Onderhandse executie Betaling en verdeling van kooppenningen Minnelijke regeling Rangregeling Positie eerste hypotheekhouder Zuivering Samenvattend wanbetaling tot openbare verkoop van het onderpand over te gaan. Met dit beding heeft de eerste hypotheekhouder het recht van parate executie. Tweede en volgende hypotheekhouders moeten altijd eerst be slag leggen, voordat zij tot openbare ver koop kunnen overgaan. Hier geeft het nieuwe recht een grote ver andering. Bij wanbetaling door de debiteur hebben alle hypotheekhouders het recht van parate executie: zij allen hebben dan het recht het verbonden goed in het open baar ten overstaan van de notaris te doen verkopen. Indien de executie wordt ingeleid door een lagere hypotheekhouder, kan een hypo theekhouder met een hogere rang de ver koop overnemen. Nieuw en voor de praktijk zeer belangrijk is het feit dat straks naast openbare verkoop ook de mogelijkheid wordt gecreëerd van executie door middel van onderhandse verkoop. Op verzoek van de hypotheekgever of de hypotheekhouder kan de President van de rechtbank bepalen dat de verkoop onder hands zal gebeuren. Het verzoek daartoe zal vergezeld dienen te worden van een overeenkomst van verkoop en koop, welke door de President moet worden goedge keurd. Belanghebbenden bij de opbrengst van het verbonden goed kunnen een der gelijke verkoop niet tegenhouden met de bewering dat de prijs te laag zou zijn, zelfs niet indien taxatierapporten een hogere prijs aangeven. Uiteraard zal de rechter wel met dergelijke rapporten rekening houden, maar hij is vrij om zijn eigen oordeel te ge ven. Hoger beroep tegen zijn beslissing is niet mogelijk. Indien een belanghebbende - voordat de president heeft beslist.- een betere koper naar voren schuift, zal de pre sident verplicht zijn de verzochte goedkeu ring te weigeren. Onderhandse executie biedt voordelen voor de hypotheekhouder en vaak ook voor de hypotheekgever. Andere hypotheek houders en beslagleggers kunnen de ver koop niet blokkeren door het weigeren van royement. Voorts geldt ook dat veel onroe rend goed nu eenmaal minder geschikt is voor openbare verkoop. Men denke aan grote schepen, vliegtuigen en industriële complexen. Een bijkomend voordeel van onderhandse executie is, dat in geval van faillissement van de hypotheekgever de hypotheekhou der medewerking van de curator en de rechter-commissaris niet meer nodig heeft. De hypotheekhouder heeft straks immers een wettelijk eigen recht tot onder handse verkoop. Een curator kan dan niet- zoals nu vaak het geval is - zijn medewer king aan onderhandse verkoop koppelen aan een door de hypotheekhouder te beta len vergoeding aan de boedel. Deze thans gevraagde vergoeding wordt als onbillijk ervaren, indien de curator niet actief be trokken is geweest bij het zoeken naar een onderhandse koper. In het huidige recht betaalt de koper op de veiling aan de notaris als gemachtigde van de hypotheekhouder. De hypotheekhou der is verplicht om een eventuele meer-op- brengst boven zijn hypothecaire vorderin gen aan de eigenaar af te dragen. Heeft de hypotheekhouder nog andere opeisbare vorderingen, dan kan hij de meer-op- brengst geheel of ten dele met deze niet- hypothecaire vorderingen compenseren, tenzij er sprake is van meer-hypotheek- houders of beslagleggers. Volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek moet de koper na de executie ook aan de notaris betalen. De notaris treedt echter niet meer op als gevolmachtigde van de hypotheekhouder, maar als rijksambte naar. Uit de opbrengst worden allereerst de kosten van de executie voldaan. Indien er slechts een hypotheekhouder is, keert de notaris, indien mogelijk, uit de net to-opbrengst aan de hypotheekhouder het bedrag uit ter grootte van zijn door hypo theek gedekte vorderingen. Hiertoe dient de hypotheekhouder een schriftelijke op gave van zijn door hypotheek gedekte vor deringen aan de notaris te verstrekken. Een eventueel overschot keert de notaris uit aan de oorspronkelijke eigenaar. Andere vorderingen kan de hypotheekhouder niet meer compenseren met de meer-op- brengst. Indien