4 SPRop eigen stek Ooit hoorde ik op college een professor beweren, dat je je bela chelijk maakte, als je bij het solli citeren vroeg of de baan ook pensioen opleverde. Het was genoeg te weten welk loon je zou krijgen. In die oude tijd, van voor 1950, rekende deze hooggeleerde de pen sioenrechten kennelijk nog nauwelijks tot de normale arbeidsvoorwaarden. Die herinnering schiet me te binnen nu op 30 maart officieel het nieuwe kan toor van de Stichting Pensioenfonds Rabo- bankorganisatie is geopend. De heer Mer- tens, voorzitter van het bestuur van de SPR, deed dat met verve. Heel passend bood de heer Lardinois hem voor het fonds het beeld 'Merrie met veulen' aan: de SPR dient im mers met ere onze organisatie en zal dat - laten we het hopen! - nog tot in lengte van jaren blijven doen. De stemming kwam er helemaal in, toen Lardinois er olijk op wees, dat zo 'n veulen (de SPR) zijn moeder (de or ganisatie) toch maar behoorlijk weet uit te melken. Zo'n apart kantoor is eigenlijk heel ty perend voor een eigen risicodragend fonds als de SPR. Het onderstreept namelijk zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. Want de SPR is strikt genomen geen economisch on derdeel van de Rabobankorganisatie, maar een afgezonderd vermogen met een eigen bestemming. De wetgever heeft uitdruk kelijk een van de werkgever onafhankelijke positie voor pensioenfondsen gewaarborgd. Dat is maar goed ook, want mocht de onder nemer ooit in moeilijkheden komen, dan moeten de voor pensioenen bijeengebrach te gelden buiten schot blijven! Het bestuur van zo'n fonds dient dan ook ten minste evenveel werknemers als werkgevers onder zijn leden tellen. Sinds 'mensenheugenis' zijn de pensioen voorzieningen in onze organisatie zeer goed geweest. Heel vroeger hadden we zelfs een apart potje om de 'pensioenen voor oud-kas siers' (het 'POK') op peil te brengen. In het begin van deze eeuw dacht men immers nog niet zo zeer aan pensioenregelingen. Maar dat is snel veranderd. De huidige SPR is overigens formeel nog heel jong. Dat komt, omdat ze op 1 januari 1978 is ontstaan uit de samenvoeging van twee vroegere pensioenfondsen, één voor de aan gesloten banken en één voor de centrale bank. Eigenlijk is ze een kind van de grote fu sie van de vroegere Raiffeisen- en Boeren leenbankorganisaties. Dat kind heeft voor en na zijn ge boorte enorm veel energie en be leid geëist van bestuur en direc tie van de SPR. Twee afzonderlijke pen sioenregelingen moesten in elkaar worden gepast en daarbij moesten de financierings regelingen worden 'geharmoniseerd'. Dat is gelukt en het is nu achter de rug. Het huidige pensioenreglement kan, voor wie zich door de ingewikkeldheid daarvan heenwarstelt, de toets der kritiek prima doorstaan. Een an dere vraag is, of zo'n reglement nog weer eens aangepast moet worden. De heer Bakker, algemeen directeur van de SPR, wees me er op, dat de pensioenvorm ouder- doms-, weduwenpensioen, enz.) evenals de omvang van de pensioenen, 'maatschappe lijk' wordt bepaald. Pensioen is uitgesteld loon en de opvattingen over de grootte, of de vorm daarvan, kunnen zich natuurlijk in de loop van de tijd gaan wijzigen. Hetzelfde zien we bij de arbeidsvoorwaarden in het al gemeen. Het sociale aspect van een pensioenfonds springt duidelijk in het oog: verzorging bij De heren Van Verschuer, Lardinois, Mertens en Bakker hebben schik in dat 'uitmelkende' veulen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 4