richt, heeft door een conservatieve krediet- politiek nog nooit verlies geleden. Door Amerikaanse effectenmakelaars wordt zij, evenals de Rabobank, in de meest krediet waardige categorie ingedeeld. De Aziatische Ontwikkelings Bank heeft als doel de economische ontwikkeling en samenwerking in Azië en Oceanië te bevor deren. Daarbij is de verstrekking van lenin gen ter financiering van projecten in deze landen de belangrijkste taak. De hiertoe benodigde middelen worden verkregen door stortingen van aandeelhouders, inge houden winsten en aangetrokken midde len op de internationale kapitaalmarkten, waaronder ook de Nederlandse kapitaal markt. Momenteel telt de bank 45 leden, waarvan 31 regionale landen en 14 industrielanden van buiten deze regio, waaronder Neder land. Ons land participeert voor bijna 1 procent in het aandelenkapitaal van de bank, evenals voor 2,3 procent in het onder de bank ressorterende Aziatische Ontwikkelingsfonds, dat tegen zeer zachte voorwaarden leningen verstrekt aan de armste lidstaten. De Aziatische Ontwikkelings Bank heeft haar hoofdkantoor in Manilla, de hoofd stad van de Filipijnen. De jaarvergaderin gen worden steeds twee jaren achtereen daar gehouden en in het derde jaar in een van de andere lidstaten. De jaarvergade ring vindt dit jaar in Amsterdam plaats van 25 tot en met 27 april in het RAI-Congres- centrum. Deze 17e jaarvergadering zal worden voorgezeten door minister Ruding als voorzitter van de Raad van Gouverneurs van de Aziatische Ontwikkelings Bank. Het wordt een massaal gebeuren, want behal ve de ministers van Financiën van de lidsta ten met hun delegaties bezoekt een groot aantal bankiers en persvertegenwoordi gers de jaarvergadering. Aangezien zo'n 1200 mensen worden verwacht, zal Am sterdam als internationaal financieel cen trum in het middelpunt van de belangstel ling komen te staan. De Aziatische Ontwikkelings Bank is een zeer nuttige instelling in een regio met een groeiende economische betekenis. Hier liggen ook zeker mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven. In dit kader zijn met name de aanbestedingen bij projecten gefinancierd door deze ontwikkelingsbank van belang. De Nederlandse aanbestedin gen aan goederen en diensten voor derge lijke projecten bedroegen in de jaren 1977-1982 ruim $94 miljoen en over troffen daarmee de totale Nederlandse bij dragen aan deze instelling. Een grotere be- Vervolg op pagina 6 Onlangs was het weer eens te aanschouwen, op een vrijdagavond, voor de televisie. 'Brandpunt in de markt' vertoonde op Nederland 1 het aanstekelijke ondernemers- elan. Het programma laat op wat stuntelige wijze zien, hoe een ogenschijnlijk simpele for mule, een artikel, een procédé, een machine, met vaak vertederende geestdrift wordt omge toverd tot een zaak, een onderneming die aftrek vindt en omzet maakt en winst en werkgele genheid. Het programma toont succesverhalen, maar ook mislukkingen. Het neigt, vrees ik, wel eens tot een al te eenvoudige voorstelling van zaken. Zo simpel is slagen nu ook weer niet. De slapeloze nachten klinken te weinig door: 'hoe zal ik deze maand salarissen betalen, wordt die offerte wel geaccepteerd, deugt die agent en trek ik mijn bank over de streep Maar het programma illustreert in ieder geval onverdroten, hoe een land zijn natio nale inkomen heeft te verdienen. Met pijn en moeite en met vallen en opstaan, met durf en fantasie, en in elk geval met meer dan een 40-urige werkweek. Maar het programma overdrijft niet: wat doelloos gedrapeerd in het decor staan voldoende Nederlan ders toe te zien, nog juist bereid de handen uit de zak en op elkaar te brengen voor een wate rig applaus, wanneer de iets te potsierlijke thermometer een stijging van de conjunctuur aan wijst. Waaraan ik bij zo'n programma dan opeens grenzeloze ergernis beleef, is een mis plaatste dame die een volstrekt overbodig lied aanheft. Werkelijk niemand kan daaraan be hoefte hebben gevoeld, zo denk ik dan, tekst- en toondichter wel allerminst. En ogenblikkelijk schakel ik over naar Nederland 2. Geen beeldender contrast is denkbaar. Ik val midden m 'Haagse Bluf'. De aanhang van een voormalige regeringspartij zit geschaard rondom de camera. Politieke te genvoeters, die zich daartoe om onbegrijpelijk redenen lenen, worden onder luide bijval in zogenaamde vraaggesprekken onderuitgehaald. Maar dat is bijzaak. Zodra moge lijk, wordt het gespreksthema driftig verlegd naar de vraag, hoe de financiële ruimte, welke 1984 dank zij een aantrekkende conjunctuur mogelijk zal opleveren, weer zal moeten wor den uitgedeeld. Niets spaarquote, niets investeringsquote, niets zorgen voor morgen. Met open ogen hebben we de waterleiding laten bevriezen. Dat werd ontdekt toen de kranen niet meer bleken te lopen. Die hebben we gewoontegetrouw maar laten openstaan. De dooi treedt in. De eerste druppels vallen, en het gesprek gaat met een weer over wie het eerst in bad mag. Die mensen op het eerste net waren daar nog niet aan toe. Zij waren nog bezig hun knopen te tellen. Geen zorg. Op het tweede net vliegen die er al weer af. Hoe mooi zou het zijn, wanneer bredere lagen zouden worden aangesproken met het besef, dat onze staatshuishouding niet anders draait dan de gemiddelde onder neming daarin. Inkomsten zijn wezenlijk te verwerven, dat is iets anders dan in casseren. Een zaaier gaat uit, om te zaaien. Een oogst haal je naar binnen. Dat ver eist bewegen voor wie, in alle afhankelijkheid, zoveel mogelijk baas wenst te zijn van zijn eigen bestemming. In een roman over de duistere Middeleeuwen las ik laatst, hoe de kreupele bede laars van Touraine massaal de vlucht namen toen daar het wonderdadige lichaam van Sint Maarten werd binnengedragen. Zij waren bang dat de heilige hen zou ge nezen en op die manier beroven van hun bron van inkomsten. De heilige - zo wit het verhaal - nam hen echter op een genadeloze wijze te pakken door, nog voordat zij de grenzen van het hertogendom hadden bereikt, hun het gebruik van hun lede maten weer te geven. Maak u geen zorgen, ik weet wel beter. In onze huidige samenleving ligt het an ders. Daarin voelen zich maar al te velen gedwongen en kunstmatig kreupel, die maar al te graag weer aan de slag zouden willen. Wanneer wij daaraan willen werken en bo vendien de nieuwe generatie niet zonder illusies jong oud willen zien worden, dan moet er ruimte en voorrang komen voor initiatief en ondernemen, voor proberen en mislukken en er varen, voor nieuwe inspanning en succes. Dan moet er geen hand worden opengevouwen, om de eerste nieuwverdiende procent financiële ruimte weer te willen vangen voor herver deling. Mr. H. J. A. M. Klarenbeek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 3