Wob
Wob
Onvolledige roepnaam
Concreet handelen
Wat ons bezighoudt
(Vervolg van pagina 3)
standelijkte coöperatie, maar een dienst
baar zijn aan leden en cliënten. Winst is be
langrijk voor de continuïteit van de coöpe
ratie, maar het is slechts een middel, dat
als zodanig ondergeschikt is aan het doel:
het behartigen van de belangen van de
leden. De boer, zo zei Van Verschuer, voelt
haarzuiver aan of het de coöperatie te
doen is om hogere omzetten, provisie of
rente dan wel of het gesprek gevoerd
wordt vanuit zijn eigen bedrijfsbelang.
Met alle kracht en inventiviteit streven
naar versterking van de band met de leden.
Er zijn leden in soorten, de ene cate
gorie zal nauwer bij de coöperatie geïnte
resseerd kunnen worden dan de andere.
Maar ieder bestuur en directie heeft de
taak die categorieën te onderkennen en er
goed op in te spelen. Want, 'als de vereni
gingsdemocratie stagneert, dan dreigt een
smalle exclusieve top te ontstaan, die geen
binding meer heeft met haar achterban.'
Vooral, als coöperaties door fusies tot
grote verbanden zijn uitgegroeid, is het
nodig tot kleinere overlegverbanden te
komen. Daardoor wordt het voor een indi
vidueel lid mogelijk zijn eigen opmerkin
gen en vragen te plaatsen. De bestuursta
fel tone zich steeds 'willig' ook op 'lastige'
vragen grondig in te gaan.
De coöperatie moet zijn markt- en prijs
beleid zo inrichten, dat er als het ware een
venster opengaat om naar de markt te
kijken. Vertaal de buitenwereld naar de
boer toe op zo'n wijze dat deze er in zijn
eigen beperkte omstandigheden iets mee
kan doen. Ook zodanig dat het directe con
sequenties heeft voor de portemonnaie
van de betrokken agrariër. In principe moe
ten de leden ook, aldus Van Verschuer, in
aanmerking komen voor gematigder prij
zen en voorwaarden dan niet-leden.
Vier punten om over na te denken. Zo zijn
ze door Van Verschuer bedoeld. Hij heeft
ze weliswaar aan typisch agrarische coö
peraties voorgehouden, maar ook aan on
ze coöperatieve Rabobanken mogen zijn
woorden ter overweging gegeven worden.
We zullen het er ook in eigen kring in dat
opzicht niet bij mogen laten zitten.
De zaak zelf dateert in ieder geval niet van
vandaag of gisteren. Zelfs onze vroegere
Boerenleenbanken en Raiffeisenbanken
met hun twee centrale banken hadden eral
mee te maken. Maar zeker in onze tijd, nu
954 Rabobanken met een gezamenlijke
Rabobank Nederland die ene grote Rabo-
bankorganisatie vormen, blijkt hoe lastig
het is om in één korte term aan de eigen
aardige coöperatieve verwevenheid van
onze organisatie recht te doen.
Op plaatselijk niveau hebben we geen
moeite. Daar spreken we van 'de' Rabo
bank. Op internationaal niveau ook geen
moeite: wij presenteren ons - en anderen
kennen ons - als 'Rabobank Nederland'.
Dat duidt meteen op de nationaliteit en
sluit tevens aan bij de werkelijkheid, daar
alleen Rabobank Nederland buitenslands
opereert. Ingewikkeld wordt het echter, zo
dra we op landelijke schaal in woord en ge
schrift ter sprake komen.
Dan duikt meteen het woord Rabo op. Een
keurig woord dat onze roepnaam in het
brede maatschappelijke verkeer lijkt te zijn
geworden.
Die korte term is geheel buiten ons om ont
staan. Wij hebben daar begrip voor en be
seffen ook dat wij die korte en krachtige
aanduiding nooit terug kunnen draaien.
Van pers, radio en TV kun je immers niet
verwachten dat zij onze eigen fijne nuance
ringen elke keer getrouwelijk overnemen.
In eigen kring verstaan we het ook heus wel
wanneer, zoals onlangs in Het Financieele
Dagblad gebeurde, 'de Rabo' als één van
de drie grootste banken wordt vergeleken
met de andere twee. Of wanneer datzelfde
blad schrijft, dat 'de Rabo' met het pro
bleem zit wat ze met een overschot aan
eigen vermogen gaat doen. En het doet
ons ontegenzeglijk ook weer goed, wan
neer in het FD een berichtje staat, dat
Rabobank Nederland er voor de kwestie
van de 'openingstijden' op wijst, dat dit een
zaak is van de afzonderlijke aangesloten
Rabobanken. Want in zo'n geval is de
term 'de Rabo' niet op zijn plaats.
