Wob
Wob
Zonnebloem en SSR
Melkveehouderij in de knel
Uitdrukkelijk willen wij zeggen dat het
voortbestaan van DTG als primaire maat
schappij geen doel op zich is. Onze ver
wantschap met het onderlinge bedrijf is
van dien aard dat wij van mening zijn, dat
samenwerking met onderlinge verzeke
raars, waar en hoe dan ook gezocht dient te
worden. Als het aan ons ligt is het aantal
primaire maatschappijen voor uitbreiding
vatbaar.
Ogenschijnlijk scheiden soms (nog) diepe
en brede wateren sommige onderlingen en
coöperatieve banken. Om die te overbrug
gen kan een DTG een belangrijk instrument
zijn.
Wij spreken gaarne het vertrouwen uit, dat
DTG zich in haar nieuwe vorm voorspoedig
zal ontwikkelen. Wie bedenkt, dat ze in
middels van heel klein is uitgegroeid tot
een maatschappij met een omzet van f90
miljoen en dat ze binnenkort ook levens
verzekeringen zal gaan afsluiten, zal met
ons concluderen, dat deze maatschappij
haar zelfstandigheid waard is. Wij twijfe
len er ook niet aan dat de mentaliteit van
directie en medewerkers borgstaat voor
een beleid, dat wij van een primaire maat
schappij menen te mogen verwachten.
De nationale TV-actie 1-2-3 heeft haar
doel bereikt. Door de verkoop van loten is
een netto bedrag van f33 miljoen bijeen
gebracht, waarmee het Zonnebloemschip
kan worden gebouwd. Het bedrag is ook
voldoende om dat schip ruim zeven jaar in
de vaart te houden. En dat is voor onze
chronisch zieke, of minder valide mede
mensen een mooi vooruitzicht!
De Rabobanken en hun personeel hebben
zich indertijd achter deze actie gesteld.
Zonder bijgedachten, eenvoudig omdat
deze actie hun aansprak. Het moge ons als
Rabobankorganisatie voldoening geven,
dat onze medewerking een belangrijke fac
tor voor het succes van de actie is geweest.
Meer dan 50 procent van de miljoenen lo
ten zijn door onze banken verkocht. Ook op
de vlotte gang van zaken rond de prijsuit
reikingen mogen onze banken een beetje
trots zijn. De organiserende Zonnebloem
Vereniging en Stichting hebben daarvoor
hun speciale erkentelijkheid tegenover ons
uitgesproken.
Daarop zouden wij willen zeggen: 'geen
dank'. Want, het doel heeft ons tot mede
werking bereidgemaakt. Wij werken im
mers met ons bankbedrijf midden in de
maatschappij en de Zonnebloem-intentie
- iets doen voor mensen die minder moge
lijkheden hebben dan de gezonde -
spreekt ons aan.
In die lijn past ook dat onze banken geat
tendeerd zijn op de mogelijkheid om de
vergoeding, welke zij voor de verkoop van
de loten hebben ontvangen, over te maken
ten bate van onze eigen Stichting Steun
door Rabobanken. Ook bij de Telebingo-
actie van enkele jaren geleden is dat ge
beurd. Wij hopen dat onze banken net als
toen op zeer grote schaal hun vergoedin
gen op deze wijze voor het 'volgende goe
de doel' willen bestemmen. De SSR kan
deze steun gebruiken! Voor de kopers van
loten zal het een prettige gedachte zijn, dat
op die manier met een deel van hun
geld nog iets extra's wordt gedaan.
Het bereikte landbouwakkoord mag dan
'zijn weerga in de geschiedenis van het ge
meenschappelijk landbouwbeleid niet
kennen', zoals minister Braks dat noemt.
Inmiddels worden met name onze melk
veehouders met de consequenties gecon
fronteerd.
In feite komt het zuivelakkoord erop neer,
dat een dikke streep door de plannen en
prognoses van de melkveehouders is ge
haald. In één keer is er met terugwerkende
kracht een plafond op de 'vrije' produktie
gelegd. En het behoeft geen betoog dat er
door deze aanpak nog al wat slachtoffers
zullen vallen.
Tot de eerste groep bedrijven daaronder
kunnen die worden gerekend, welke in
1982 en/of in 1983 flink uitgebreid en
gemoderniseerd hebben. Naar schatting
vertegenwoordigen deze samen een inves
tering van pakweg driekwart miljard gul
den (aan ligboxenstallen etc.), kleine inves
teringen niet meegerekend. Een tweede
probleemgroep wordt gevormd door de
marginale bedrijven. Zij zullen door acute
liquiditeitsmoeilijkheden uit de boot vallen.
Eveneens zullen er problemen ontstaan bij
kleine bedrijven die, om te overleven, toch
al zouden moeten uitbreiden, hetgeen
door de superheffing min of meer onmo
gelijk wordt gemaakt. In Nederland zijn er
nog altijd bijna 26 000 bedrijven met min
der dan 30 melkkoeien.
Hoe diep het mes van de superheffing zal
snijden, hangt af van de nadere invulling en
de effectiviteit van de maatregel. Aanpas
sing van het kredietbeleid van onze banken
aan de ingezette koersverandering van het
gemeenschappelijke landbouwbeleid is te
verwachten. In zijn algemeenheid zal dit
neerkomen op een advies tot voorzichtig
investeringsbeleid, waarbij kredietaanvra
gen voor de financiering van uitbreidings
investeringen zeer zorgvuldig moeten wor
den bekeken.
Wellicht zal meer krediet voor vervan-
gings-, ofwel diepte-investeringen worden
aangevraagd, ten einde door hogere effi
ciency de kosten op de boerderij te kunnen
drukken en daardoor bij gelijke, of afne
mende opbrengsten toch een redelijk inko
men over te houden.
Bedrijfsopvolging zal door het teruglopen
van de rentabiliteit van het melkveehoude
rijbedrijf extra problemen geven. Het Borg
stellingsfonds voor de Landbouw zal bij fi
nanciering nog meer worden ingescha
keld.
Op onze jaarlijkse persconferentie van vo
rige maand werd de vraag gesteld, of de
Rabobanken een restrictiever kredietbe
leid zullen gaan voeren. Zo'n restrictie ligt
niet in de bedoeling, zei ir. P. J. Lardinois.
Voor financiering zal de boer en tuinder
onveranderd bij ons aan kunnen kloppen,
ook de melkveehouder. Wél vond Lardi
nois, dat uitbreidingsplannen in deze tijd
extra bekeken moeten worden.
En daar zal iedereen het wel mee eens
zijn.
(Bij het afsluiten van dit nummer waren
de uitvoeringsbepalingen voor de Ne
derlandse melkveehouderij nog niet be
kend. Wij komen daar in een volgende
editie op terug.)