Oppassen met middelen
Wat te doen?
Identiteitsbepaling
Communicatie in coöperaties
want steeds meer mensen letten op de
kleinschalige communicatienetten, de
kleine kranten en wellicht zou het een taak
kunnen zijn van de lokale Rabobanken
wat meer dat lokale communicatienet te
steunen. Ik denk daarbij vooral aan de loka
le publiciteitsorganen van verenigingen,
belangengroepen enz.
Als u vraagt naar de middelen, moet u
weer oppassen. Zijn dat middelen die u zelf
maakt, hanteert, invult, stuurt, of bent u
ook bereid die middelen te steunen die al
hun communicatiewaarde hebben laten
zien; die bewezen hebben dat ze werken
en waarin u kunt participeren. Ook dat is
coöperatie! Ik vermoed dat die vorm van
coöperatie veel meer weerspiegelt wat
in lokale samenlevingsstructuren leeft dan
in dat wat u zelf maakt voor u zelf. Als u
één wilt zijn met het kleinschalige gebeu
ren en daarin positief een rol wilt spelen,
moet u ook bereid zijn aan de bestaande
communicatienetten deel te nemen, zon
der al te opdringerig te zijn.
Ik wil nog enkeledingen zeggen over wat er
gedaan zou kunnen worden, hoewel ik al
het een en ander heb aangeroerd. Ik be
perk me nu ten eerste tot de vraag: hoe kun
je meer mensen betrekken bij het werk van
de bank?
Dat kunt u via alle geijkte middelen doen,
als bijvoorbeeld advertenties waarin u op
roept tot het bijwonen van vergaderingen.
U kunt het ook doen via het netwerk van
verenigingen dat al aanwezig is in een lo
kale situatie. In veel dorpen bestaat er een
verenigingsraad. Als de Rabobank een ver
eniging is, hoort ze daar thuis. Voor de rest
is de verhoging van die participatie geen
zaak van grootscheepse werving via de
media, maar van intensieve lobbying, infil
tratie en aanbeveling. Het is bezoekwerk.
Overdrijf het niet, want zoals ik al zei: veel
mensen hebben geen behoefte aan een
binding. Zij vinden u wel aardig, ook zonder
die nauwere binding. Bovendien: wat hebt
u als beloning voor 'zwaardere' binding te
bieden? Wat krijgt men voor zijn inspan
ningen terug?
Veel moeilijker is de vraag naar de identi
teitsbepaling in de richting van de buiten
wacht. Maar dat interesseert mij niet zo
veel. In de eerste plaats omdat ik vind dat
de Rabobank de coöperatieve gedachte
moet uitdragen in de concrete lokale situa
tie, daar waar de mensen zijn die geld no
dig hebben en geld aan u willen lenen. In de
tweede plaats, omdat de identiteit zonder
die onmiddellijke beleefbaarheid mij wei
nig zegt.
Ze is voor mij niet meer dan de A van Ar
beid in de naam van de VARA of de V in de
VPRO. U denkt aan een publiciteitscam
pagne waarin die coöperatieve gedachte
als EVA, Exclusief Verkoop Argument,
wordt gebruikt. Ik zeg: Pas op, het stellen
van de zaak is één ding, het waarmaken is
iets anders. Wat wij ook stellig weten is,
dat in toenemende mate de communica
tieve uitingen van organisaties worden
ontleed door een argwanend zoeken naar
het echte, het operationele, dat wat wordt
waargemaakt. Eén procent minder rente
omdat we solidair zijn met de mensen die
het niet zo goed kunnen betalen? Dat is
duidelijk. Durft u dat? Of wilt u toch liever
op twee gedachten blijven hinken: gewoon
bank zijn (niets op tegen overigens) én
een aparte bank zijn, maar dat niet zo dui
delijk zeggen omdat de belangen van de
gewone bank wel eens zouden kunnen
worden geschaad door de idealen van die
andere bank. Als u uit dit dilemma niet
komt, heeft het weinig zin hoogdravende
campagnes voor identiteitsverbetering te
ontwerpen, grote troepen mensen lid te
maken en participatieprogramma's op te
bouwen.
Nogmaals, lokaal zal men het nut ervan
kunnen beleven, maar landelijk? Voorals
nog lijkt mij persoonlijk de communicatie
ve houding van het personeel in het dage
lijks contact met mensen beslissend. Dé
bank bestaat niet. Het zijn de mensen die
mij in die gebouwen bedienen.
Wees niet al te zenuwachtig, niet al te pre
cies, probeer niet het onderste uit de kan te
halen, versterk wat u hebt, da's veel, delf
bestaande schatten aan potentieel op,
werk van binnen naar buiten en niet an
dersom. Vertel op het juiste moment en
waar het kan wie u bent en waarom u het
doet zoals u het doet. Vertaal permanent
de basisgedachte in concreet handelen ter
plekke. Eenvoudiger uitgangspunt als in 1
Samuèl 30 staat te lezen is er niet. Er zijn
mensen die aan het front strijden en geld
verdienen. Er zijn mensen die niet zo hard
mee kunnen en geld nodig hebben. Ze
hebben elkaar nodig, ideéel en zakelijk.
Wie aan het front strijdt en wie thuisblijft,
hetzelfde deel!
Prof. dr. Anne van der Meiden