naar de nationale navel staren invloed van impulsen vanuit Europa zou uiteindelijk leiden tot een groeiende vraag naar produkten van de weinig bemiddelde ontwikkelingslanden. Kortom, als wij in de Gemeenschap de zaken beter en met meer inzet zouden aanpakken, dan werkt dat eveneens gunstig uit voor de schuldfinan ciering van de ontwikkelingslanden. In zijn analyse geeft dr. Vlak evenwel aan dat haast is geboden. Niet alleen lijkt de Euro pese samenwerking op veel gebieden nau welijks in daden te zijn omgezet, doch bo vendien neemt de dreiging toe dat de Gemeenschap door de Verenigde Staten en Japan op een economische en techno logische achterstand wordt gezet. Na de voorspoedige jaren zestig, tijdens welke de effecten van de Europese integratie voor alle lidstaten in een krachtige groei resul teerden, volgden jaren van verminderde voorspoed die vergezeld gingen van een 1982 liet het stabiele koersverloop nogal te wensen over. Dr. Vlak verwees niettemin naar studies waaruit blijkt dat de koersen van deelne mende EMS-valuta's minder fluctuaties vertoonden dan die van de dollar, de yen en het pond. Het zou een goede zaak voor Europa zijn, indien het EMS tot nog betere resultaten zou komen, zodat de monetaire identiteit van de Gemeenschap een be langrijkere vorm kan aannemen. Hierdoor zou niet alleen de rust in het internationale monetaire stelsel kunnen worden bevor derd, doch tevens de invloed van de dollar in meer evenwichtige banen kunnen wor den geleid. Verhoogde inspanningen bij de Europese integratie op economisch en monetair ge bied zouden al met al niet alleen de per spectieven voor een gestage economische groei in de Europese Gemeenschap ver- Vooruitgang in de afstemming van het economisch beleid op langere termijn zou voor de banken een steun vormen in de reeds ingezette bevordering van het ge bruik van de Europese munt (ECU). Van hieruit kan een psychologische stimulans ontstaan voor de eenwording op andere gebieden. Sinds 1981 is het particuliere gebruik van de ECU met name in de zwakke valutalanden sterk toegenomen. Zozeer zelfs dat ook de belangstelling in de sterkere valutalanden, zoals West-Duits- land en Nederland, in verhoogde mate wordt geprikkeld. Dr. Vlak pleitte er daar om ook voor dat de banken in deze landen bereid zouden zijn om gebruik van de ECU aan te moedigen. Naarmate de successen op dit terrein zullen toenemen, zullen de overheden wellicht meer onder druk ko men om de economische en monetaire in tegratie te verdiepen. geringe politieke besluitvaardigheid om de integratie voort te zetten. Te weinig wordt beseft dat zowel de Ver enigde Staten als Japan over zeer om vangrijke geïntegreerde binnenmarkten beschikken, terwijl de Europese Gemeen schap na vele jaren van haar bestaan niet veel meer is dan de som van slechts gedeeltelijk geïntegreerde nationale mark ten. Daarom bestaan er wel degelijk groei kansen, indien men de dimensie van de ge meenschappelijke markt ten volle zou kun nen benutten. Een wezenlijk vereiste is evenwel dat een politieke inzet ontstaat, los van exclusieve nationale belangen, die de voorwaarden schept voor een gemeenschappelijke in dustriepolitiek en een betere allocatie van financiële middelen op gemeenschapsni veau. Hiermede zou de Europese integratie worden bevorderd en een nieuw perspec tief voor duurzame economische groei ontstaan. Een gemeenschappelijke aanpak van het herindustrialisatieproces zal uiteindelijk tot omvangrijke investeringen leiden. Hier voor is een goede kanalisering van de be sparingen vereist en dus een hoge mate van afstemming van de kapitaalmarkten en liberalisatie van het kapitaalverkeer tussen de lidstaten. De financiële integratie zal ook sterk afhankelijk zijn van de wissel koersstabiliteit tussen de lidstaten. Deze wordt sinds 1979 nagestreefd door mid del van samenwerking in het Europees Monetair Stelsel (EMS). Het EMS vormt het kader waarbinnen de wisselkoersen van de lidstaten onderling met elkaar zijn verbonden binnen bepaaldefluctuatiemar- ges. De mate van valutastabiliteit hangt echter nauw samen met de onderlinge afwijkingen in de economische ontwikke ling van de lidstaten. Vooral in 1981 en groten, doch tegelijkertijd de ontwikke lingslanden betere afzetvooruitzichten ge ven. Wat kunnen de banken doen om dit proces in beweging te brengen? Terug ziende naar de jaren zeventig, toen het Europese raderwerk geleidelijk vastliep, kan men vaststellen dat de banken in die jaren intra-Europees reeds sterk actief wa ren, zonder aanwezigheid van een geïnte greerde financiële markt. Tal van nieuwe leningconstructies via de euromarkten compenseerden ruimschoots de afwezige integrale markt. Vele investeringen konden hierdoor hun beslag krijgen. De nieuwe bij dragen van de banken zullen echter in ef fect afnemen, indien autoriteiten er niet in slagen de harmonisatie en integratie van de financiële systemen voorwaarts te bren gen. Effectieve stappen bij de onderlinge sa menwerking van de lidstaten zijn van be slissende betekenis voor een grotere rol van de banken bij het teweegbrengen van een hernieuwd elan in de Europese zaak. Het was geen gemakkelijke opgave voor dr. Vlak om enige dagen na de mislukte EG-topconferentie te Athene een extra in spanning ten behoeve van de Europese in tegratie te bepleiten. En zeker niet na het al maar opschuiven van de inwerkingtre ding van het ESPRIT-project, om louter budgettaire redenen. Dit project, vooral op initiatief van het particuliere bedrijfsleven, voorziet in een veelbelovend Europees on derzoekprogramma op informatiegebied. Als ergens de tijd dringt, dan zeker op dit gebied! Industriële toekomst lijkt thans te worden ingeruild voor een houding van 'voor wat hoort wat'. Dr. Vlak stelde niette min dat er een onderliggende realiteit is die de lidstaten eenvoudigweg gebiedt de sa menwerking te verdiepen, omdat anders de Gemeenschap geleidelijk meer achter stand op velerlei gebied oplopen en nau welijks een wezenlijke bijdrage zal kunnen leveren aan de oplossing van de economi sche problemen in Europa en elders in de wereld. De deelnemers aan de Europese top in Athene hadden na afloop heel wat minder reden tot lachen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 13