at ons bezighoudt Wob lm astenverlichting bedrijfsleven (1 Lastenverlichting bedrijfsleven (2) Daarnaast beoogt de regering de werkge verslasten te verlichten via het beperken van de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte en via het verminderen van vermo gensoverschotten bij de ziektewetfond sen. Beide voorstellen zijn qua effectuering afhankelijk van de uitkomsten van het overleg met werkgevers en werknemers. Hoe dit overleg zal uitvallen is op voorhand niet aan te geven. Dit onderdeel - van circa f 400 miljoen - is dus aanzienlijk minder hard. Met name de beperking in de op bouw van vakantiedagen tijdens ziekte wordt zowel door werkgevers als werkne mers - om uitéénlopende redenen - aan gevochten. Voorts wordt innovatie gesti muleerd via een subsidieregeling, gericht op vermindering van de met onderzoek en ontwikkeling samenhangende personeels kosten. Door deze regeling wordt onder zoek en ontwikkeling ook voor het midden- en kleinbedrijf toegankelijk. De positieve effecten daarvan zullen in de toekomst moeten blijken. Wil het parlement Het imago van het kabinet-Lubbers is bij de presentatie van de begroting 1 984 nog eens duidelijk opgepoetst. De beoogde versterking van de marktsector begint via de gepresenteerde maatregelen concreet gestalte te krijgen. Het op het bedrijfsleven gerichte pakket maatregelen komt neer op een structurele lastenverlichting van ruim 2 miljard gul den. Hiervan is circa f1,5 miljard vrij 'hard'. De resterende f 0,5 miljard is afhan kelijk van beslissingen van de sociale part ners. De voorgestelde lastenverlichting heeft voor ongeveer de helft betrekking op maatregelen in het fiscale vlak en voor de helft op maatregelen op andere terreinen. De verlaging van de vennootschapsbelas ting en de verhoging van de zelfstandigen aftrek zal bi] winstgevende bedrijven in het merendeel van de gevallen tot hogere winstinhoudingen leiden. De beschikbaar heid van risicodragend vermogen zal daar door toenemen. Allereerst wordt daarmee een bijdrage geleverd aan het herstel van gezonde financiële verhoudingen in het bedrijfsleven. Bovendien neemt de finan cierbaarheid van het bedrijfsleven toe, zo dat bij een stijging van de investeringsge neigdheid de financiering geen beletsel zal zijn. Bovengenoemde maatregelen zijn gene riek in die zin, dat ze het gehele bedrijfsle ven ten goede komen. Daarnaast zijn er ook enkele maatregelen genomen die zich wat meer specifiek op het midden en kleinbedrijf richten. Hierbij kan worden ge dacht aan de verlenging en omkering van de regeling voor achterwaartse verlies compensatie ('carry-back') en de gefaseer de, renteloze betalingsregeling van schen- kings- en successierechten. De verruiming van de verliescompensatie regeling komt vooral de ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf ten goede. Deze zijn namelijk volledig afhankelijk van verliescompensatie in de loop van de tijd, terwijl gediversificeerde ondernemingen, voorzover ze deel uitmaken van een grote re fiscale eenheid, daarbinnen mogelijkhe den tot onmiddellijke verliescompensatie bezitten. Grondregel van de belastinghef fing is, dat het saldo van winsten en verlie zen - gedurende de gehele levensduur van de onderneming gemaakt - wordt belast. Via de voorgestelde aanpassing komt ge noemde grondregel meer tot zijn recht. Ook de betaling van schenkings- en suc cessierechten is een problematiek die vooral in het midden- en kleinbedrijf speelt. Daar is het ondernemingsvermo gen namelijk veelal (voor een groot deel) geconcentreerd in één hand. De gefaseer de, renteloze betalingsregeling kan bijdra gen aan een oplossing van de liquiditeits problemen bi] overdracht of vererving. Naast fiscale maatregelen heeft het kabi net nog enkele andere voorstellen gedaan die beogen de lasten voor het bedrijfsleven te verlichten. Allereerst gaat het om de verlaging van werkgeverspremies voor de sociale verze keringen. Voorzover het de centrale fond sen betreft is dit onderdeel van de lasten verlichting - ad f 200 miljoen - vrij hard. Het gehele pakket van fiscale en andere maatregelen overziend, kan de conclusie worden getrokken dat een goede aanzet is gegeven tot het tweede spoor van het drie- sporenbeleid: herstel van de marktsector (het eerste en derde spoor zijn de sanering van de overheidsfinanciën en de herverde ling van de beschikbare arbeid). Verheu gend is daarbij dat de regering haar stel ling dat de invulling van de lastenverlich ting vooral ook gericht moet zijn op het midden- en kleinbedrijf, naar onze mening inderdaad heeft waargemaakt. Het midden- en kleinbedrijf als sector in onze economie waar ruim 40% van de werkgelegenheid wordt verschaft en bijna 40 van het nationale inkomen wordt ver diend, is deze extra aandacht zeker waard. Het is daarom te hopen, dat het kabinet van de Tweede Kamer ook de ruimte krijgt om het voorgestelde beleid te realiseren. Na jaren van oplopende financieringste korten heeft het kabinet in de Miljoenen nota beleidsvoornemens aangekondigd die ertoe moeten leiden dat het tekort het komende jaar weer gaat dalen. Hiertoe zijn verregaande ombuigingen voorgesteld tot een bedrag van bijna f 12 miljard. De maatregelen hebben betrekking op de so ciale zekerheid (f 4,4 miljard), de arbeids voorwaarden in de collectieve sector (f 3,2 miljard), de volksgezondheid (f 1,2 mil jardlende Rijksbegroting in enge zin (f 2,9 miljard). Geraamd wordt dat mede hier door het financieringstekort van de over heid met 0,3% en de collectieve las tendruk met 0,9 van het nationale inko men zal dalen in vergelijking met dit jaar. Hiermee is duidelijk een aanzet gegeven tot gezondmaking van de overheidsfinan ciën; een streven dat positief moet worden beoordeeld. Echter de verwezenlijking van deze maatregelen kan nog problemen ge ven. De beleidsvoornemens zullen nog on derwerp van parlementair debat gaan uit maken. Vooral de korting van ambtenaren salarissen met 3,5% lijkt op weerstand te stuiten. Niet alleen binnen de oppositie partijen maar eveneens vanuit de rege ringsfracties zijn hierover al tekenen van onvrede gebleken. Voor de korting van de ambtenarensalarissen maar ook voor de verlaging van de sociale uitkeringen geldt, dat de grootte van het electoraat dat hier door wordt benadeeld en de ingrijpend heid van de maatregelen het voor menig parlementariër niet gemakkelijk maken dit beleid te steunen. Het zou echter zeer te leurstellend zijn te ervaren dat na deze moedige en moeilijke besluitvorming van het kabinet de hieruit voortgekomen be leidsmaatregelen zouden worden tegen gehouden door het parlement. Het kabinet heeft een goed begin gemaakt. Het is nu aan het parlement om deze plannen zoda nig te ondersteunen dat de sanering van de overheidsfinanciën daadwerkelijk tot stand komt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 2