ent'jds oöPe rat' ief Al zouden we willen, het 'coöperatie ve' in onze banken raken we nooit kwijt. Dat steekt bij alle veranderin gen in maatschappij en bankbedrijf telkens hardnekkig de kop op. Om ons wakker te houden! Zeker heden ten dage! Voor mij meteen een direct bewijs voor wat een be vriend hoogleraar mij zeer onlangs schreef: het coöperatieve bankbedrijf kent naast strikte zakelijkheid een eigen mentaliteit. Een andere hoogleraar schreef in februari 1978 ai in ons bi ad: 'De coöperatie mag de maatschappij van morgen niet als een mu seumstuk ingaan! Het coöperatieve moet telkens 'vertaald' worden. Dat is een lastig karwei, maar het biedt perspectief. Er kan elke dag mee begonnen worden. 'Die hoog leraar was prof. Douben, thans lid van onze Raad van Beheer. Geen museumstuk! Ons vertaalwerk is als het ware begonnen met het onderwerp 'lid maatschap De stoot daartoe kwam van een rapport in i 980 van de Structuurcommis sie. Hoe moet de verhouding met de leden zijn, hoe betrekken wij hen meer bij onze be sluitvorming, hoe brengen wij de betekenis van onze coöperatieve aard over? Kortom, de intensivering van het ledencontact is vol op in de aandacht gekomen. In dit opzicht is er al duidelijk een andere wind gaan waaien, onder andere tot uiting komend in het anders opzetten van de algemene verga-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 4