De problematiek
De financiële positie
Perspectieven
Transportbedrijven op zoek
melijk het meest geschikte vervoermiddel.
Wordt de afstand groter, dan wordt al snel
vervoer per binnenschip of trein goedko
per.
In het grensoverschrijdend goederenver
voer heeft de binnenvaart verreweg het
grootste aandeel. Alhoewel ook hier dit
aandeel de laatste jaren wat gedaald is, be
draagt het nog steeds ongeveer 65 Ook
het marktaandeel van de trein is in het
grensoverschrijdend vervoer groter dan in
het binnenlandse vervoer, namelijk circa
7 Resteert voor de vrachtauto een
marktaandeel van 28% in het grensover
schrijdend goederenvervoer. De overheid
zou de situatie voor de grensoverschrij
dende beroepsgoederenvervoerders kun
nen verbeteren door in overleg met vooral
West-Duitsland en Frankrijk een verhoging
van het contingent ritmachtigingen en au
torisaties te bewerkstelligen. De 50 000
extra ritmachtigingen die door West-
Duitsland tot 1 987 zijn toegezegd, zijn on
voldoende.
De overcapaciteit heeft een voortdurende
neerwaartse druk op de vrachtprijsontwik
keling tot gevolg. Doordat de kosten zijn
blijven stijgen, is de gemiddelde rentabili
teit in het transportbedrijf steeds meer on
der druk komen te staan. Het beroepsgoe-
derenvervoer over de weg kan zich als ge
volg van de weinig flexibele kapitaalsstruc
tuur moeilijk aanpassen aan de vrij plotse
ling opgekomen negatieve conjunctuur
ontwikkeling. De gedane investeringen
maken onderdeel uit van een lange-ter-
mijnbeleid en kunnen niet zonder forse
vermogensverliezen op korte termijn wor
den teruggedraaid. Het beroepsgoederen-
vervoer over de weg is dan ook in zijn
algemeenheid gebaat bij een gelijkmatige
conjunctuurontwikkeling. Er zijn bedrijven,
met name de grotere, die op de genoemde
ontwikkelingen inspelen door een gedeelte
van het wagenpark stil te zetten in afwach
ting van betere tijden. Daarmede bespaart
men op brandstofkosten en onderhouds
kosten en voor zover mogelijk op perso
neelskosten. De mogelijkheid hiertoe zal
afhankelijk zijn van de gegeven rentabiliteit
en financiële positie van het bedrijf. Het
individuele bedrijf zal moeten streven naar
een totale kostenbeheersing, waarbij op
gemerkt moet worden dat door het relatief
grote vaste bestanddeel in de totale kosten
de mogelijkheden daartoe beperkt zijn.
Ongetwijfeld zal de huidige matiging in de
loonstijging in Nederland en de stabilisatie
van de brandstofkosten in het voordeel
werken van de transportonderneming.
Voor de transportondernemer geldt dat de
ontwikkeling in het verladend bedrijfsleven
scherp gevolgd moet worden, zodat hij bij
tijds kan inspelen op nieuwe groeikansen.
Het zal duidelijk zijn dat de achterblijvende
rentabiliteit directe consequenties heeft
voor de financiële structuur van de bedrij
ven, de eigen vermogenspositie en de hier
mede verbandhoudende leencapaciteit en
de continu'iteitsmogelijkheden. De krediet
waardigheid is met name vanuit de balans
en resultatenrekening bezien de laatste ja
ren fors verminderd. Het eigen vermogen
ofwel het weerstandsvermogen is in relatie
tot het sterk toegenomen geïnvesteerd
vermogen fors teruggelopen. Een solvabi
liteit van minder dan 25% is eerder regel
dan uitzondering. Uit onderzoeken naar de
financiële structuur van transportonderne
mingen is gebleken, dat in toenemende
mate kortlopende kredieten worden ge
bruikt ter financiering van investeringen in
duurzame activa, voornamelijk transport
middelen. Een hoogst ongunstige ontwik
keling, die de liquiditeit van de onderne
ming onder druk zet, welke als gevolg
van de zwakke rentabiliteit en de tragere
betalingsgewoonten van de verladers toch
al vrij gespannen is.
De vooruitzichten in het beroepsgoederen-
vervoer over de weg zullen in belangrijke
mate bepaald worden door de economi
sche ontwikkeling in Nederland en de om
ringende landen. In afwachting van een
verbetering van de economie zal de onder
nemer de tering naar de nering moeten
zetten. Hij moet niet stil zitten, maar reage
ren op de bestaande en nieuwe ontwikke
lingen door - waar mogelijk - te besparen
in de kosten, het verbeteren van de effi
ciency eventueel in samenwerking met de
collega-transportondernemers en het
doen van marketinginspanningen met de
branche-organisaties, waarbij het vervoer
als 'produkt' wordt benaderd. Een verder
gaande produktontwikkeling kan gericht
zijn op het logistieke management van het
bedrijfsleven. Een toename van het ge
combineerde vervoer, zoals het rail/weg
vervoer en het containervervoer, is hiervan
een voorbeeld. De overheid moet echter
wel een kader creëren, waarbinnen geen
barrières meer kunnen gedijen, die de ont
wikkeling van het internationale wegtrans
port belemmeren.
Het beroepsgoederenvervoer is een zeer
belangrijke schakel in ons economisch be
stel, dat produktie en handel onderling met
elkaar verbindt. Zonder vervoer is produk
tie en handel praktisch onmogelijk. De
gang van zaken in de bedrijfstak van het
beroepsgoederenvervoer is matig, doch er
zijn bepaalde deelmarkten, zoals het
grensoverschrijdend vervoer en het ver
voer van chemische en landbouwproduk-
ten, waar rendabele exploitatiemogelijkhe
den aanwezig zijn. Ten slotte is het zo dat
het beroepsgoederenvervoer op de weg
naar economisch herstel direct zal profite
ren van de daaruit voortvloeiende bedrijf
sactiviteiten. In afwachting hiervan zal de
transportondernemer blijven zoeken naar
nieuwe wegen om zijn vervoerscapaciteit
rendabel in te zetten. Het Nederlandse be
roepsgoederenvervoer over de weg heeft
een zodanige kennis en ervaring, dat het
hier ongetwijfeld in zal slagen.