Verbreding ministerie van Landbouw krijgt veel aandacht andbouwcommentaar 31 Met meer dan normale belangstelling is dit ja ar door het agrarische bedrijfsle ven uitgezien naar de landbouwbegro ting. Steeds duidelijker wordt het dat de vette jaren van het Europese Land bouwbeleid achter de rug zijn. Ook wordt de verminderde koopkracht ge leidelijk aan meer merkbaar voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. Wie in deze situatie een duidelijk ant woord verwacht van de overheid ten aanzien van het te voeren Nationale Landbouwbeleid, is toch wat teleurge steld. Die teleurstelling betreft niet zo zeer de bezuinigingen op landbouw- maatrege/en. De bezuiniging bij het mi nisterie van Landbouw bedraagt in ver houding niet meer dan bij andere mi nisteries. Ir. J. H. Egberink /n de toelichting bij de landbouwbegroting wordt dit jaar zeer sterk het accent gelegd op zaken welke maar zijdelings met land- en tuinbouw te maken hebben. De uitbreiding van de taak van het ministerie op het gebied van natuurbeheer, bosbouw en openluchtre creatie heeft veel aandacht van minister Braks opgeëist. Goede naam De produktiefunctie in de land- en tuinbouw is hierdoor wat op de achtergrond geraakt. Instrumenten als de voor lichting en het landbouwkundig onderzoek komen verder af te staan van de agrarische praktijk. Dat is jammer en voor de komende jaren onverstandig. Natuurlijk is het ministerie van Landbouw verplicht nieu we taken welke het overgenomen heeft van andere minis teries goed te behartigen. Het heeft de naam zijn zaakjes goed voor elkaar te hebben. Uit dat oogpunt is er op het terrein van natuurbeheer en openluchtrecreatie het een en ander in te halen. Dat gebeurt onder meer via de beste ding van f 175 miljoen aan werkgelegenheidsprojecten. Een groot deel daarvan wordt gebruikt om natuurmonu menten op te knappen, fietspaden aan te leggen en bos sen te onderhouden. Van de voortvarendheid die bij land en tuinbouw tot de huidige concurrentiepositie heeft ge leid profiteren nu deze nieuwe beleidsterreinen. Maar of deze verbreding nu moet betekenen dat grote delen van het landbouwkundig onderzoek in de richting van natuur en milieu moet worden omgebogen, wordt door velen in de agrarische sector betwijfeld. Het ministerie zal toch moeten oppassen dat het geen 'zachte sector' wordt met een scala van activiteiten die een blijvend beroep op over heidsfinanciering vergen. De jaren '60 zijn voorbij. Neder land zal de komende decennia de economische rol van de land- en tuinbouw niet kunnen missen. Maar goed, het parlement zal zijn zegje nog doen. Lastenverlichting In de algemene lastenverlichting voor het bedrijfsleven draait de land- en tuinbouw mee. Dat geldt in het bijzonder voor de fiscale zelfstandigenaftrek die verhoogd zal gaan worden. De wijze waarop is nog niet bekend. Vooralle zelf standigen te zamen is f 175 miljoen beschikbaar. De ven nootschapsbelasting is verlaagd met 5 punten en daarvan kan de agrarische verwerkende- en toeleverende industrie profiteren. In combinatie met het beleid om de rente laag te houden kan het kostenplaatje voorde land- en tuinbouw zich gunstig ontwikkelen. En dat is nodig om eventueel Brussels beleid op te vangen. Milieudruk i Tegelijkertijd moet de landbouw rekening houden met toenemende milieukosten. Minister Winsemius van WVC heeft een actieplan gelanceerd om de ernstigste vormen van bodem- en luchtvervuiling aan te pakken. De schijn werpers worden daarbij ook op de landbouw gericht. Onze intensieve wijze van landbouwproduktie gaat nu eenmaal gepaard met een grote mestproduktie, gebruik van ge wasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Resten daar van kunnen in het milieu komen. Het bedrijfsleven is zelf actief om de nadelige effecten voor milieu en bodem zo veel mogelijk te verminderen. Via de mestbanken wordt overtollige mest in de concentratiegebieden vervoerd naar gebieden waar nog een behoefte aan mest bestaat. Nieu we verwerkingsmethoden van mest worden uitgepro beerd. Voorlichting over een doelmatiger gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen kan bovendien tot kosten-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 31