95 jaar Prof. Minderhoud Samenvattend Het rode bandje en het paard: ze zijn er nog! bevoegdheid zodra de verpanding aan de debiteur wordt medegedeeld. Vanaf dat moment kan alleen de pandhouder nog betaling verlangen. De debiteur mag na die mededeling alleen nog maar aan de pand houder betalen. Soms is opzegging nodig om een vorde ring opeisbaar te maken. Zo kunnen bij voorbeeld sommige spaartegoeden alleen worden opgenomen met inachtneming van een opzeggingstermijn. Volgens het nieuwe wetboek is de pandhouder be voegd tot een dergelijke opzegging in de gevallen waarin hij bevoegd is betaling te verlangen. De bevoegdheden tot inning en opzegging ontleent de pandhouder in de genoemde gevallen straks aan de wet. De onherroepelijke volmacht tot inning, die thans bij nagenoeg elke verpanding van vorderingen wordt opgenomen, behoort dan tot het verleden. Zijn er meer pandhouders, dan heeft alleen de eerste pandhouder de bevoegdheden tot inning en opzegging. De pandhouder die de vordering geïnd heeft, mag zich op het geïnde bedrag bij voorrang verhalen. Een eventueel overschot moet de eerste pandhouder uitkeren aan eventuele andere pandhouders of, bij gebreke daarvan, aan eventuele beslagleggers. Zijn er ook geen beslagleggers, dan komt het overschot toe aan de pandgever. Na invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek is zekerheidscessie niet meer mogelijk. Vorderingen op naam kunnen dan wel worden verpand met of zonder mededeling aan de debiteur. Volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek is voor verpan ding steeds een pandakte vereist. Voor 'stille' verpanding moet deze akte zijn ge registreerd bij de Inspectie der Registratie en Successie, of notarieel verleden zijn. Het 'stille' pandrecht komt tot stand door de registratie van de onderhandse pandak te of door het verlijden van de notariële pandakte. Voor verpanding met medede ling aan de debiteur hoeft de pandakte niet geregistreerd of notarieel verleden te zijn. In dat geval komt het pandrecht tot stand door de mededeling aan de debiteur. Toekomstige vorderingen kunnen straks worden verpand, indien zij met voldoende bepaaldheid in de pandakte worden om schreven. Het is dan voor verpanding niet nodig dat zij zullen voortvloeien uit een reeds bestaande rechtsverhouding. Dit be tekent dat toekomstige vorderingen straks in ruimere mate dan thans tot zekerheid kunnen dienen. Er zijn wel enige verschillen tussen de ze kerheidscessie in het huidige recht en de verpanding van vorderingen volgens het nieuwe wetboek. Toch mag men zeggen dat er op dit punt door de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek inhoudelijk niet al te veel verandert. (Vervolg van pagina 13) In mijn jeugd ben ik nog bestuurslid geweest van een zaaizaadverkoopvereniging, een coöperatie in Groningen. Daar leer je van! De hele zaak ging op een gegeven ogenblik fout: een veel te duur kantoor en pakhuis, te kleine omzet en een te dure directeur en on derdirecteur. Die verdienden veel meer dan ik, die in 1914 trouwde op 2000gulden per jaar als leraar en vanwege slechte voeten was afgekeurd voor de militaire dienst (eer ste wereldoorlog!). De coöperatie moest ont bonden worden. De aandelen werden waar deloos ën om faillissement te voorkomen, moest per aandeel een fors bedrag bij wor den betaald. 'Bij de Raiffeisenbank waren de sociale voorzieningen altijd voortreffelijk, maar toen ik op de centrale bank aan de Kromme Nieuwe Gracht kwam, had je telkens het probleem dat iedereen meer moest verdie nen. Ik heb toen aangeraden bij ons de re gels van een CA 0 te gaan hanteren. Ik meen die van het verzekeringsbedrijf. Aan een ze kere regeling en verbetering van de salaris sen heb ik dus een bescheiden deeltje bijge dragen. 'Maar er waren in het begin ook zaken, waarvan je je afvroeg, wat heeft het bestuur daar in vredesnaam mee te maken. Ik herinner me dat de buitenlandse postzegels niet eerlijk onder de 'erkendeverzamelaars werden verdeeld. Na de verhuizing naar de Jacobsstraat was er de kwestie of de mid dagpauze nu korter moest worden of niet. Sommigen aten in het restaurant en ande ren gingen naar oude gewoonte thuis eten. Natuurlijk komt Minderhoud, de land- bouwman, ook nog even over een boeren- probleem te praten. 'Overdrachten van va der op zoon waren in de landbouw meestal makkelijker dan in de industrie, maar als je de grond erbij neemt, is het altijd al heel moeilijk geweest en gebleven. Dan ging ook de belasting zwaar meetellen, 20 tot 40 procent. Ik heb al 30 jaar geleden schriftelijk en mondeling in het openbaar gezegd, dat een 65-jarige boer zijn bedrijf moet kunnen overdoen aan zijn zoon. Toen was er nog geen AOW. Daar was een fiscale landbouw- vrijstelling voor nodig. Die is er nog steeds niet doorgekomen. Het ontwerp ligt geloof ik nog bij de Kamer. We waren op de ochtendkoffie bij Minder houd thuis. Een visitegesprekje, waar we hier een indruk van weergeven, daarbij be denkend dat we zijn privé-herinneringen met gepaste voorzichtigheid moeten be handelen. 'Die hou ik liever voor mezelf', zegt Minderhoud. Maar de opgedane indruk was meer dan genoeg om de oude tijden van vóór 25 jaar weer even te doen herleven. Zelfs het siga ren roken en presenteren hoorde erbij. Want, wat we als coöperatieve banken vroeger ook deden, de sigaren ontbra ken nooit. Minderhoud weet het nog: 'twee soorten sigaren hadden we op de bestuurs vergadering, een meteen blauw en een met een rood bandje. Ik nam altijd het rode bandje. 'We konden constateren dat ook in dat opzicht niets aan Minderhoud veran derd is. Op de boekenkast staat het beeld van Man en Paard. Door dr. Verhage, zijn opvolger, hem aangeboden in 1963, tijdens zijn afscheid van de Centrale Ring Vergade ring. Tegenwoordig is de Merrie met Veu len van beeldhouwer d'Hondt het blijk van onze waardering, maar de symbolische waarde is dezelfde als die van het ge schenk dat Minderhoud ontving. Enorm veel is veranderd in onze organsatie sinds 1963, maar ook heel veel is in wezen hetzelfde gebleven. Die indruk namen wij mee van ons gesprek en wij denken dat Minderhoud op zijn hoge leeftijd datzelfde heeft gevoeld. Moge het hem voldoening geven, dat het werk, waar hij zich voor heeft ingezet, door anderen op hun wijze wordt voortgezet. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 29