In andere gevallen wel? Wij aarzelen met
ons antwoord. In de bancaire wereld is het
geheel, dat wij en anderen onder de Rabo-
bankorganisatie verstaan een realiteit. In
het leven van alle dag past daarbij een kor
te naam, de Rabo. Ook wij zelf komen on
gemerkt in het dagelijks verkeer maar al te
gemakkelijk in de verleiding kortweg over
de Rabo te praten. Al is dit woordgebruik
zelden of nooit tot deze pagina's doorge
drongen! Laat ons echter ook erkennen,
dat het bezigen van de term in de meeste
gevallen niet veel bezwaar oplevert, met
name niet, als het kennelijk over de hele or
ganisatie gaat.
Toch was het ons liever geweest, wanneer
in het spraakgebruik telkens genuanceerd
onze eigen terminologie gebezigd werd.
Dan immers zou iedereen elke keer precies
kunnen weten of het om een bepaalde of
alle afzonderlijke Rabobanken gaat, dan
wel alleen over Rabobank Nederland of
ook over de Rabobankorganisatie als ge
heel. Een vrome wens, waar we in redelijk
heid geen eis van kunnen maken. Maar we
hopen wel, dat in de pers het woord Rabo,
wanneer dat pas geeft, afgewisseld zal
worden met een terminologie, die meer bij
onze structuur past. Wij zijn ten slotte een
organisatie van zelfstandige banken. En
dat is wat anders dan een enkele gecentra
liseerde grote eenheid.
Gevaar voor misverstand binnen onze eigen
kring zal er niet zijn, zolang we daar nog het
volgende kunnen tegenkomen. 'Wat Den
Haag in de politiek is, zijn Utrechten Eindho
ven in Raboland, naar door velen zo wordt
ervaren. Toch zal niemand bij de aardrijks
kunde leren dat Utrecht of Eindhoven de
hoofdstad van Raboland zijn. Dat zijn ze ook
niet. De rol van Rabobank Nederland is dan
ook niet de rol van de grote baas tegenover
de lokale knechts.
Raak getypeerd! Het stond deze maand in
Rabowissel, het eigen ledenblad van
Rabobank Midden-Westland. Voortreffe
lijk, zoals men daar in enkele grote trekken
liet zien wat Rabobank Nederland niet is en
wat ze wel is. Daarmee werden de lijnen in
onze organisatie nog eensduidelijkgetrok-
ken. Deze beginnen en eindigen bij het in
dividuele lid.
Eerlijk gezegd schuilt achter het vorige
'Wobje' ook enig verzet tegen, althans on
behagen over, de vervlakkende werking
van dat korte 'Rabo'. Zo'n afgekorte term
wekt de indruk alsof een Rabobank ge
woon een 'rijtjesbank' tussen de andere
banken zou zijn. En dat zit ons toch niet he
lemaal lekker. Want wie in ons hart kijkt,
weet dat we onszelf als een 'aparte' bank
beschouwen. We zijn er trots op een coö
peratieve bank te zijn en vinden dat wij ons
daarin moeten onderscheiden van andere
bankinstellingen. Daar ligt het eigene van
onze identiteit. En die willen we graag naar
buiten uitdragen.
Daarover geeft prof. dr. Anne van der Mei
den in dit nummer al een sprankelende be
schouwing. Op zijn eigen onnavolgbare
wijze houdt hij, als buitenstaander, ons de
spiegel voor. Ja, die Rabobank heeft wat
bijzonders, maar zoals altijd bestaat er
tussen het ideële en de werkelijkheid wel
wat verschil. Sleutel niet in het wilde weg
met de communicatie, pas op voor hoog
dravende campagnes voor identiteitsver
betering, want het stellen van de zaak is
één ding, het waarmaken is iets anders!
Als u de coöperatieve gedachte, uw idee
beslist wilt uitdragen, doe dat dan in de
eerste plaats in de concrete lokale situatie.
Zodanig dat het door de mensen onmid
dellijk beleefd kan worden. Vooral de hou
ding van de mensen in het dagelijkse con
tact is beslissend.
Een wijze raad en daarom ook een moeilij
ke! Je kunt een 'communicatiestrategie'
voor de toekomst opstellen, waarmee je
een aantal herkenbaarheidspunten uit je
identiteit naar voren wilt halen. Dat is op
zichzelf uitstekend en nodig. Kort geleden
hebben wij zo'n 'strategie' al uitvoerig in