Een begin gemaakt
Oudere werknemers
Jongeren
Rabobank
lemmeririg voor een toekomstige wel
vaartsgroei. Met andere woorden: arbei
ders werken in de toekomst korter maar
kunnen binnen die kortere arbeidstijd toch
meer produceren, onder meer als gevolg
van automatisering.
In het begin van dit jaar is op brede schaal
een eerste aanzet gegeven tot ADV. Na
overeenstemming hierover tussen werk
gevers- en werknemersorganisaties in de
Stichting van de Arbeid zijn er voor ruim
70% van de werknemers in de marktsec
tor CAO's afgesloten met ADV in ruil voor
inlevering van de prijscompensatie. Het
merendeel van deze CAO's heeft betrek
king op meerdere jaren waarbij men glo
baal uitkomt op een ADV van 5 in 1 985.
Voorlopig ligt de nadruk hierbij vooral op
roostervrije dagen, maar naar verwachting
zal deze vorm van ADV na 1 984 aanzienlijk
minder worden toegepast. Daarnaast zijn
er in vele CAO's afspraken gemaakt met
betrekking tot vervroegde uittreding
(VUT), verkorting van de wekelijkse ar
beidsduur en indienstneming van jeugdi
gen.
In de collectieve sector werd overeengeko
men voor dit jaar drie extra verlofdagen toe
te kennen, wat gelijk is aan een ADV van
1,3 Daarbij werd afgesproken om 30
van de openstaande volledige banen om te
zetten in functies van 32 uur. Voor 1984
heeft de overheid het voornemen om de ar
beidstijd terug te brengen met 2%.
De effecten van de gerealiseerde ADV op
de werkloosheid vallen vooralsnog tegen.
Op den duur wordt er weliswaar een her
bezetting van vrijgekomen arbeidsplaat
sen verwacht van 25% in de marktsector
en 80% bij de overheid. Maar volgens ra
mingen van het CPB zullen er dit jaar hier
door slechts 4 000 banen bijkomen en het
volgende jaar 10a 1 5 000. Het ligt voor de
hand dat ADV in eerste aanleg nog zal wor
den opgevangen door het bestaande per
soneelsbestand, maar bij een verdergaan
de vermindering van de arbeidsduur zal
men bij handhaving van het produktie-
niveau toch wel extra personeel gaan wer
ven.
De CAO-bepalingen omtrent de VUT ko
men in het algemeen neer op een verlaging
met één of twee jaar van de leeftijd waarop
daarvan gebruik kan worden gemaakt. In
verscheidene overeenkomsten werd daar
naast een maximum gesteld aan de hoogte
van de uitkering van 85 tot 90% van het
eerder genoten salaris. Behalve de werk
nemers en werkgevers betalen op deze
manier ook de uittreders mee aan deze
kostbare vorm van ADV. Dit sluit aan
bij de gedachte dat de positie van een ver
vroegde uittreder enigszins vergelijkbaar is
met iemand die geen baan meer heeft
wegens werkloosheid of arbeidsonge
schiktheid. Over het algemeen is in deze
groep de mogelijkheid om terug te gaan in
inkomen ook groter dan bij jongere werk
nemers. In deze fase van het beroepsleven
is het inkomen meestal relatief hoog, ter
wijl de lasten vaak wat afnemen doordat
bijvoorbeeld de kinderen niet meer ten las
te komen en de hypotheekschuld groten
deels is afgelost.
In vergelijking met andere vormen van
ADV heeft verlaging van de VUT-leeftijd
als voordeel dat de hiërarchieke doorstro
ming in het personeelsbestand wordt be
vorderd, hetgeen een stimulerende uitwer
king op de overige werknemers tot gevolg
zal hebben. Een voordeel op maatschap
pelijk vlak is de grotere kans op herbezet
ting van vrijgekomen arbeidstijd dan in het
geval van een vermindering van de ar
beidstijd per dag, week of jaar. Een nadeel
is echter dat het 'uitkopen' van oudere
werknemers duurder is dan van het gemid
delde van alle werknemers. Behalve het
hogere loon op basis van anciënniteit
wordt dit ook veroorzaakt door een even
tuele doorbetaling van de pensioenpremie.
