Daar leer je van
weest. Een kleurrijk figuur! Hij was burge
meester van Steenwijkerwold, ook voorzit
ter van Centraal Beheer Inu Cebeco) in Rot
terdam, en niet te vergeten voorzitter van de
Nederlandsche Politiebond. Zeer ter talei De
muren van het vroegere Tivoli in Utrecht da
verden bij zijn toespraken op de algemene
vergadering. Toen Stroink in 1939 voorzit
ter van het bestuur werd, kregen we dan ook
de onderlinge strijd wie voorzitter van de al
gemene vergadering moest worden. Ikzelf
vond dat eigenlijk een principiële zaak. Het
bestuur moest verantwoording afleggen en
daarom was het gewenst dat de meer
'neutralevoorzitter van de raad van toezicht
de algemene vergadering presideerde. Dat
had ik 20 jaar eerder in mijn proefschrift
over de Groningse coöperaties al opge
merkt. Zo was het in Eindhoven ook en zo is
het in Utrecht ook gebleven. Maar er is toen
binnenskamers wel het een en ander over te
doen geweest! De aard van de hoofdrolspe
lers was zeker ook niet vreemd aan het
standpunt dat zij innamen.
Met kennelijk plezier haalt Mmderhoud
zulke voorvallen uit zijn herinnering op.
Zoals de ene directeur die alles in zijn
hoofd had en alles uit zijn hoofd deed en de
andere directeur die een nota met punten
wilde hebben, wat voor de eerste dan
weer een hele toer was. Over de 'oude' Van
Verschuer (vader van de huidige 'jonge')
en over Van Wijnbergen. 'Beiden waren
baron, maar ook een soort tegenvoeter van
elkaar. Van Wijnbergen correct en artis
tiek, burgemeester van Wassenaar en Van
Verschuer, gedeputeerde in Gelderland, al
tijd vol jolijt. Hij was eens grieperig en zou
een aspirine nemen. Ik zeg: 'zeker met een
kroontje erop?' Hij begreep direct dat ik hem
als baron even in de maling wilde nemen en
zei 'stik vent'! Indertijd was ik rector magni
ficus in Wageningen en Van Verschuer pre
sident-curator. Bij een plechtigheid zei ik
hem: 'hier loop ik vooraan.'Mooi', zegt Van
Verschuer, 'dan kijk ik je we! in je nek!'
Minderhoud heeft ook de gave van de ge
zonde zelfspot. 'Ze noemden mij vroeger
wel eens 'een kruidenier'. Ik antwoordde
dan: best, maar ik moet oppassen dat ik
geen 'bankroetier' wordI Het coöperatieve
heeft me altijd aangetrokken, maar een
coöperator door dik en dun ben ik nooit ge
weest. Wel vind ik, dat je in een coöperatie
altijd van beneden naar boven moet probe
ren te werken. Dat probeer je dan. Ik ben ook
blij dat de huidige Rabobank nog steeds van
die coöperatieve kenmerken heeft. Dat moet
zo blijven.
Vervolg op pagina 29
Prof. dr. G. Minderhoud: 'dat hoorde er toen bij'.