EG voor dilemma:
andbouwcommentaar
Het gaat nu echt spannen in de Euro
pese landbouwpolitiek. Inzet is een
drastische verandering van het land
bouwbeleid. Dat is nodig om de kosten
van het beleid terug te dringen. De oor
zaken zijn bekend. Door de technische
ontwikkeling van de landbouw is de
produktie veel groter geworden dan de
afzetmogelijkheden zijn. De Europese
landbouw staat voor de opgave vraag
en aanbod beter op elkaar af te stem
men. In de industrie is dat proces al
een aantal jaren gaande. Te zamen met
de veranderde concurrentieverhoudin
gen zijn dit pijnlijke aanpassingspro
cessen, waarbij de werkloosheid het
meest in het oog springt.
32
Ir. J. H. Egberink
Ook in de landbouw kan het aanpassingsproces via
de markt verlopen. Het is een economische wet dat door
verlaging van de prijzen de produktie zich op den duur zal
aanpassen aan de vraag. Maar zo'n oplossing zal enige tijd
gepaard gaan met inkomensoffers van de agrarische be
volking.
Voor degenen die in de landen van de Europese Gemeen
schap zich bezig houden met het voeren van landbouwbe
leid vormt zo'n economische oplossing geen wenkend
perspectief. Al jaren wordt dan ook gezocht naar andere
oplossingen voor de Europese landbouwproblemen dan
via een verlaging van prijzen.
Sturen
Dat geldt overigens niet alleen voor het landbouwbeleid in
Europa. Ook in de Verenigde Staten, het land dat bij uit
stek de vrije marktfilosofie aanhangt, wordt in de land
bouw het prijsmechanisme niet als enig sturingsinstru
ment voor vraag en aanbod toegepast. Zo loopt er mo
menteel in dat land een programma waarbij boeren een
vergoeding krijgen wanneer zij een stuk land uit de pro
duktie nemen. Bij het Amerikaanse Huis van Afgevaardig
den is een plan in discussie om melkveehouders een
premiete geven wanneer zij de produktie vrijwillig vermin
deren.
In Europa heeft de Europese Commissie eind juli een aan
tal gedachten ontwikkeld om het probleem van de kosten
en de overproduktiete lijf te gaan: een combinatie van ver
mindering van de marktondersteuning door lagere prijzen
en directe produktiebeheersing. Voor de graanproduktie
zou volgens de Commissie een geleidelijke toenadering
van de prijzen naar het niveau van de wereldmarkt de op
lossing moeten bieden. Voor de melk wordt de oplossing
gezocht in een systeem van heffingen op de produktie
waarbij de kleinere bedrijven gecompenseerd zullen wor
den. Daarbij wordt gedacht aan heffingen op de groei van
de produktie en heffingen op de produktie van intensief
gevoerde melkveebedrijven.
Groei ontmoedigen
Na de eerste besprekingen in de Raad van Landbouwmi
nisters heeft de Europese Commissie op 14 september jl.
zijn gedachten voor de zuivelmarkt in concrete voorstellen
neergelegd. Op de groei van de produktie wordt een hef
fing gelegd die overeenkomt met 75% van de prijs. Een
forse straf dus voor meerproduktie. In feite moeten de
melkproducenten zelf de afzetkosten van de meerproduk
tie opbrengen.
Verder stelt de Europese Commissie voor een extra hef
fing van 4% over alle melk van producenten die jaarlijks
meer dan 15 000 kg melk per hectare produceren. Die
produktie komt ongeveer overeen met drie melkkoeien per
hectare. Ongeveer een derde van de Nederlandse veehou
ders produceert meer per hectare. De Europese Commis
sie wil kleine bedrijven, die minder dan 60 000 kg melk per
jaar produceren van deze maatregel uitsluiten. In Europe
se verhoudingen vormen dergelijke veebedrijven, tot zo'n
15 melkkoeien, de overgrote meerderheid. In Nederland
ligt het gemiddeld aantal melkkoeien daar ver boven.
De voorstellen zullen, wanneer ze aanvaard worden, ertoe
leiden dat de moderne, groeiende veehouderijbedrijven
een aanzienlijk lagere melkprijs zullen ontvangen dan de
traditionele, minder expanderende bedrijven. Men zou
kunnen spreken van een soort herverdeling van de markt-
opbrengsten waarbij de produktiefste bedrijven een deel
van het inkomen afstaan aan de minder produktieve be
drijven.
Deze verdeling van de opbrengsten zal nog wel de nodige
discussies oproepen. Zo vinden Ierland en Italië dat zij bui
ten de heffing op meer moeten blijven. Andere gebieden,
bijvoorbeeld de berggebieden, werpen tegen dat daar
geen andere mogelijkheden van produktie zijn dan het
produceren van melk.
Minister Braks van Landbouw staat op het standpunt dat
het leggen van een heffing op meerproduktie de minst
slechte oplossing is, vooral omdat hiermee een forse inko
mensdaling kan worden voorkomen. De bewindsman
vindt dan wel dat zo'n systeem niet mag uitwerken tot een
verdeling van de produktiemogelijkheden tussen de ver
schillende landen. Daarin heeft hij gelijk. Het gevaar van
politiek getouwtrek tussen landen is groot. En Nederland,