Nationaal Betalingscircuit
Communicatie met cliënt
centraal
vaak in Nederland. Nu bij ons opnieuw
240 000 jongeren in het arbeidsproces
moeten worden opgenomen, valt te over
wegen in bedrijvig Nederland eens na te
gaan, of de service aan cliënten niet kan
worden verbeterd. Juist in de jaren zeven
tig is door de noodzaak de eindjes aan el
kaar te knopen nogal wat aandacht voor en
denken vanuit de klant verloren gegaan.
Men zou dit het 'verlies van bezuinigen'
kunnen noemen.
Een ander opmerkelijk verschil met ons
land is te vinden in de wijze, waarop het be
talingsverkeer is georganiseerd. In Japan
zegt men, zoals hiervoor werd gemeld:
bankpapier en munten zijn zo slecht nog
niet! Wie zegt het de Japanners na? Wij
hebben gemeend zoveel mogelijk te moe
ten giraliseren en moeten nu erkennen, dat
sommige girale betalingsvormen niet ge
dekt worden door de opbrengsten. Princi
pieel zijn er drie mogelijkheden om dit pro
bleem op te lossen:
het geheel of gedeeltelijk doorbelasten
van de kosten aan de cliënt;
alternatieve betalingsvormen vinden,
die minder kosten;
het stoppen van de desbetreffende be
talingsvorm.
Wezenlijk is echter, dat wij niet langer
doorgaan met het denkproces, dat girali
seren altijd beter is.
Vergelijking tussen de kosten, verbonden
aan het gebruik van bankbiljetten en mun
ten, met die welke vastzitten aan het ge
bruik van de betaalcheque, alsmede afwe
ging van doelmatigheid in het gebruik van
de credit-card i.p.v. de betaalcheque, kan
leiden tot goedkopere oplossingen, zonder
dat de servicegraad tot een te laag peil
zakt. Cliënten die de betaalcheque gebrui
ken om financieel een maand vooruit te le
ven, kunnen op een andere wijze beter ge
holpen worden.
Nu de discussies over het gebruik van de
betaalkaart met ingebouwde chip binnen
kort wel zullen beginnen, verdient het aan
beveling zich in dit verband de lessen van
de laatste jaren te herinneren.
Maximalisering van het bankbiljettenge-
bruik vereist dat het de klanten zo gemak
kelijk mogelijk wordt gemaakt om over
contant geld te kunnen beschikken. Het
dag en nacht openstellen van automaten
en het plaatsen van een voldoende aantal
over Nederland is dan noodzakelijk. Een
automaat is echter pas rendabel, als er ten
minste tweehonderd transacties per dag
op worden verwerkt. Dat zal voor grote de
len van ons land een schier onbereikbaar
aantal zijn. Een mogelijkheid is de automa
ten met meer functies uit te rusten, zodat
het aantal transacties omhoog kan gaan. In
zo'n gedachtengang past, dat bankbiljet
ten gemakkelijk door automaten gelezen
moeten kunnen worden. Daarvoor moeten
andere bankbiljetten worden ontworpen
dan nu in Nederland worden gebruikt.
Door de hoge bevolkingsdichtheid gelden
overwegingen, zoals hierboven voor Ne
derland uiteengezet, in Japan niet. Men
haalt daar vrij gemakkelijk het noodzakelij
ke aantal van tweehonderd transacties. In
de steden worden per onbemand kantoor
dan ook enkele automaten geplaatst.
Het is alweer bijna tien jaar geleden, dat de
toenmalige minister van Financin, dr. W. F.
Duisenberg, via een schrijven het sein gaf
tot studie naar de realisering van een Na
tionaal Betalingscircuit. Maar men moet
erkennen dat er nog niet zoveel vooruit
gang is geboekt. En het zal nog wel jaren
duren, alvorens er iets is gerealiseerd. Hoe
komt dat? Er zijn tal van redenen aan te wij
zen. Het duurt altijd lang om met veel par
tijen tegelijk overeenstemming te berei
ken. De problematiek is moeilijk en wordt
nog verzwaard, doordat een aantal deelne
mende instellingen meent dat hun conti
nuïteit wordt bedreigd.
De belangrijkste oorzaak van de trage
vooruitgang lijkt echter, dat de problema
tiek niet goed is opgesplitst. Teveel onder
werpen zijn tegelijk in discussie. Er is altijd
wel een zaak die onvoldoende bevredigend
voor één van de partijen is geregeld. Zijn
het niet de tarieven, dan is het wel hettech-
nisch concept. Is het niet de techniek, dan
zijn het wel defuncties die in het NBC moe
ten worden ondergebracht. En anders is
het wel de identiteit, of de continuïteit van
één van de instellingen.
In Japan is de gehele problematiek in stuk
ken geknipt. Dat is hier niet gedaan. Wij
hebben geen kleine, gemakkelijk te over-
ziene projecten. Wij hebben één groot pro
ject, waarin we fasen hebben gedefinieerd.
Daardoor is er niet echt sprake van in delen
opsplitsen. Immers, voor politici en vakbe
weging blijft voortdurend het totaal op ta
fel. Belangrijke discussiepunten ontstaan
daarbij over zaken als het verlies van ar
beidsplaatsen omstreeks 1990, of de ta
rieven van het betalingsverkeer in, ja in
welk jaar eigenlijk? Bovendien staat de
techniek niet stil.
Als een project langer duurt dan viertot vijf
jaar mag verwacht worden, dat nieuwe
technieken de zaak gaan beïnvloeden. Zo
neemt de discussie nooit een einde. In feite
hebben we over de afgelopen jaren dan
ook al grote wijzigingen moeten verwer
ken. Het concept-Leenman liet een nieuwe
technische vorm zien, waarop alle voor
stellen voor het NBC zijn gebaseerd. Dit
concept wijzigt ook niet. Wel is door ont
wikkelingen in de techniek een belangrijke
verandering ontstaan in het denken over
het gewicht dat men aan het NBC moet
toekennen.
Centraal staat niet meer het regelen van
het uitwisselingsverkeer, maar communi
catie met de cliënt, in allerlei vormen. Op
korte termijn krijgt dat bijvoorbeeld gestal
te in het optische leesbare acceptgirodo
cument, ter vervanging van de stortings
acceptgirokaart. Deze kaart kan niet langer
worden gehandhaafd, omdat de ponskaart
technologisch is verouderd en de leesap-
paratuur niet meer leverbaar is. Het optisch
leesbare acceptgirodocument leidt tot ar
beidsbesparing en tast de cijfers daarover,
die in de discussie over het NBC zijn ge
noemd, substantieel aan.
Op langere termijn valt de nadruk op het
ontwikkelen van eigen netwerken van de
banken. Ook dit heeft gevolgen voor de
genoemde cijfers. Niet dat het genoemde
aantal van 700 arbeidsplaatsen, die ver
moedelijk zullen verdwijnen, zal verande
ren. Maar de vormen waarin en het tijdstip
waarop de besparing wordt gerealiseerd
zijn anders dan velen nog voor ogen staat.
Het NBC is nooit iets anders geweest dan