passend voor een gezinsbedrijf is een be langrijk wapen in de concurrentiestrijd. Liquiditeitsaspecten «fssarR ■■mmm 15 Contracten Uit deze cijferreeks is een duidelijke afne ming van de rentabiliteit waar te nemen. Een en ander betekent, dat de marges tus sen opbrengsten en kosten minimaal zijn en dat voor een redelijk inkomen vrij grote eenheden gehouden moeten worden. Door de lage arbeidsvergoeding zijn zeer grote bedrijven, waar een belangrijk deel van arbeid en kapitaal moet worden be taald, erg kwetsbaar. Een bedrijfsomvang Als gevolg van de sterk fluctuerende op- brengstprijzen en de daaruit voortvloeien de wisselende rentabiliteit dient het ver loop van de liquiditeitspositie veel aan dacht te hebben. Veel pluimveehouders hebben reeds leren leven met de optreden de golfbewegingen. Voor hen betekent dit, dat in goede tijden ruim gereserveerd wordt voor de minder goede perioden. De laatste golfbeweging bewoog zich van me dio 1 979 tot medio 1983. Gedurende deze periode liep de opbrengstprijs trendmatig op van f 1,80 per kilo eieren tot bijna f 2,40 (eind 1980, begin 1981), waarna de trend zich neerwaarts bewoog tot een niveau van f 2,- (medio 1983). De oplo pende trend werd echter gevolgd door een oplopende trend in de voederkosten. De prijs per 100 kilo voer liep op van gemid deld f 54,50 tot ongeveer f 65,-. Daar door werd de rentabiliteit ongunstig beïn vloed en eveneens het beschikbaar komen van vrijkomende liquiditeiten. Gedurende het jaar 1981 bedroeg het bruto-over- schot, zijnde het bedrag dat beschikbaar komt voor rente en afschrijving voor de SH Links een indruk van een kippenfarm waarde dieren dagelijks duizenden eieren produceren. Hierboven een inpakmachine. huisvesting en de arbeidsvergoeding, f 6,80 per hen. Over de periode 1 982 tot medio 1983 gaf het bruto-overschot een tekort te zien van f 4,05. Per saldo derhalve slechts een bruto-overschot van f 2,75 per hen. Indien rekening wordt gehouden met rente en afschrijving voor huisvesting van ge middeld f 2,50 per hen per jaar en een noodzakelijke arbeidsvergoeding van f 1,40 per hen, dan bedraagt het totale te kort over de periode 1981 t/m medio 1 983 f 7,- per hen. Pluimveehouders, die derhalve in de jaren 1979 tot 1980 te wei nig hebben gereserveerd, danwel in die ja ren uitbreidingsinvesteringen hebben ge daan, worden dan ook geconfronteerd met het feit, dat er problemen ontstaan bij de vervanging van de leghennenstapel. Gemiddelde opbrengstprijs per kilogram eieren maandgemiddelde voortschrijdend kwartaalgemiddelde 1979 1980 1 982 1983 In de intensieve veehouderij is een ver gaande verwevenheid van de primaire pro- duktie met de agrarische handel en indus trie aanwezig. Deze sterke verwevenheid leidt tot het sluiten van allerlei contracten. In de legsector komen brutowinst-, prijs garantie- en egalisatiecontracten veelvul dig voor. Contracten worden vaak gesloten met het doel bepaalde risico's te beperken, dan wel bepaalde knelpunten op te lossen. De risico's met betrekking tot de produktie kunnen verdeeld worden in produktie- en marktrisico's. Hoewel de produktierisico's levensgroot aanwezig zijn, kunnen deze voor een belangrijk deel beïnvloed worden door goed vakmanschap en ondernemer schap. Niettemin zullen er binnen een be drijf verschillen in technisch resultaat blij ven optreden. Kleine afwijkingen in de biotechnische resultaten kunnen echter grote invloed hebben op het financiële re sultaat. Afwentelen van dergelijke risico's naar een contractgever betekent evenwel ook dat afstand wordt gedaan van de mo gelijkheden om door goede technische re sultaten het financieel bedrijfsresultaat te beïnvloeden. Daarmee wordt een belang rijk deel van de functie als ondernemer prijsgegeven. De inhoud van dergelijke contracten be staat uit een vaste vergoeding voor huis vesting en arbeid, al dan niet met kleine afwijkingen voor behaalde resultaten. Ge woonlijk liggen deze gegarandeerde ver goedingen beduidend lager dan een saldo van een goed geleid bedrijf dat voor eigen risico werkt. In tegenstelling tot een beïn vloeding van de produktierisico's kan een ondernemer nauwelijks invloed uitoefenen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 15