de overheid had in die jaren nauwelijks oog
voor de eigen plaats die de coöperaties naar
hun aard in het economisch bestel innemen.
Een voortreffelijke schets van die periode
geeft drs. Van Diepenbeek in het gouden
jubileumnummer van het NCR-blad 'Coöpe
ratie'. Er mankeerde in die jaren nogal wat
aan de houding die door overheid en be
drijfsleven tegenover de coöperatie werd in
genomen.
Daar heeft de NCR verandering in willen
brengen. In wezen is dat een strijd geweest
voor de vrijheid van de coöperaties om on
gehinderd aan het economische verkeer te
kunnen deelnemen. Hij spitste zich ruim
dertig jaar lang toe op het duidelijk maken
van het wezenlijke onderscheid tussen een
coöperatieve vereniging en een particuliere
onderneming. Dit onderscheid moest in de
wetgeving en in wettelijke regelingen tot
uiting komen! Daarom is door de NCR zeer
veel aandacht en energie besteed aan de be
palingen die in het Nieuw Burgelijk Wet
boek op de coöperaties van toepassing zijn.
Ook de regeling van de vennootschapsbe
lasting verdiende de aanhoudende zorg,
want deze heeft principiële raakpunten met
de coöperatie.
Op die moeilijke, alleen voor deskundigen
toegankelijke terreinen heeft de NCR de
coöperatieve stem tegenover de overheid
vertolkt. Er was een typisch gemeenschap
pelijk belang in het geding, namelijk de wet
telijke basis van de coöperatie in de maat
schappij. Er is nog wel wat te wensen over
gebleven, maar vooral dank zij de NCR is
toch een werkbare juridische basis bereikt.
Terecht mocht daarom voorzitter Lu-
teijn constateren, dat de coöperatie
zich een acceptabele plaats in de sa
menleving heeft verworven. De taak van de
NCR is daarmee echter niet volbracht. Er is
nog genoeg werk aan de winkel, want de
NCR moet voortdurend een antwoord geven
op nieuwe eigentijdse problemen. Fiscale
zaken blijven actueel. En ook de werkne
mersparticipatie zal verdere aandacht ver
gen.
Het oprichten van een bijzondere leerstoel
aan de Landbouwhogeschool te Wagenin-
gen vorig jaar was een opmerkelijk voor
beeld van de NCR-activiteit. Prof. Ter
Woorst heeft naar wij hoorden, niet te kla
gen over belangstelling van zijn studenten.
Maar de NCR doet ook het 'kleinere werk'.
Lesmateriaal wordt beschikbaar gesteld aan
het agrarische onderwijs en voorlichting
wordt gegeven aan de overheid. De voor
lichting gebeurt natuurlijk ook 'internnaar
de coöperaties en de standsorganisaties.
Want de bestudering van de gezamenlijke
problemen blijft de hoofdlijn.
Wie over de jubilerende NCR schrijft, moet
niet vergeten dat de naam ook de woorden
'voor Land- en Tuinbouw'bevat. Die toevoe
ging is er in 1970 bijgekomen. Toen traden
de drie centrale landbouworganisaties tot
de NCR toe. Dat betekende, zo zei Luteijn,
een nieuwe dimensie voor de NCR. Een uit
spraak, die wij geheel onderschrijven. Ech
ter wel met een kleine aantekening. Door
deze toevoeging richt de NCR zich uitslui
tend tot agrarische coöperaties. Wij kunnen
ons voorstellen, dat dit in onze tijd soms toch
wel een beperking kan zijn. Ook buiten
de land- en tuinbouw is immers de belang
stelling voor de coöperatieve onderne
mingsvorm groeiende en de enorme erva
ring van de NCR zou ook daar vruchtbaar
gebruikt kunnen worden. Wij denken onder
meer aan de z.g. werknemerscoöperaties,
die in ons land en vooral in andere EG-lan-
den niet al te ongewone verschijnselen meer
zijn. Overigens is die toevoeging zeer begrij
pelijk. Want de coöperatie heeft in Neder
landalleen in de agrarische sfeer echt wortel
geschoten en in die kring voelt men zich ver
want met elkaar. Daarom heeft de NCR in
dertijd ook gekozen voor een ontwikkeling
niet in de breedte, maar 'in de diepte, d.w.z.
in agrarische richting'. Wij twijfelen er ech
ter niet aan dat hij ook de niet-agrarische
coöperatieve ontwikkelingen van tegen
woordig met meer dan gewone belangstel
ling volgt.
