uran tieb emiddeling op komst Huidige marktverdeling Rabobanken een eigen positie Rentabiliteit van de assurantiebemiddeling stilstand hoeft echter niet te betekenen dat er geen werk aan de winkel zou zijn. Het is in onze ogen juist nu het ogenblik ons te bezinnen op de toekomst. Een periode van een zekere consolidatie behoeft daarbij zelfs niet eens onwelkom te zijn. In 1976 waren in Nederland in totaal 34 000 tussenpersonen bij de SER inge schreven, een aantal dat nu nog steeds om en nabij de 30 000 zal liggen. Weliswaar zijn er onder dat grote aantal ook personen die de assurantiebemidde ling slechts als nevenactiviteit kennen, zo dat voor hen de inkomsten als een vorm van bijverdienste gelden. Verwacht kan worden dat door diverse oorzaken (verzwaring van de eisen voor in schrijving in de registers, sanering van de kant van verzekeraars, vergroting van het marktaandeel van maatschappijen die zonder tussenpersonen werken, de 'direct writers') het getal van verzekeringsbemid delaars zal teruglopen en dat, naar te ver wachten en althans te hopen is, slechts werkelijk professionele agenten zullen overblijven. Zien wij het goed dan geschiedt de afzet van verzekeringen grosso modo langs twee lijnen: a. het directe kanaal, door rechtstreekse verkoop door verzekeringsmaatschap pijen; b. het indirecte kanaal, door: - onafhankelijke beroeps-assurantietus senpersonen die niet in loondienst zijn, maar naar eigen keus meer dan één maat schappij vertegenwoordigen; - banken; - werkgevers (collectieve contracten voor personeelsleden zoals ziektekostenverze keringen, automobielverzekeringen, pen sioenverzekeringen); - een 'restgroep'. Of andere verzekeraars, tussenpersonen en banken dat nu leuk vinden of niet, de realiteit is dat ongeveer één op de vijf consumenten de voorkeur geeft aan (het daardoor ook goedkopere) 'doe het zelf werk' en zijn of haar verzekeringen sluit via het directe kanaal. Wij zouden niet graag voor onze rekening nemen dat dit niet de goede weg is overi gens. Van de 'direct writers' kan zeker niet gezegd worden, dat zij hun werk slecht doen, de bepalende keus van de consu ment bewijst dat immers. Voor de goede professionele assurantie kantoren zal evenzeer altijd plaats zijn. Het voordeel voor de consument bij de dienst verlening door deze tussenpersonen is ge legen in de keuzemogelijkheid van maat schappijen (ook per branche), alsmede de assistentie bij schaden, welke bij een verzekering die door de consument zelf ge sloten is, totaal ontbreekt. Voor de consu ment telt dikwijls de premie als het belang rijkst, maar niet vergeten mag worden dat de waarde van een verzekering zich pas echt bewijst als er schade ontstaan is. Voor de banken blijft zeker eveneens in de toekomst een taak weggelegd. En te voor zien is dat hun aandeel zal stijgen. Dat geldt ook voor de Rabobanken. De plaats die de Rabobanken op het terrein van de assurantiebemiddeling innemen is enerzijds te vergelijken met die van assu rantiekantoren, doch anderzijds ook weer zo afwijkend daarvan, dat van een eigen standige positie kan worden gesproken. Vergelijkbaar is ze in zoverre, dat iedere Rabobank een eigen inschrijving heeft en dat kosten en baten ten gunste en ten laste komen van iedere bank op zich en dat de bank dezelfde service biedt bij het slui ten en afhandelen van schaden. Afwijkend, omdat met name het kostenniveau bij een bank hoger ligt, waaraan - naar uit onder zoeken is gebleken - met name de admini stratievoering zoals die bij een bank ge schiedt debet is. Ook zullen loonkosten in het algemeen hoger liggen, omdat secun daire arbeidsvoorwaarden in het algemeen anders zijn (pensioenvoorziening, vaste beloning en geen bodem-salarissen, als mede de inkomsten voornamelijk uit provi sie per afgesloten post). Op de derde plaats zijn de overhead-kosten van een bank hoger dan die van andere tussenper sonen. Onze Rabobankorganisatie staat voor de vraag, hoe een verhoging van de rentabili teit van het produkt assurantiebemidde ling te bewerkstelligen? Eén van de vragen die wij ons daarbij wel eens stellen is, of aan die verhoging (dat geldt trouwens evenzeer voor de met onze aangesloten banken samenwerkende ver zekeraars, voor wat hun rentabiliteit be treft) niet wat te doen is, door bijvoorbeeld niet op alle terreinen al te dogmatisch vast te willen houden aan werkzaamheden, die schijnbaar horen bij de taak van een tus senpersoon. Werkzaamheden die door een verzekeraar ook reeds worden verricht. Te denken valt aan het met het sluiten van verzekeringen gepaard gaande admini stratieve verkeer voor een tussenpersoon. Verbetering van de rentabiliteit op dit stuk, zou ook een verbetering van de positie van de cliënt kunnen betekenen, omdat de kostprijs van het produkt assurantiebe middeling te verlagen zou zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 25