zorgen en kansen naar 1984 agboek van ti kassie 35 der mensen en geld haar taak moeten vervullen. Dat is niet eenvoudig. Gespecialiseerde voorlichting en advies, bij voorbeeld van de zijde van de veevoederindustrie en leve ranciers van uitrusting en hulpmiddelen kan vaak directer minder scholingsmogelijkheden in de directe nabijheid, dus meer reiskosten en mogelijk zelfs de neiging eerder met verdere onderwijsvoorzieningen te stoppen. Het agra risch bedrijfsleven heeft tegen deze ontwikkeling gewaar- inspelen op de dagelijkse beslissingen van het boeren- en tuindersbedrijf. De landbouwvoorlichtingsdienst dreigt de aansluiting met de praktijk te verliezen. Het ministerie van Landbouw wil daar wat aan doen. De voorlichting wordt meer dan tot nu toe georganiseerd per produktietak. Hier bij is samenwerking met het praktijkonderzoek op proef stations belangrijk om de voorsprong van Nederland op agrarisch gebied te behouden. Landbouwonderwijs Ook bij de derde poot van het nationale landbouwover- heidsbeleid, het landbouwonderwijs, staan bezuinigingen voor de deur. Dit onderwijs heeft zich de afgelopen jaren sterk verbreed. Het lager agrarisch onderzoek heeft meer en meer een beroepsoriënterend karakter gekregen. Het middelbaar en hoger agrarisch onderwijs leidt voor veel meer beroepen op dan alleen dat van boer, tuinder of agra rische werknemer. Land- en tuinbouwonderwijs lopen volledig mee in de al gemene overheidsbezuinigingen. Een onderdeel daarbij vormt het voornemen van minister Deetman van Onder wijs en Wetenschappen en minister Braks om tot meer scholenconcentraties te komen, waarbij het beroepson derwijs in verschillende vormen zou dienen samen te wer ken. Voor de land- en tuinbouw kan dit gaan betekenen: schuwd en vindt dat voor de scholen op het platteland andere normen met betrekking tot de grootte nodig zijn dan voor scholen in de stad. Agrarische scholen hebben in de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in het vernieuwingsproces in land- en tuinbouw. Een nieuwe ontwikkeling die ook in de land- en tuinbouw voor de deur staat is de toepassing van de computer. Een computer is geen tovermiddel, maar een hulpmiddel. Hij kan zaken goed ordenen en overzicht ver schaffen. Bij de klimaatregeling in een glastuinbouwbe drijf kan een computer veel zorg wegnemen bij de tuinder. Naast het regelen van technische zaken staat er nu een ontwikkeling aan te komen waarbij de computer wordt toegepast bij het totale gebeuren in een bedrijf. De com puter registreert en ordent de bedrijfsgegevens. Gegevens van het bedrijf die elders beschikbaar zijn, zoals veilingop brengsten en geldstromen via de bank kunnen recht streeks ingevoerd worden in de computer op het bedrijf. Dat kan de individuele boer en tuinder veel tijd en zorg be sparen. De komende jaren zullen deze koppelingsmoge lijkheden tot korte besparingen kunnen leiden. Dit zal al leen kunnen door samenwerking tussen boeren en tuin ders onderling en tussen de agrarische dienstverlenende instellingen. Dit kenmerk en streven van de land- en tuin bouw behouden lijkt me een goede wens voor 1984. Levend en werkend op een veilige afstand van de centrale bank wordt men vandaag de dag nogal eens verrast met fantastische verhalen over het zogeheten otw-gebeuren al daar. Passerende adviseurs of inspecteurs krijgen een schichtige blik als ze spreken van rondes van veertig of twintig procent en ze worden werkelijk onrustig als het gaat over c-ideeën, de noodzaak van flexibiliteit en mobiliteit, over rotatiegroe- pen en opleidingsklasjes. Je hoort veel, maar denkt al gauw dat zoals altijd de rust in het mierennest wel weer snel zal terugkeren. Maar als je als bezoeker van de centrale kringvergadering ineens wordt geconfronteerd met een voorzitter, die met uitstekend gespeeld enthousiasme oproept om toch vooral te gaan genieten van de eenvoudige doch voedzame maal tijd van boerenkool of zuurkool, besef je dat het ditmaal ernst is. Ik suggereer niet, dat we vroeger met de meest exquise spij zen werden gevoed, want de menage bestond onverander lijk uit een simpele, maar toch gevarieerde koffietafel. Hier echter was sprake van een principiële verandering. Hier werd duidelijk efficiency geboden in de vorm van een sma kelijke eenpansmaattijd, hier werd echt om flexibiliteit ge vraagd, al was het maar van de maagwand. Boerenkool is trouwens een menu dat ons soort geenszins misstaat en de zuurkool was wellicht symbolisch voor de wijze waarop menigeen bij de centrale bank dat toegevoeg- de-waardeonderzoek ondergaat. De eenvoud en kracht van zo'n maaltijd zegt meer over de tijden waarin we leven dan vier redevoeringen van de voor zitter van de hoofddirectie en acht artikelen in dit prachtige blad. Om de schrale indruk weer enigszins te niet te doen gingen we daarna het nieuwe optrekje van de centrale bank bekij ken. Een zeer fraai gebouw aan de buitenkant en naar ik hoor het zonnetje in huis van menig overbuur. Van binnen moet ik het eerst zien na de opening, als die vele honderden van de centrale bank er werken. Dan gaat het bruisen en leven in dit palais d'hiver. Tenminste als ik gevraagd wordt, want men deed nogal kribbig, toen ik de rondleider vroeg of het nou niet erg vee! tijd kostte om van het ene uiterste puntje van het gebouw naar het andere te lopen. En of men die twee uithoeken dus niet beter met een simpele loopbrug kon verbinden. Nou, daarmee haalde ik geloof ik het totale wonderbare concept van het gebouw onderuit en dat nam men niet. Maar enfin, het zal allemaal wel zo zijn geschapen om de interne mobiliteit op peil te houden. Want dat meneertje dat me maanden terugzei, dat 'zullie wel naar buite' konden kij ken, maar hij niet naar binnen, zou a/s dat wel kon, zien wat ze er vooral zullen doen: lopen! Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 35