een lange polsstok
sten) blijft de agrarische sector wat achter. Grote verschil
len deden zich ook voortussen de diverse produktietakken
binnen de landbouw. De akkerbouw gaf door incidentele
omstandigheden (hogere prijzen door minder aanbod op
de markt ten gevolge van de weersomstandigheden) een
gunstig resultaat te zien. Ook de glastuinbouw verbeterde
haar positie, hoewel de verhouding tussen opbrengsten
en kosten op gemiddeld 94% bleef steken, hetgeen bete
kent dat nog te veel bedrijven een mager rendement
vertonen. De champignonsector kwam zelfs niet verder
dan 85 Voor de varkenshouderij was 1 983 niet best en
lijken de vooruitzichten, door de hoge veevoederprijzen en
dierziekteproblemen, nog minder gunstig. Herstel was er
bij de bloembollensector, de fruitteelt en de legpluimvee-
houderij. Voor de groenten die geteeld worden buiten de
kassen was het evenals voor de akkerbouw gemiddeld een
gunstig jaar.
Veerkracht
De sector die de komende jaren de breedste sloot moet
zien overte komen is de melkveehouderij. De afgelopen ja
ren zijn voor deze sector niet ongunstig geweest. In 1 983
heeft zich dit voorgezet. Enige veerkracht van de polsstok
is dus wel aanwezig. Maar dan moet deze van voldoende
lengte zijn. Daarvoor is nodig een omlaag brengen van de
kosten, waarbij veevoeder, kunstmest en energiekosten
de belangrijkste zijn. Een blijvend redelijk renteniveau
vormt de harde bodem voor de afzet en de sprong naar een
meer evenwichtige marktsituatie over enige jaren. Maar
ook dan zal een aantal melkveebedrijven niet met droge
kleren aan de overkant komen. J. van der Veen, de voorzit
ter van het Landbouwschap, bepleitte in de januariverga
dering maatregelen voor deze groep, waarbij met name de
jonge ondernemers, die veelal met hoge lasten zitten, ont
zien zouden kunnen worden.