er meer hypotheekhouders of be slagleggers zijn, ligt de verdeling allemaal wat ingewikkelder. Als alle ingeschreven schuldeisers (hypo theekhouders, beslagleggers) en alle be perkt gerechtigden van wie de rechten door de executie vervallen, de hypotheek gever en de schuldenaar het voor de be taaldag eens zijn over de verdeling van de opbrengst, keert de notaris aan ieder het hem krachtens die verdeling toekomende uit. Indien de minnelijke regeling voor de be taaldag niet mogelijk is, bijv. omdat de schuldenaar of beslagleggers weigeren mee te werken, plaatst de notaris de net to-opbrengst op een bankrekening. De belanghebbenden kunnen dan aan de rechter een rangregeling vragen. Dan be paalt de rechter wie wat van de opbrengst krijgt. Deze hoeft de genoemde lange en inge wikkelde weg niet altijd te volgen. Indien de eerste hypotheekhouder het verbonden heeft geëxecuteerd, kan hij voor de be taaldag aan de notaris een verklaring af geven over hetgeen hem van de opbrengst toekomt krachtens zijn door eerste of on middellijk daarop aansluitende hypotheek rechten gedekte vorderingen. In de ver klaring moeten ook de bevoorrechte exe cutiekosten worden opgenomen. Na goed keuring van de verklaring door de Presi dent van de rechtbank keert de notaris uit aan de eerste hypotheekhouder. Heeft de notaris ernstige twijfel over de juistheid van de verklaring, dan kan hij de uitkering opschorten en de President om een beslis sing vragen. Van de hiervoor vermelde regeling mag men in de verkoopvoorwaarden niet afwij ken. Een recht van hypotheek gaat teniet door: betaling van de schulden waarvoor de hypotheek is gevestigd door afstanddoening door vermenging door levering in gevolge executie en be taling (zuivering). Dit laatste, de zuivering, is nieuw van op zet. In het huidige recht is de zuivering een ge rechtelijke procedure op verzoek van de koper. De rechter stelt de rangorde van de verschillende vorderingen vast, verdeelt de koopprijs tussen de gerechtigden en be veelt ten slotte de doorhaling van de hypo theken en beslagen welke op het goed la gen. Straks onder het Nieuw Burgerlijk Wet boek wordt de zuivering losgekoppeld van de verdeling van de opbrengst. Zij vindt van rechtswege plaats, indien na de execu tie aan twee vereisten is voldaan, namelijk de levering van het verkochte goed aan de koper en de betaling van de koopprijs aan de notaris. Teneinde de doorhaling in de registers te bewerkstelligen kan de koper aan de President van de rechtbank een verklaring vragen, dat de hypotheken en beslagen zijn vervallen. Deze verklaring machtigt de bewaarder van de registers om alle hypotheken en beslagen door te halen. De koper krijgt het gekochte goed hierdoor veel vlugger zonder veel kosten onbelast op zijn naam. Thans moet de koper in zo'n geval de kostbare weg volgen van een gerechtelijke rangregelingsproce dure. Onder het Nieuw Burgerlijk Wetboek wordt het wezen van het hypotheekrecht niet aan getast. Het blijft een sterk recht om bij voorrang op betrekkelijk eenvoudige en snelle wijze verhaal te zoeken op het ver bonden goed. Enige standaardbedingen vervallen, omdat zij niet meer nodig zijn (beding van niet-zui- vering) of omdat zij wettelijk zijn geregeld (assurantiebeding, eigenmachtige verkoop). Naast openbare executie wordt ook onder handse executie mogelijk. Dit bevordert een optimale verkoopprijs. De huurder krijgt meer wettelijke bescher ming. Dit leidt er wel toe dat financiers hun verstrekkingsnormen ongetwijfeld lager zullen stellen. Dit werkt remmend op de be vordering van het eigen woningbezit. Geheel nieuw zijn het beheersbeding, het ontruimingsbeding en het wegnemings- recht. De notaris is geen gevolmachtigde meer van de hypotheekhouder, maar treedt bij execu tie op als rijksambtenaar. Het compensa- tierecht van de eerste hypotheekhouder komt te vervallen. De koper kan het goed veel eenvoudiger, vrij van hypotheken en beslagen, verkrijgen. Kortom, het hypotheekrecht is meer aange past aan de huidige eisen van het rechtsver keer.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 33