Naar een Nieuw Burgerlijk Wetboek (7) 27 Oude wijn in nieuwe zakken. Zo kan men de regeling van de verpanding van vorderingen in het Nieuw Burgerlijk Wetboek karakteriseren. De vertrouwde zekerheidscessie zal medio 1986 het veld moeten ruimen voor een oud, door de wetgever van stal gehaald paard: het pandrecht. Het pandrecht op vorderingen wordt in het Nieuw Burgerlijk Wetboek gemoderniseerd. Inhoudelijk vertoont het echter vrij grote gelijkenis met enerzijds de thans gehanteerde zekerheidscessie en anderzijds de huidige verpanding van vorderingen. Prediker wist het reeds: er is niets nieuws onder de zon. Thans: zekerheidscessie en pandrecht Verpanding van vorderingen Mr. W. M. P. J. Damen Juridische en Fiscale Dienst Ook het huidige recht kent de mo gelijkheid van verpanding van vorderingen. Van deze mogelijk heid wordt weinig gebruik gemaakt. De re den hiervan is dat bij vorderingen op naam de debiteur in kennis moet worden gesteld van de verpanding. Pas door die kennisge ving ontstaat het pandrecht. Deze regeling is in twee opzichten onaantrekkelijk voor de bancaire praktijk. Voor de bank zou het een onbegonnen werk zijn, indien zij alle debiteuren van haar cliënten kennis zou moeten geven van haar pandrechten. Bo vendien stellen de cliënten van de bank het gewoonlijk niet op prijs dat hun debiteuren weten dat zij bij de bank in het krijt staan. Om deze bezwaren te omzeilen, bedienen banken zich thans in de praktijk van de ze kerheidscessie. Bij zekerheidscessie wor den vorderingen aan een crediteur overge dragen. Deze mag de gecedeerde vorde ringen innen en zich op de opbrengst ver halen. De figuur van de zekerheidscessie is als zodanig niet in de wet geregeld, maar wel door de rechtspraak aanvaard. De overdracht geschiedt bij akte: de akte van cessie. Kennisgeving aan de debiteur is dus voor de overdracht niet vereist. Pas wanneer de bank vreest dat een bepaalde cliënt zijn verplichtingen niet nakomt, stelt zij de debiteuren op de hoogte van de ces sie. De bank kan dit doen door de cessie te laten betekenen (bij deurwaardersexploit) of door de debiteur te verzoeken de cessie schriftelijk te erkennen. Na betekening of erkenning kan de debiteur nog slechts rechtsgeldig aan de bank betalen. Niet alle vorderingen kunnen gecedeerd worden. Op de eerste plaats zijn er vorde ringen die krachtens de wet niet gecedeerd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 27