heeft in Tanzania met eigen ogen kun nen aanschouwen dat het werkt. De dor pen, die al over beter materiaal beschikken, hebben hun visvangst aanzienlijk opge voerd. Veel meer dorpen kunnen dat, als ze via het beschikbaar stellen van relatief geringe financiële middelen daartoe maar in de gelegenheid worden gesteld. Terug in Nederland schrijft Otto in een eva luatierapport: 'Het kan. Maar niet in alle dorpen tegelijk. Het moet stap voor stap gebeuren en on der behoorlijke begeleiding. Er zou gestart kunnen worden met een 'gids-project'. De mensen in de dorpen langs het meer zijn het waard om het te proberen. Ze geloven er in. Ze werken hard en iedereen is erbij be trokken. Voor de Nederlandse regering was dit het sein om het licht op groen te zetten. Zij stelde één miljoen dollar ter beschikking van de FAO om het 'gids-project' in uitvoe ring te nemen. Het omvat de uitrusting van voorlopig negen dorpen in het Kigoma-ge- bied met nieuwe materialen. Toch heeft het door allerlei verwikkelingen nog tot begin dit jaar geduurd, voordat het echt van start kon gaan met de levering van die nieuwe materialen aan het eerste dorp. Elke zes weken is nu een ander dorp aan de beurt, totdat alle negen zijn voorzien. Sinds januari is ook een Nederlandse deskundige vast verbonden aan het project, om er op toe te zien dat alles van een leien dakje loopt. En komende herfst zal de stand van zaken worden opgenomen, zal worden be keken of het project geslaagd genoemd kan worden en of er een vervolg op kan ko men. In het begin is opgemerkt, dat de ingang voor dit project het opzetten van een kre dietprogramma is geweest. Het is goed om dit nog eens te benadrukken. Want de Ujaama-dorpelingen krijgen niets cadeau. De door ons land beschikbaar gestelde fondsen waarmee de materialen worden aangeschaft, zijn gedeponeerd bij de eer der genoemde Tanzania Rural Develop ment Bank. Deze zorgt ervoor dat de spul len worden aangeschaft en over de dorpen worden verdeeld. DeTRDB op haar beurt is met de dorpsraden overeengekomen, dat één derde van de vangst gebruikt wordt om de tegenwaarde van de geleverde ma terialen terug te betalen. De opbrengst daarvan komt in een zogenaamd revolving fund, waarmee weer nieuwe projecten kunnen worden gefinancierd. De hier ge schetste opzet sluit volledig aan bij het be leid dat minister Schoo van ontwikkelings samenwerking voert. Dit komt er in het kort op neer, dat ons land alleen nog maar fondsen ter beschikking stelt voor projec ten, waarvan de continu'iteit gewaarborgd is en die er op gericht zijn de lokale bevolking 'self supporting' te maken. Algemeen directeur G. Z. Otto van de Rabobank Hellendoorn-Nijverdal is sinds die eerste kennismaking met de Stichting Steun door Rabobanken gegrepen door de problemen van de Derde Wereld. Hij hoopt in de herfst bij het evaluatiebezoek aan Tanzania weer van de partij te zijn. Voorlopig wacht hij in spanning de verdere gebeurtenissen af. Maar ook vol vertrouwen. 'Het moet sla gen. Ik geloof er gewoon in.JD

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 19