werkingtreding, 31 december 1984, als
een meer volwaardige bankorgariisatie uit
de startblokken kan komen. Het motief
daarvoor is het streven naar veiligstelling
van de continuïteit van de overheidsgeld
diensten. Het vroeger eveneens gehan
teerde argument, dat de oprichting van de
Postbank moest worden gezien in het be
lang van de concurrentie in het bankwezen,
is door het kabinet terecht afgezworen.
Zoals bekend heeft de Rabobankorganisa-
tie geen moeite met het tot stand komen
van de Postbank, mits aan stringente voor
waarden op het vlak van gelijkheid van
concurrentieverhoudingen wordt voldaan.
Wat dat laatste betreft lijkt het er op, dat
aan veel wensen die door onze organisatie
naar voren zijn gebracht tegemoet wordt
gekomen.
Het wetsontwerp is evenwel nog niet ge
publiceerd, zodat een volledig afgewogen
oordeel van onze kant nog even op zich
moet laten wachten. Zoals we eerder op
deze plaats reeds stelden: 'finishing
touches' blijven belangrijk. Zonder nu op
alle 'ins' en 'outs' van de meest recente in
formatie in te gaan, willen we constateren
dat daaruit duidelijk is geworden dat op
een tweetal nieuwe punten van meer gelij
ke concurrentievoorwaarden sprake zal
zijn. Ten eerste, de personeelsleden zullen
niet de ambtenarenstatus verkrijgen. De
overgang naar een privaatrechtelijke ar
beidsverhouding zal door middel van een
afzonderlijk wetsontwerp worden gere
geld. Ten tweede, indien de reserve van de
Postbank zou gaan bestaan uit de optel
som van de reserves van de Rijkspost
spaarbank en de Postcheque- en Giro
dienst, zou van een relatief zeer sterke ver
mogenspositie sprake zijn. Aangezien dit
een onevenredige kredietpotentie zou im
pliceren en derhalve als een ongewenste
situatie wordt bestempeld, is ervoor geko
zen een deel van dit vermogen als door de
Staat verstrekt vreemd vermogen te be
schouwen. Een en ander is een hele verbe
tering.
Vervolg op pagina 6
Wat 1984 voor de Rabobankorganisatie in petto heeft, ligt op dit moment nog in de schoot
van de toekomst verborgen. Ten aanzien van de gang van zaken zijn er uiteraard prognoses
en bespiegelingen, maar het aantal variabelen in het voorspellingsmodel is zo groot, dat het
mij verstandig lijkt daarover thans nog geen uitspraken te doen. Er zijn echter gebeurtenissen
die hun schaduw vooruitwerpen en die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zul
len plaatshebben. Eén daarvan een lang verwachte: de opening, of beter gezegd, het
officieel in gebruik nemen, van het nieuwe hoofdkantoor van Rabobank Nederland in
Utrecht. In de eerste helft van 1984 zal de Utrechtse wederhelft van ons hoofdkantoor door
onze medewerkers uit Hoog Catharijne en St. Jacobsstraat worden betrokken. Daarmee is
een lange periode van plannen maken, voorbereiding en uitvoering afgesloten. De eerste ge
dachten over een nieuw gebouw ontstonden al voor de fusie van de twee centrale banken en
aan het einde van de jaren zestig waren er zelfs al vrij concrete plannen. We mogen vaststel
len dat architecten, beeldende kunstenaars en aannemers erin zijn geslaagd een gebouw
neer te zetten dat aandacht trekt. De één zal het prijzen, de ander zal het laken. De één vindt
het schitterend in letterlijke, de ander in figuurlijke zin. Vormgeving en spiegelende gevel ma
ken het inderdaad tot een bijzonder gebouw. Bij zowel vorm- als materiaalkeuze hebben -
naast esthetische overwegingen vooral eisen ter zake van de doelmatigheid van het ge
bouw een rol gespeeld. Zo speelt de glaswand een rol in de beheersing van de
energie-huishouding: mede daardoor wordt een belangrijke energiebesparing bereikt. Bo
vendien komt het gebouw door het spiegeleffect wat minder massaal over dan anders het
geval zou zijn geweest.
Met name ook de wijze waarop het toch moeilijke terrein is benut, met verlegging - zij het
optisch - van de Kruisvaart door de binnenhof en het gebouw verdient waardering. Dit is de
leefbaarheid zeker ten goede gekomen. Deze terreinkeuze werd overigens in hoge mate be
paald door de wens medewerkers van Eindhoven en Utrecht zoveel mogelijk van het open
baar vervoer te laten gebruikmaken. Een frequent lopende intercity-trein schept (wanneer er
althans niet wordt gestaakt) een ideale verbinding. Ook binnen is getracht door inrichting en
materiaalkeuze een doelmatige maar ook plezierige werkomgeving te scheppen. 'The proof
of the pudding is in the eating'. Te hopen valt dat de toekomstige bewoners zich snel zullen
thuisvoelen op hun werkplek en dat ook hierdoor een bijdrage wordt geleverd aan de dienst
baarheid van de centrale bank aan aangesloten banken en cliënten. Want daar gaat het ten
slotte om. De reacties van de eerste bewoners zijn in ieder geval hoopgevendI
Aan allen die in de afgelopen jaren aan de totstandkoming van dit hoofdkantoor een bijdrage
hebben geleverd, past een woord van dank. Een periode van samenwerking loopt ten einde
en werkverbanden worden opgelost. In deze tijd zal dat niet altijd zonder problemen worden
ervaren. Ik hoop voor alle betrokkenen dat de weer vrijkomende energie spoedig zal kunnen
worden gericht op nieuwe activiteiten.
Van Eldik