Spanningen door coöperatieve structuur Zonder brokken Boeiende vragen van de vraag welk automatiseringsconcept zinvolwas. Maar daarnaast zijn toch welde gelijk sociale aspecten in de beschouwing betrokken. Concreet betekende dit, dat wij de uitvoering van het automatiseringspro gramma integreerden in een beleid, waarin alle deien op elkaar zijn afgestemd. Zo heb ben we bijvoorbeeld op het vlak van het per soneelsbeleid gekozen voor de gedachte dat het aantal personeelsleden niet omlaag behoorde te gaan. Het aantal arbeidsplaat sen diende op ongeveer gelijk niveau te blijven, dan wei iets te groeien, met dien ver stande dat dan variabele werktijden moes ten worden ingevoerd. Kijk je nu naar de ontwikkeling, dan zie je dat de arbeid in aan tal manjaren afneemt, maar dat het aantal arbeidsplaatsen in de organisatie nog steeds licht stijgt. Ik acht dat een goede en gelukki ge ontwikkeling, zij het dat het niet altijd eenvoudig is geweest het daar ook naar toe te brengen. Het automatiseringsplan, zoals dat in 1977 op tafel kwam berustte op twee prin cipes. In de eerste plaats een stapsgewijze invoering van systemen en functies, te be ginnen bij grofmazige systemen voor de verwerking van administratieve gegevens, zoals KTS, en in de toekomst eindigend in zeer fijne, op maat gesneden informatie- produkten. In de tweede plaats een gede centraliseerde installatie van computers, die in een later stadium vanaf 1984 via da ta-communicatielijnen met elkaar kunnen gaan communiceren. Deze stapsgewijze benadering heeft nogal wat spanningen opgeleverd binnen de Rabobankorganisatie. Spanningen waar aan de typische coöperatieve structuur ten grondslag ligt. Van Dinten: 'Zeker in het begin, zeg tot 1979, ontwikkelden wij sy stemen die voor onze grote banken wel soe laas boden, maar die voor kleine banken vanwege de hoge kosten niet rendabel wa ren. Er ontstond een soort spanning, die on der meer tot uiting kwam in deze uitspraak: er worden door die automatiseringsjongens systemen ontwikkeld die uitsluitend de gro te banken helpen. De kleintjes kunnen er wél mooi aan meebetalen. Ten onrechte, zegt Van Dinten. Uitgangs punt van het plan was immers dat alles wat voor grote banken werd uitgedokterd uit eindelijk ook geschikt moest zijn voor de kleinere broeders. Dat uitgangspunt staat nog als een huis overeind. We weten nu zeker dat alle banken eind 1985 KTS in huis hebben. Het is verheugend dat de ont wikkeling van de techniek door ons juist is ingeschat. Dat betekent dat we steeds sy stemen konden aanbieden aan banken op basis van het principe dat ze rendabel moes ten zijn. Daarnaast hebben we het functiere- petoire steeds kunnen laten oplopen, terwijl de prijzen steeds meer daalden. Dit jaar wordt er elke werkdag één bank van KTS voorzien. Dat is een hoog tempo, uniek in de wereld van automatisering', aldus Van Din ten, die onmiddellijk wijst op een ander probleem, dat zich kan gaan voordoen en dat te maken heeft met een volgende fase van het automatiseringsproces. Vroeger in de jaren zestig en zeventig ont wikkelden we dure systemen, waarin nau welijks enige differentiatie zat. De banken hadden geen enkele keus. Nu echter is dat proces van differentiatie in volle gang, zo wel in kantoor- als produktvorm. Elke bank is nu in staat keuzen te maken die zij voor heen niet had. Per bank moet bekeken wor den wat nodig en mogelijk is. Dat vereist een goed begeleidingsapparaat én een goed inzicht in wat er op ons afkomt. De vraag is: hoe krijg je een organisatie van onze grootte zo snel mogelijk op een ni veau dat ze op een goede manier omgaat met techniek, dat er geen brokken worden gemaakt en dat er juiste besluiten worden genomen? We zijn nu immers op het punt aangeland dat we ons niet meer de vraag hoeven te stellen of we dit of dat proces kunnen automatiseren. Nee, we komen nu met nieuwe produkten op de markt onder aan wending van techniek. Dan gaat het verder om de vraag of je die produkten op commer ciële basis kunt uitzetten. Of dit ook de in spanningen op ontwikkelingsgebied en de apparatuur waarin je moet investeren recht vaardigt. En dan natuurlijk de vraag: kunnen we het met z'n allen aan Duidelijk is wei dat dit hele sociologische aspect binnen de organisatie in belangrijke mate tot spanningen kan leiden met betrek king tot de volgende vragen: wat kan een bank gebruiken, hoe moet het met het kan torennet? Hoe moet een bank het produk- tenrepertoire inrichten in haar omgeving en wat mag zij van de technologie verwach ten?' Het zijn boeiende vragen voor een volgend artikel. CdZ Een typische 'kantoortuin' uit de jaren zeventig (Jacobsstraat, Utrecht). Ultramoderne vormgeving uit de jaren tachtig: Computercentrum Zeist.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 21