De coöperatieve banksector is niet alleen in Nederland van groot belang. Ook op het niveau van de Europese Gemeenschap vormt hij een financiële pijler van formaat. De cijfers spreken voor zichzelf: 58 000 contactpunten, 32 000 000 leden, 310000 mede werkers. f 771 959 000 000 aan spaargelden, f 574219000000 aan kredieten en f 967 882000000 a/s geconsolideerd balans totaal. De Groupement Doel en activiteiten Met uitzondering van Grie kenland bestaan in alle EG-lidstaten coöperatieve banken. Uiteraard zijn er heel wat verschillen tus sen deze Raiffeisenban- ken, Volksbanken, Agrari sche Banken, Coöperatie ve Kredietkassen, of hoe ze zich ook mo gen noemen. Deze verschillen manifeste ren zich voornamelijk op de volgende ge bieden. De organisatiestructuren: in sommige landen bestaan 3 niveaus, de lokale, regio nale en nationale niveaus (de 'drei Stufen' in bijvoorbeeld Duitsland). In andere lidsta ten vindt men een structuur met lokale banken en één enkele centrale instelling, zoals in het geval van de Rabobankor- ganisatie. De bankactiviteiten: weliswaar beogen alle coöperatieve banken in de EG het uni versele bankieren, echter de graad van rea lisatie verschilt wel wat van de ene organi satie tot de andere. De cliënten: ook hier zijn er verschillen merkbaar, hoewel men zonder meer kan stellen, dat de coöperatieve banken in alle lidstaten zich thans richten tot de hele bevolking en tot alle ondernemingen, zij het wat het laatste betreft met een sterke voorkeur in het agrarische en niet-agrari- sche midden- en kleinbedrijf. Ondanks hun verschillen worden al deze organisaties echter gedragen door dezelf- G. Ravoet Secretaris-generaal van de Groupement de coöperatieve beginselen en ingesteld heid. De coöperatieve banken in Europa zijn diepgeworteld in de lokale leefge meenschap en functioneren via plaatselij ke medezeggenschap. Deze coöperatieve eigenheid onderscheidt ze van de andere grote banksectoren, de algemene banken en de spaarbanken. De uitgesproken gede centraliseerde structuur staat borg voor een soepele en cliëntvriendelijke dienst verlening. Los van een aantal andere samenwer kingsverbanden tussen coöperatieve ban ken in Europa, deed zich in 1 970 de nood zaak gevoelen om op EG-vlak aan profes sionele belangenbehartiging te gaan doen. Met name de plannen van de EG-commis- sie om bankrichtlijnen uit te vaardigen vormden hiertoe de concrete aanleiding. Derhalve werd de Vereniging van Spaar en Kredietcoöperaties van de EG in Brussel opgericht, kortweg de Groupement ge noemd. Van de 1 9 leden zijn, buiten de Rabobank- organisatie, de volgende banken de voor naamste: - de Crédit Agricole in Frankrijk, die één van de grootste banken ter wereld is. Daarnaast zijn in Frankrijk ook de Crédit Mutuel en de Banques Populaires zeer be langrijke organisaties; - de Raiffeisen- en Volksbanken in Duits land die samen goed zijn voor 20 van de Duitse spaartegoeden; - de Andelsbanken in Denemarken die sa men behoren tot de 4 grote Deense ban ken; - de Raiffeisenkassen in België die de vierde plaats bekleden onder de Belgische bankinstellingen uit de privé-sector; - de Casse Rurali in Italië en de Co-operati- ve Bank in Groot-Brittannië, die beide zeer dynamische organisaties zijn. Op EG-niveau behoort de Groupement sa men met de Vereniging van de spaarban ken (Groupement des Caisses d'Epargne de la CE) en de Bankiersvereniging (Fédè ration Bancaire de la CE) tot de meest re presentatieve bankorganisaties. Daarnaast zijn er enkele andere organisaties waaron der de Féderation Hypothecaire. De Groupement wordt door de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de EG) officieel erkend als gesprekspartner betreffende alle Europese harmonisatie- en integratieproblemen die met het bank bedrijf te maken hebben. Als zodanig heeft onze vereniging zitting in een aantal geïn stitutionaliseerde overlegorganen op EG- vlak, onder meer het Comité van de be roepsorganisaties uit de financiële sector, de Adviescomités voorde landbouw- en de visserijstructuren, de Commissie voor au tomatisering en dergelijke. De hoofdopdracht van de Groupement be staat dan ook in de belangenverdediging van de coöperatieve banken bij de verschil lende EG-instanties. Naast de Europese Commissie zijn dit de Ministerraad, het Europees parlement en het Economisch en Sociaal Comité. De vereniging is dus in de eerste plaats een 'lobby firm'. Zij werkt gemotiveerde standpunten uit, zogeheten 'prises de position' oftewel positiebepalin gen ten behoeve van genoemde EG-in stanties, waarmee ze overigens voortdu rende contacten onderhoudt. De lobby-activiteiten veronderstellen ui teraard veel studiewerk ten aanzien van zaken die in Europees verband spelen op het financiële en monetaire vlak, alsmede die welke de coöperatieve banksector aan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 23