Koorddans tussen
technologie
en financiering
De banken en hun aandeel in
een meer gevarieerde Nederlandse export
De Nederlandse export zit
sinds een jaar weer
behoorlijk in de lift. Na een
lichte daling in 1982 is het
exportvolume vorig jaar
duidelijk gegroeid. Volgens
de jongste becijferingen
van het Ministerie van
Economische Zaken zelfs
met 5 procent. Dit jaar zal
de groei naar verwachting
8,5 procent bedragen.
Dat is een verheugende
zaak voor een land dat rond
50 procent van zijn
produktie exporteert en
tevens een duidelijk teken
van economische opleving.
Het is echter nog verre van
botertje tot de boom. Onze
uitvoer mag dan wel
aantrekken, de OESO vroeg
zich vorige maand nog af
of ook de rest van onze
nationale volkshuishouding
op korte termijn wel in
voldoende mate zal kunnen
profiteren van de opleving
in de wereldeconomie.
Aardgas-afhankelijkheid
doorbreken
Wat die uitvoer zelf betreft
is er trouwens ook nog
wel het een en ander dat
te denken geeft. Want
het is geenszins gezegd
dat de export van ons
land bij een zich voort
zettend herstel van de
wereldhandel in gelijke mate zal kunnen
profiteren. Evenals in de tweede helft van
de jaren zeventig lopen we nog altijd het ri
sico in detoekomst in exportgroei achterte
blijven, omdat de samenstelling van het
Nederlandse exportpakket in feite een te
eenzijdig karakter vertoont.
In dat pakket zijn immers aardgas en ener
gie-intensieve (bijvoorbeeld petrochemi
sche) produkten, alsmede agrarische
voortbrengselen sterk vertegenwoordigd.
Geavanceerde, technologisch hoogwaar
dige goederen en diensten zijn daarin
naar verhouding echter minder goed verte
genwoordigd, terwijl we het voor een ver
sterking van onze internationale concur
rentiepositie volgens de deskundigen juist
daarvan zouden moeten hebben.
Het is een gevaar waar de afgelopen tijd al
vaker op is gewezen. Ook door het kabinet -
Lubbers in de jongste miljoenennota. De
nadruk op het zogenaamde 'exportscena
rio' van deze regeerploeg - meer armslag
voor het exporterende bedrijfsleven, min
der voor de inkomens en de collectieve
sector - moet dan ook tegen die achter
grond worden bezien. Het betekent in feite
niets anders dan een krachtige aansporing
om de al genoemde hoogwaardige pro
dukten op grotere schaal te gaan maken,
ten einde onze afhankelijkheid van aardgas
en energie-intensieve produkten te ver
minderen.
Daar is een aantal goede redenen voor. Al
lereerst, wat het aardgas betreft, de ein
digheid van deze energiebron. Het raakt
een keer op, ook al komt het moment waar
op dat gaat gebeuren steeds weer verder
weg te liggen naarmate de omvang van
onze gasreserves hoger wordt geschat.
Belangrijker echter - en dat heeft betrek
king op zowel ons aardgas als de energie-
intensieve produkten die ons land voort
brengt - is de onvoorspelbaarheid op lan
gere termijn van de onderling gekoppelde
energieprijzen. Deze zijn immers, zoals de
recente geschiedenis heeft geleerd, in
sterke mate afhankelijk van plotselinge po
litieke ontwikkelingen.
Ten slotte is er nog een derde reden om on
ze aardgas-afhankelijkheid te doorbreken:
de toenemende concurrentie op de we
reldmarkt van andere gasleveranciers.
Mr. F. H. Brust: 'Meer aandacht besteden
aan de rest van ons bedrijfsleven
Mr. F. H. Brust, directeur van Rabobank
Nederland en secretaris van onze hoofddi
rectie, heeft nog onlangs in een bijeen
komst met ondernemers op vorenstaande
ontwikkelingen gewezen en daarbij gepleit
voor meer aandacht voor de rest van het
exporterende bedrijfsleven.
'Binnenkort, ai in 1984', zo zei hij, 'lopen
de eerste exportcontracten voor ons aard
gas af. De onderhandelingen over een ver
lenging daarvan spelen zich af in een aan-
bodmarkt, want landen als de Sovjetunie,
Algerije en Noorwegen leveren ook aardgas
en concurreren daarbij met de prijzen. Het
staat daarom op dit moment helemaal niet
vast, dat ons aardgas in de komende jaren
een even grote bron van deviezen en winst
is als tot nog toe het geval is geweest. Er is
dus alle reden om meer aandacht te beste
den aan de rest van ons bedrijfsleven. Want
dat zal de gaten in de export moeten opvul
len die dan vallen.
Hij bepleitte bij die gelegenheid het creè-