Daar staat evenwel voor de werkgever te
genover dat de vervroegde uittreders ver
vangen worden door vaak aanmerkelijk
goedkopere krachten. Een ander nadeel
kan worden gevormd door het niet bereid
zijn van werknemers tot loonmatiging ten
behoeve van ADV als deze niet direct aan
henzelf ten goede komt. Een derde nadeel
is het vroegtijdige vertrek van werknemers
die node gemist worden. Met de uittreder
verdwijnt voor het bedrijf ook zijn kennis,
deskundigheid en ervaring.
De jongeren op de arbeidsmarkt hebben in
de CAO's ruime aandacht gekregen. Op
brede schaal zijn er afspraken gemaakt
over verkorting van de wekelijkse arbeids
duur voor nieuwe jeugdige werknemers tot
(in de meeste gevallen) 32 uur. Sommige
CAO's voorzien in opleidingscontracten
voor jongeren, al dan niet in combinatie
met een arbeidscontract. Ook is in enkele
bedrijfstakken overeengekomen bij wer
ving voorrang te verlenen aan jeugdigen
beneden 23 jaar. Deze maatregelen voor
jongeren trachten de schrijnende werk
loosheidssituatie in deze groep te verlich
ten. Van de jeugdigen beneden 19 jaar
heeft 45 van de gegadigden geen baan.
Daarbij komt dat langdurig werkloos zijn
op jonge leeftijd bijzondere problemen
geeft ten aanzien van de inrichting van het
leven en de mogelijkheid tot zelfont
plooiing. Ook maatschappelijk is de jeugd
werkloosheid extra zorgwekkend. In dit
verband wordt wel gesproken over de ver
loren generatie. De jeugdige werklozen van
nu blijven zwakken op de arbeidsmarkt,
ook als over enige jaren de vraag naar ar
beid weer aantrekt. In dat geval zal men bij
werving namelijk de voorkeur geven aan
nieuwe schoolverlaters: jonge en dus
goedkope arbeidskrachten waarbij de op
leiding nog vers in het geheugen ligt.
Met de CAO voor het bankbedrijf (90000
werknemers) zijn ook de arbeidsvoorwaar
den voor de Rabobank tot 1 985 vastge
legd. De belangrijkste bepalingen hierin
bestaan uit een loonsverhoging van 0,5
per 1-7-1983 en 1-1-1 984 (geen prijs
compensatie); 24 roostervrije uren per
1-7-1983, 1-1-1984 en 1-7-1984; een
eenmalige gelegenheid tot deelname aan
bestaande VUT-regeling voor werknemers
die voor 1 -9-1983 60 jaar zijn; een leerar-
beidsovereenkomst voor 500 leerlingen en
de afspraak dat bij werving voorrang zal
worden verleend aan jeugdigen beneden
23 jaar. Voor 1985 en latere jaren zijn toe
zeggingen gedaan voor nader onderzoek
naar ADV.
Ten einde binnen de Rabobankzichtte krij
gen op de meest geëigende vorm van ADV
wordt door het directoraat Arbeidszaken
een onderzoek ingesteld bij de aangeslo
ten banken en bij Rabobank Nederland.
Voorstellen die hierbij aan de orde komen
hebben onder andere betrekking op ver
mindering van het aantal uren per week of
het aantal dagen per jaar, flexibele arbeids
tijd afhankelijk van de (seizoens-)drukte,
studieverlof, de mogelijkheid tot het kopen
van vrije dagen en geleidelijke verkorting
van de werkweek voor ouderen. Met onder
meer de resultaten van dit onderzoek als
achtergrond zal in overleg met andere ban
ken en werknemersvertegenwoordigingen
verder vorm worden gegeven aan de ar
beidsvoorwaarden voor 1985 en volgende
jaren.
De discussie omtrent de wenselijkheid van
ADV wordt door de feitelijke ontwikkeling
op dit gebied enigszins achterhaald. De
meeste CAO's bevatten op dit moment
reeds bepalingen met betrekking tot ADV
en het ziet er naar uit dat deze tendens
zich in de komende jaren zal voortzetten.
Belangrijker dan de vraag 'wel of niet' lijkt
daarom de bezinning over de voorwaar
den, waaronder en de vorm waarin ADV
gestalte zou kunnen krijgen.