Stichting Horticon organiseerde symposium
De periode dat afge
studeerden van
universiteiten en van het
hoger beroepsonderwijs
een baan op een
presenteerblaadje
aangeboden kregen ligt al
weer enkele jaren achter
ons. Intussen worden her
en der initiatieven
genomen om deze
categorie jongeren, én
degenen die op afstuderen
staan, enigszins de weg te
wijzen. Daarbij worden
toekomstkansen voor een
baan geschetst, dan wel
prikkels uitgedeeld om zelf
iets te beginnen. Want,
ondernemen en vooral
vernieuwend ondernemen
is in. Bij dit alles mag uiter
aard een toekomstvisie niet
ontbreken. En nu wij
inmiddels het voor velen
magische jaar 1984 hebben
gehaald, wordt het
toekomstbeeld verlegd naar
de eeuwwisseling: het jaar
2000.
Energiek van start
Tweetal aspecten
Gastsprekers
werpen blik
op toekomst
A. J. Neuteboom
Bedrijfstakonderzoek
Zo is ook de Stichting Horticon een
kind van deze tijd. Wat is het doel
van deze stichting? Dr. ir. J. R.
Jensma, nog niet zo lang direc
teur van de Rijks Hogere Tuin
bouwschool te Utrecht, de oud
ste school voor hoger tuin-
bouwonderwijs, kwam op de ge
dachte dat onderwijs beter op de praktijk
aan te laten sluiten en daarvoor een plat
form te creëren. Om dit van de grond te til
len werd een beroep gedaan op de afge
studeerden van de school en werd vorig
jaar de al genoemde Stichting Horticon
opgericht. In het bestuur zitten naast de
schoolleiding en enkele afgestudeerden
ook vertegenwoordigers van studenten en
het bedrijfsleven.
De jonge Stichting Horticon, ondervoorzit-
terschap van één van de eerste afgestu
deerden van de Utrechtse hogere tuin
bouwschool, drs. J. G. A. Dorresteijn,
werkzaam bij Rabobank Nederland, is met
een energiek van start gegaan. En zij heeft
in haar brugfunctie, met als één van de
doelstellingen jonge afgestudeerden aan
werk te helpen, reeds successen geboekt.
Een aantal afgestudeerden dat nog geen
werk gevonden had, kon in een tak van de
tuinbouw worden geplaatst om ervaring
op te doen, terwijl ook hulp werd verleend
bij het zelf starten van een bedrijf. Voor de
nog niet afgestudeerden wordt getracht
onderzoeksactiviteiten en stageplaatsen te
verwerven.
Onlangs onderstreepte de Stichting Horti
con haar streven nog eens met het organi
seren van een symposium ter gelegenheid
van het 35-jarig bestaan van de Rijks Ho
gere Tuinbouwschool te Utrecht. Het the
ma was: Tuinbouw 2000'. Een drietal
gastsprekers was gevraagd de problemen
van alle dag even opzij te zetten en het toe
komstbeeld van de tuinbouw rond de
eeuwwisseling te schetsen. En dat onder
het toch niet eenvoudige motto 'Als alle
mensen wijs waren'.
Ir. A. J. Vijverberg, consulent in algemene
dienst voor de tuinbouw, stond als eerste
spreker voor de opdracht zijn visie op de
technische ontwikkelingen in de tuinbouw
te geven. Onder erkenning van het gege
ven, dat hij voor zijn toekomstvisie op
het jaar 2000 niet geheel aan koffiedik-kij-
ken voorbij kon gaan, noemde hij een
tweetal elementen in het mensbeeld welke
volgens hem meer op de voorgrond zullen
treden dan thans het geval is.
In de eerste plaats verwacht hij dat een
groter deel van de mensen een grotere ver
antwoordelijkheid wenst te dragen. Dat
wil zeggen dat meer medewerkers niet al
leen uitvoerder van werk willen zijn, maar
ook een geestelijke bijdrage aan het wel en
wee van het bedrijf willen leveren. Het be
tekent voor de tuinbouw dat er aantrekke
lijker banen en aantrekkelijker werkpakket
ten moeten worden samengesteld.
Het tweede menselijk aspect dat hij noem
de is dat de consumenten zich kritischer
zullen gaan opstellen. Daarbij zullen kwali
teit en de wijze van voortbrenging van de
produkten centraal staan.
Beide kwesties die Vijverberg naar voren
bracht lijken in feite min of meer een reac
tie op de ontwikkelingen in de afgelopen
tien a twintig jaar: een haast onbelemmer
de groei waarbij men dacht over onuitput
telijke grondstoffenvoorraden te beschik
ken; en een milieuproblematiekdieons bo
ven het hoofd dreigde te groeien. In de toe
komst zullen een te verwachten kennisex
plosie en het gegeven van minder goed aan
de slag te kunnen komen een innoverende
reactie oproepen en tot de nodige verbete
ring leiden. In een groeiende economie is
het weliswaar gemakkelijker kansen te be
nutten. Echter, met denkkracht en initia
tief, vooral van jonge afgestudeerden, zal
de tuinbouw niet alleen een stagnerende