Overige middelen
Internationale activiteiten
Effectenbedrijf
In maart 1 983 heeft Rabobank Nederland
voor het eerst een US-dollarlening ge
plaatst op de eurokapitaalmarkt. Het betrof
een lening ter grootte van US$ 75 miljoen.
In november werd bovendien een f 100
miljoen guldennotes-lening geplaatst.
Per saldo namen de op de openbare kapi
taalmarkt aangetrokken gelden af met bij
na f 200 miljoen tot ruim f 7,3 miljard. De
hierin begrepen pandbrieven van de Rabo-
hypotheekbank NV ad f 3,6 miljard onder
gingen uiteindelijk qua volume vrijwel
geen wijziging. De afgifte van nieuwe
pandbrieven kon worden verhoogd tot
f 508 (434) miljoen. Door ontwikkelingen
bij enkele hypotheekbanken staat de po
pulariteit van de pandbrief als belegging
sobject al verscheidene jaren onder druk.
Uit het verloop van de afgifte door onze hy
potheekbank menen wij te mogen afleiden
dat de beleggers de binnen de Rabobank-
organisatie geldende Kruiselingse Garan
tieregeling op haar juiste waarde weten te
schatten. In dit verband is ook te melden
dat de Rabobankorganisatie de hoogst
mogelijke kwalificatie van enkele zoge
naamde rating-agencies heeft behouden.
Voor waardepapieren (niet op naam ge
steld) bestond wederom nauwelijks be
langstelling. Het uitstaande bedrag liep te
rug tot f 2,7 (3,1miljard.
Tegen de achtergrond van de ruime, maar
in 1983 afnemende liquiditeitspositie van
de organisatie namen ook de door Rabo
bank Nederland en de Rabohypotheek-
bank NV op de onderhandse kapitaalmarkt
opgenomen middelen nauwelijks toe.
De toevertrouwde en overige middelen in
totaliteit stegen uiteindelijk met f 3,4 mil
jard of 4 (3)%. Ultimo 1983 kwam het
totaal op f 89,2 (85,8) miljard.
Ook het afgelopen jaar stonden de ontwik
kelingen op de internationale kredietmarkt
in belangrijke mate in het teken van de
schuldenlastproblemen van een groot aan
tal landen in Latijns-Amerika en Afrika.
Hun situatie bracht een serie aanvragen op
gang voor herstructurering van schulden
en een groot aantal verzoeken aan het In
ternationale Monetaire Fonds (IMF) om bij
standskredieten. In nauwe onderlinge sa
menwerking hebben de centrale banken,
de commerciële banken, het IMF, de wes
terse overheden en de debiteurlanden een
acute crisis weten te voorkomen. In de ge
kozen aanpak van directe onderhandelin
gen per land met het IMF en de crediteuren
stonden drie onderling verbonden elemen
ten centraal: herstructurering van de be
staande schuld, het verschaffen van nieu
we kredieten en de noodzaak van een ade
quaat aanpassingsproces in de debiteur-
landen. Mede door het inmiddels op gang
gekomen economisch herstel in enkele
belangrijke industrielanden heeft deze
aanpak, die is gericht op afwending van het
gevaar van een internationale liquiditeits
crisis, goede kans van slagen. De Oost
bloklanden konden hun situatie in de loop
van het jaar aanzienlijk verbeteren. Toch
zijn er in de komende jaren in een groot
aantal landen nog veel moeilijkheden te
overwinnen.
De ontwikkeling leidde tot een terughou
dende opstelling van het bankwezen bij het
verstrekken van nieuwe kredieten. Dit
heeft in 1983 geleid tot een verdere afna
me van de groei van de internationale ban
caire kredietverlening. Daar staat tegen
over dat de internationale obligatiemarkt -
waar overigens slechts eerste klas krediet
nemers worden geaccepteerd - in de afge
lopen jaren een sterke groei heeft gekend.
Ons beleid met betrekking tot het eurode-
positobedrijf bleef in het licht van het vo
renstaande gericht op een gematigde ont
wikkeling.
De bij bankiers in binnen- en buitenland
opgenomen middelen namen met f 2,2
miljard toe, hetgeen in belangrijke mate
was toe te schrijven aan de gestegen dol
larkoers.
Onze organisatie heeft met kracht verder
gewerkt aan de versterking van haar posi
tie in het buitenlandse betalingsverkeer en
de begeleiding van de internationale goe
derenstroom van onze cliënten.
In dat kader werd het bedrijf in het buiten
land verder uitgebouwd. In april 1983
werd een vertegenwoordiging in Londen
geopend. Eind 1983 werd 84% van de
aandelen van de Allgemeine Deutsche
Credit-Anstalt (ADCA-Bank AG) overge
nomen. Deze bank beschikt in de Duitse
Bondsrepubliek over kantoren in Frankfurt,
Berlijn, Bonn, Düsseldorf, Hamburg, Han-
nover, München en Stuttgart. De overne
ming heeft ten doel onze bedrijfscliënten
beter te begeleiden binnen de landsgren
zen van onze belangrijkste handelspartner.
De ontwikkeling in 1983 van ons kantoor
in New York is bevredigend. Dit geldt voor
al voor het vinden van aanknopingspunten
in de voor ons belangrijke agri-sector.
1 983 werd zowel nationaal als internatio
naal gekenmerkt door een zeer gunstig
beursklimaat. Voortekenen hiervan dien
den zich reeds aan in de tweede helft van
1982, toen de rentestand sterk daalde.
Naarmate het jaar vorderde, tekende zich
steeds duidelijker een geleidelijk op gang
komend conjunctuurherstel af. Onder deze
omstandigheden nam de belangstelling
voor effectentransacties sterk toe, met een
groeiende populariteit van het beleggen in
aandelen.
Verdere benutting van de commerciële
mogelijkheden bracht ons een aanzienlijke
uitbreiding van het zakenvolume met zo
wel institutionele als particuliere cliënten.
Deze uitbreiding en het gestegen koersni-
veau leidden tot een belangrijke verbete
ring van de rentabiliteit van het effectenbe
drijf. De sterk gestegen omzetten op de
beurs gingen gepaard met een verdere
toeneming van het beroep op onze dienst
verlening aan cliënten. Vooral de belang
stelling voor onze activiteiten op het ge
bied van vermogensbeheer nam sterk toe.
Ook bij het emissiebedrijf groeiden de acti
viteiten. Het steeds grotere beroep van de
overheid op de openbare kapitaalmarkt
speelde daarbij een belangrijke rol.