Geen bijtende honden
Stormachtige ontwikkeling
Aanvullend karakter geeft
ook problemen
Juist door dat aanvullende karakter heeft
de RHB te maken met een sterk wisselende
produktie. Zij kan immers niet zelf de
boer op om hypotheken te slijten en een
eigen uitzettingenbeleid te voeren.
We hebben gezien dat vanaf 1975 een
sterk beroep op de instelling is gedaan.
Vanaf 1 980 is er een afname te constate
ren. Die explosieve groei mede veroorzaakt
door de overspannen huizenmarkt in de ja
ren zeventig, heeft ook op de burelen van
de RHB soms tot overspannen situaties
geleid. Er ontstonden problemen op het
gebied van zowel de administratie als de
personele bezetting. Er was nauwelijks tijd
zich te bezinnen. De produktie liet dat niet
toe. Zo zit de RHB met een verouderd
geautomatiseerd administratiesysteem in
haar maag, waarmee zij desondanks zo
goed mogelijk haar diensten probeert te
verlenen. In de wetenschap overigens dat
zij hierin soms wel eens tekort schiet.
Nu er een kleine adempauze is ontstaan,
wordt er met man en macht gewerkt om
een nieuw administratiesysteem op poten
te zetten. Eind 1 984 zal, zo is de verwach
ting, de eerste fase van dit systeem gereed
zijn. Veel problemen en klachten zullen
daarmee tot het verleden behoren. Een
grote opluchting waarop vast en zeker zal
worden getoost. Op een feestelijke bijeen
komst ter gelegenheid van een of ander
1 O-jarig jubileum wellicht? CdZ
De Rabohypotheekbank
depositobrieven bij de aangesloten banken
te plaatsen. Daarbij kwam ook nog het - op
zich verheugende - feit dat de centrale
bank zelf steeds meer hypotheken ging
verstrekken aan derden. Dat bedrag steeg
van 44,7 miljoen in 1962 tot 133,8 mil
joen in 1 965.
'Dit', aldus de toelichtende dr. Verhage in
1966, 'leidde tot de gedachte binnen de
organisatie een instituut op te richten,
dat onder eigen naam middelen van de ka
pitaalmarkt kon aantrekken. Wanneer men
hier over een instituut spreekt, moet men
wel denken aan een eigen hypotheekbank,
die gezien moet worden als onderdeel van
onze financieringsfunctie ten behoeve van
de eigen kring, welke functie niet naar bui
ten onze organisatie staande financie
ringsinstituten kan worden afgeschoven.
Deze op te richten hypotheekbank dient er
uiteraard voor te zorgen, dat de toeneming
van spaargelden hiervan geen schade on
dervindt. Deze hypotheekbank zal zich dus
moeten richten tot de openbare of onder
handse kapitaalmarkt.' Aldus geschiedde.
Zo leidden de Boeren-Hypotheekbank en
de Raiffeisenhypotheekbank enkele jaren
een rustig bestaan naast elkaar.
Toen in 1972 de centrale banken fusio
neerden, bleven de hypotheekbanken af
zonderlijk voortbestaan. Aanvankelijk be
stond er ook geen enkele aanleiding om
deze bij de fusie te betrekken. Zij liepen el
kaar nauwelijks in de weg. De één trok
zijn middelen hoofdzakelijk aan door
pandbrieven te plaatsen binnen de eigen
organisatie bij de banken die een teveel
aan geld hadden (later door inschrijving in
de schuldregisters). De ander richtte zich
voornamelijk op de open kapitaalmarkt
door uitgifte van officieel op de beurs ge
noteerde pandbrieven.
Dat ging enige tijd goed, temeer daar ze
ook wat betreft de uitzettingen op verschil
lende terreinen werkzaam waren. De Boe
ren-Hypotheekbank verstrekte vooral hy
potheken in de bedrijfssector, terwijl de
Raiffeisenhypotheekbank zich met name
richtte op woningbouwhypotheken en hy
potheken op industriële bedrijfspanden en
beleggingsobjecten.