Ontegenzeglijk heeft de toetreding
van de CLO's een dimensievergro
ting voor de NCR gebracht. De NCR
is daardoor tot een gespreksplatform ge
worden tussen zijn CLO-leden, die zich voor
het landbouwbeleid verantwoordelijk voe
len en de marktsector, die door de coöpera
tieleden van de NCR wordt vertegenwoor
digd. Voor boer en tuinder is het van grote
waarde, dat deze twee aspecten in de NCR
samengebracht worden. Zo kan in geza
menlijk overleg een weg gezocht worden in
de telkens opdoemende problemen van de
agrarische politiek.
Politiek, het woord is er uit. De NCR 'bedrijft'
natuurlijk geen politiek, maar hij kan er ook
niet omheen. Alleen al omdat ook in Euro
pees verband de coöperatie verdedigd moet
worden. Dat gebeurt in de COGECA, de sa
menwerking van Europese landbouworga
nisaties. De Brusselse beleidsdaden werken
dermate sterk door naar de coöperaties, dat
hunnerzijds een directe bijdrage aan de dis
cussie onontbeerlijk is. Geen wonder dat
Luteijn met grote zorg over de recente Euro
pese beleidsversch/llen sprak. Ook de ande
re jubileumspreker, niemand minder dan
minister-president Lubbers, bekende dat
Europa de speciale zorg van het kabinet is.
Lubbers en Luteijn Heten indringend voelen
waar de problemen liggen. Europa lijdt
aan het feit dat er geen bestuurlijk gezag is,
zei Lubbers, en Luteijn hekelde de omstan
digheid dat de landbouw telkens weer op
het nippertje met nieuwe voorstellen wordt
geconfronteerd. Wat we nu eindelijk eens
zouden moeten krijgen is een meerjarenbe-
leid op Europees niveau!
Genoeg om te concluderen dat de NCR op
zijn wijze een heel breed aandachtsterrein
heeft gekregen. Hij mag dan bescheiden
een 'gespreksplatform' genoemd worden.
Ook dat is een zeer inhoudelijke functie. Je
bent er eigenlijk nooit mee klaar.
De hedendaagse boer en tuinder zal
I zijn oren spitsen bij het horen over
een nieuw initiatief, dat vanuit de
NCR binnenkort genomen zat worden. Op
individuele boeren- en tuindersbedrijven
doet de computer zijn intrede en we ervaren
nu al hoe noodzakelijk het is om ook binnen
de agrarische sector het beleid in deze op el
kaar af te stemmen. De boer en tuinder moet
oppassen niet te zeer afhankelijk te worden
van de leveranciers van apparatuur. Het is
enerzijds nodig dat de privacy van de enke
ling wordt beschermd, anderzijds is het voor
het agrarisch bedrijfsleven van belang dat
de informatie, die door al die individuele
computers stroomt gebundeld kan worden.
Door koppeling van informatiestromen kun
nen nieuwe ontwikkelingskansen worden
ontdekt. De NCR wil daarom op korte ter
mijn, zo kondigde Luteijn aan, komen tot de
oprichting van een centrum ter begeleiding,
coördinatie en verdere ontwikkeling van de
automatisering in de agrarische sector.
Een goed voorbeeld van actuele concretise
ring van de coöperatieve taak van de NCR.
Hij sluit aan bij wat de NCR altijd als de kern
van de agrarische coöperaties heeft bena
drukt: te zijn een economisch verlengstuk
van de bedrijven van de leden. Een hulpon
derneming zonder zelfstandig winststreven,
die door bundeling van krachten de geza
menlijke belangen behartigt.
Het zal iedere rechtgeaarde coöperatorgoed
gedaan hebben, dat die karaktertrek pre
mier Lubbers inspireerde tot de vraag: Is
die coöperatieve werkwijze ook op andere
zaken toe te passen Kunnen wij er iets van
lerenOns land heeft immers een optimale
samenwerking nodig voor het herstel van
onze economie!
Als de politici nieuwsgierig mochten wor
den, dan zullen ze merken dat de coöperatie
een open boek is. Maar wel een boek,
waarin je je moet verdiepen. De NCR kan er
alles over vertellen.
JRH