ouderdom, invaliditeit en overlijden. Die ver zorging kan echter alleen veilig worden ge steld, als het fonds zich terdege van zijn eco nomische aspect bewust is en blijft. Want ie der fonds 'tekent' voor enorme toekom stige verplichtingen. En die moeten door re servevorming worden gedekt. Actuarieel wordt telken ja re de premiereserve berekend die nu nodig is om straks te kunnen betalen. Vandaar dat er voor pensioenfondsen, net a/s voor verzekeringsmaatschappijen, een aparte toezichthoudende instantie is, de Verzekeringskamer. Vandaar ook, dat pen sioenfondsen grote 'institutionele' beleg gers zijn. Hun premiereserve moet immers voor renteopbrengsten zorgen. In ons land hebben de pensioenfondsen een gigantisch belegd vermogen: 200 a 300 miljard gul den. Dat maakt hen tot een factor, waarover de financiële wereld met respect spreektze hebben invloed op de financiële- en de on roerend-goedmarkt. Met haar 18000 actieve deelne(e)m- (-st)ers en circa 2000 uitkeringsgerechtig den is onze SPR zeker geen kleintje. Ze is in ons land zelfs het grootste bankfonds en heeft een balanstotaal van ca. f 1,7 miljard. De inkomsten bedragen zo'n f240 miljoen, gesplitst in f 100 miljoen premie-ontvangst en f140 miljoen beleggingsopbrengst. De uitgaven zijn op ongeveer f40 miljoen te be cijferen. Hieruit blijkt al, dat de liquiditeit geen probleem is, maar ook dat het beleg gen van grote bedragen als van nature tot het metier van de SPR behoort. Pensioenfondsen zijn naar hun aard beleggers op lange termijn. Zij moeten reeds nu voor later zor gen. Directeur Bakker toonde me een hele lange computer/ijst van in de toekomst door de SPR te ontvangen rente en aflossingen. Alle jaren van nu tot en met 2027 stonden er op! Ik neem daarom direct aan, dat de Ie ningen naar looptijd prachtig gespreid zijn. Maar hoe staat het met de opbrengsten? Aan pensioenfondsen wordt nog al eens verweten, dat ze laks zouden zijn in hun be- leggingspolitiek. Bakker vindt dat dit verwijt in zijn algemeenheid zeker niet opgaat. Vooral de grote fondsen weten van wanten op beleggingsgebied. Niet zonder trots vei - telt hij, dat de SPR een rendement maakt van zo'n 9 procent op haar totale ver mogen. Dat is geen slechte prestatie! Denk niet dat beleggen voor de SPR al leen maar een routinematig inschrijven op staatsleningen, of sluiten van onderhandse leningen zou betekenen. Neen, er is een ac tief beleggingsbeleid uitgestippeld, dat zo nodig voortdurend kan worden bijgesteld. Vroeger, toen de SPR pas begon en haar draagkracht nog gering was, vond de beleg ging vrijwel uitsluitend in de vastrentende sfeer plaats, maar ondertussen is ook hier het oog op diversificatie gericht. In gro te lijnen streeft de SPR thans naar een verdeling van 70 procent van haar be leggingen in vastrentende waarden en van 30 procent in zakelijke waarden, d.w.z. in aandelen en onroerend goed. Het beleggen is daardoor veel meer op 'ondernemen' gaan lijken: hoe een maximaal rendement te behalen bij een minimaal risico. Dat ver eist grondige kennis, met name van de on- roerend-goedmarkt en het beheer van be leggingen. Het is geen geheim, dat de SPR 'over- rente'op haar beleggingen behaalt. Een deel daarvan wordt in de vorm van korting op be taalde premies en koopsommen volgens een bepaald systeem gerestitueerd aan de Rabobanken en Rabobank Nederland. De rest dient voor het 'indexeren Dat is een van de sympathiekste kanten van de SPR, zowel voor gepensioneerden als voor allen die dat ooit nog eens hopen te worden! Dit fonds streeft ernaar, onver plicht, de pensioenen gelijke tred te laten houden met de stijgende kosten van het le vensonderhoud. Daarvoor dient een aparte toeslagreserve, die uit de 'overren te' gespekt wordt. Een figuur die ook bij andere pen sioenfondsen voorkomt, maar bij levensver zekeringsmaatschappijen vrijwel onbekend is. 'Die doen daar op een enkele uitzonde ring na niets aanzegt Bakker. De SPR ech ter pleegt tweemaal per jaar de ingegane pensioenen te indexeren om te voorkomen dat ze door de inflatie uitgehold worden. Vo rig jaar - lage inflatie - werden de pensioe nen met 2,5 procent verhoogd, maar er zijn ook jaren geweest waarin dat tot 9 a 7 O pro cent opliep. Er zijn oude pensioentrekken- den, voor wie inmiddels het oorspronkelijke nominale pensioen al met 7 80 procent is verhoogd! De SPR hoopt en verwacht deze indexering in de toekomst te kunnen blijven volhouden, maar hoopt toch dat de inflatie niet (weer) de spuigaten zal gaan uitlopen. De SPR is een goed lopend be drijf. Beleid en uitvoering fonder meer met een eigen, volwassen com puter) lopen 'op rolletjes', zo wordt me door de directie verteld. Maar ondertussen leeft de SPR niet in een ivoren toren. Ze heeft met allerlei invloeden rekening te houden. Soms heeft dat alleen maar 'administratieve' ge volgen, bijvoorbeeld de korting op de AOW van begin dit jaar, de VUT en de deeltijd. An ders wordt het al, wanneer de positie van vrouwen, van samenwonenden en dergelij ke ter sprake komt. Bestudeerd wordt of de veranderde maatschappelijke opvattingen in dezen aanpassing van het pensioenregle ment nodig zullen maken. Een groot probleem vormt nog steeds de be ruchte pensioenbreuk. Zo'n breuk ontstaat doordat de ene baan niet meetelt Idienst jaren en salaris) voor de pens/oenbereke ning van de andere (vorige of volgende) baan. Er zijn twee methoden bedacht om die breuk te helen: het 'indexatiesysteemen de zogenaamde 'achterbalconregeling'. In het eerste geval draait de vroegere werkgever voor de kosten op, in het tweede de huidige werkgever. Het is dringend nodig dat er op dit punt in ons land één algemene lijn ge trokken gaat worden, want die twee syste men 'bijten elkaar'. Voor de SPR is dat ook van groot praktisch belang, alleen al omdat ieder jaar aan ongeveer 800 dames pen sioenrechten bij ontslag worden meegege ven. Het indexatiesysteem heeft momenteel 'politiek' de voorkeur en dat kan betekenen dat de SPR haar eigen achterbalconregeling zal moeten loslaten. Aan zulke voorbeelden - er zijn er veel meer - merk je dat het pensioenbeleid altijd in beweging is en dat ook zo'n pen sioenfonds zich niet op een gerust leventje kan terugtrekken. Zeker de SPR niet, want het pensioenbeleid, zoals dat in haar gestal te krijgt, is en blijft een wezenlijk onderdeel van het sociale beleid van onze hele organi satie. Dit onderdeel is bij de SPR in heel goe de handen. Ik meen zelfs te mogen zeg gen, dat de deelnemers en gepensioneerden het nieuwe kantoorgebouw van de SPR fi guurlijk mede mogen zien als een betrouw bare, solide basis voor de eigen (verre) toe komst. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 5