Toch werd al vrij snel na de fusie de beslis
sing genomen dat gescheiden optrekken
te beëindigen en de twee instellingen sa
men te voegen tot één: de Rabohypotheek
bank (RHB). Doorslaggevend motief voor
deze operatie die in 1 975 plaatsvond, was
de groeiende behoefte aan geld van de
openbare kapitaalmarkt. Men stond aan de
vooravond van die krankzinnige periode
(1976-1980), waarin de banken de kre-
dietvraag nauwelijks aankonden. Enerzijds
vanwege de enorme investeringsdrang en
anderzijds door de kredietbeperkende
maatregelen die de banken van overheids
wege werden opgelegd. Door die sterk ge
stegen vraag naar financieringen droogde
de bron waaruit de Boeren-Hypotheek
bank putte (namelijk de overliquide ban
ken) snel op, terwijl zij zich geconfronteerd
zag met een sterke toename van de door de
aangesloten banken doorgeschoven hypo
theken. Zo steeg het bedrag aan nieuwe
verstrekkingen door de beide hypotheek
banken van 1 35 miljoen in 1 972 tot 708
miljoen in 1 974. Een peuleschil in vergelij
king met wat er in het vervolg van de jaren
zeventig stond te gebeuren. Maar toch!
Kort na de samenvoeging brak inderdaad
die tijd aan, waar sommigen met knarsen
de tanden en anderen met een weemoedi
ge glimlach naar terugzien. De huizen
markt sloeg op hol en de aangesloten ban
ken moesten in steeds grotere getale hy-
potheekaanvragen doorschuiven naar de
RHB. Een stormachtige ontwikkeling die
duidelijk tot uiting komt in de bedragen van
verstrekte hypotheken. Begon de RHB in
1975 als nieuweling op de hypotheek
markt met een orderportefeuille van ruim
1,5 miljard gulden, in 1979 werd de als
magisch geziene 10 miljardgrens gepas
seerd, terwijl in 1 980 een bedrag van 1 3
miljard kon worden geturfd.
Om aan alle aanvragen te kunnen voldoen
werd er driftig op de kapitaalmarkt ge
leend. Niet alleen op de openbare door de
uitgifte van pandbrieven, maar vooral ook
op de onderhandse kapitaalmarkt. Bij de
aangesloten banken viel nauwelijks iets
te halen. Het hieronder staande staatje
toont dit duidelijk aan.
1975
1977
1980
1982
pandbrieven
271
800
3081
3 741
schuldregisters
753
950
527
1 019
onderhandse
leningen.
919
3 250
9078
6678
1 943
5 000
12 686
11 438
Na het topjaar 1 980 ging men de econo
mische recessie allerwege écht voelen. De
woningmarkt zonk weg in een diep dal,
terwijl ook de aanvragen voor kredieten
zienderogen terugliepen. De aangesloten
banken kwamen spoedig weer wat ruimer
in hun financiële jasje te zitten. Zo ruim dat
zij zelf het merendeel van de hypotheek-
aanvragen konden gaan honoreren. Zij
zijn tegenwoordig in veel mindere mate
dan voorheen aangewezen op de RHB als
doorschuifinstituut. Ten dele tenminste,
want overtollige gelden kunnen ze door in
schrijving in de schuldregisters wél kwijt.
Het hierboven geschetste beeld geeft goed
aan welke functie de RHB én haar voorgan
gers steeds hebben vervuld: een aanvul
lend financieringsinstrument voor de aan
gesloten banken die, hetzij tijdelijk, hetzij
structureel, niet in staat zijn hypotheek-
aanvragen van leden en cliënten te hono
reren. De hypotheekbank is dé instelling
waarnaar zij die financieringen kunnen
doorsluizen. Deze fungeert op die manier
als een instrument waarmee de banken
hun beleid ten aanzien van hun eigen rela
tiepatroon daadwerkelijk kunnen onder
steunen. De hypotheekverstrekking blijft
binnen de eigen gelederen en de bank is in
staat de cliënt het complete pakket bank
diensten aan te bieden.