Er sneuvelen teveel zaken door gebrek aan initiatief nterview ep; Gerard Bakker m van Bakker Magneten: 'Ik kom eigenlijk uit het noorden, uit Emmen. Van daaruit ben ik in Eindhoven neergestreken. Op advies van m 'n broer heb ik bij Philips gesolliciteerd. En na een jaar of vijf, zes ben ik daar weer vertrokken. Je gaat zo maar niet weg, maar ik vond dat ik na verloop van tijd onvoldoende uit de voeten kon. Ik was belast met de verkoop van een pakket artikelen. Daar zaten ook magneten in. Het bleek al gauw dat er een grote vraag naar bepaalde magneetsystemen was, maar ik kon daar eenvoudig niet aan voldoen. Want dat viel buiten de verkoop- politiek van het bedrijf. Ik vond dat heel frustrerend, vooral omdat ik merkte dat er een geweldig gat in de markt zat. Het toepassings gebied voor de magneet wordt steeds groter. 'Ik was daar zo van overtuigd dat ik op een goed moment ontslag nam en voor mezelf ben begonnen met de produktie van mag neetsystemen. Dat was op 1 mei 1 971de dag van de arbeid. We zijn gewoon thuis begonnen, in een rijtjeshuis, samen met mijn vrouw. De bedrijfsruimte, als je dat zo mag noemen, was gedeeltelijk in de gang en de huiskamer, gedeeltelijk in de garage ondergebracht. Maar het eigenlijke mag netiseren gebeurde niet daar. Die appara tuur hadden we nog niet. Daarvoor moest ik op een gegeven moment naar Madava in Rotterdam, een bedrijf dat zich ook met magneetsystemen bezighield. Dag en nacht zijn we bezig geweest. 'Vier jaar later zijn we naar ons eerste be drijfspand met een oppervlakte van zo'n 1 50 vierkante meter verhuisd en nam ik mijn eerste personeelslid aan. Intussen hebben we datzelfde Madava overgeno men en zitten we sinds eind van het vorig jaar hier op het industrieterren in Son, in een nieuw complex dat ruim tien keer zo groot is.' Algemeen directeur Gerard Bakker (op foto links) van Bakker Madava, Magneten en Magneetsystemen BV, doet zijn verhaal - geflankeerd door rechterhand Alfons Didde (rechts), ook al van Philips afkomstig. Het bedrijf (18 werknemers) maakt magne ten voor de meest uiteenlopende toepassin gen. Magneten voor pacemakers, voor me dedelingenborden, om prikkeldraad uit koeiemagen te vissen; magneten om me taal resten te scheiden van glas dat voor re cycling bestemd is, om ijzerschilfers uitpro- dukten in de voedingsindustrie te halen, om voorzetramen aan kozijnen te bevestigen; en zeer recent, zo'n 90procent van de mag neten voor de inmiddels wereldberoemde clickets, de plastic bolletjes met magneti sche kern, een Nederlandse speelgoedvin ding, waarvan men de wereldwijde vraag nauwelijks kan bijbenen. Wie zo snel groeit heeft al gauw krediet no dig. Hoe is de relatie met de bank? Bakker: 'Een goeie relatie - en gelukkig hebben we die - met de bank is van emi nent belang. Ik ben begonnen met 1 5 000 gulden op grond van de kredietbeschik king voor het midden- en kleinbedrijf. Ik stopte elke cent die ik verdiende weer in het bedrijf. Toen ik begon te groeien was er al gauw veel meer nodig, maar bij de bank waar ik eerst was, deden ze erg moeilijk. Toen zei iemand: je moet eens naar de Rabobank Eindhoven-Noord gaan. Dat is een goeie stap geweest, daar hebben we erg veel aan gehad. Ze weten daar precies wat we nodig hebben. Ook over de hele be geleiding van onze export die toch altijd nog zo'n 50 tot 60 procent van ons bedrijf uitmaakt, zijn we zeer tevreden. Maar wat ik nog wel even moet zeggen: je moet na tuurlijk openheid betrachten, naar je bank, maar ook naar je afnemers.' 'De overheid vinden we over het algemeen te star', aldus Bakker en Didde. 'Neem nou het volgende. Toen de Madava-poot van ons bedrijf nog niet hier in Son onder gebracht was, moest er regelmatig door het personeel gependeld worden tussen Eindhoven en Rotterdam. Ze konden alle maal in één auto. Je geeft de eigenaar daarvan natuurlijk een kilometervergoe ding. Krijgt die man daarover een belas tingaanslag aan zijn broek! En wij maar uitleggen, dat onze oplossing veel goedko per was, ook voor de belastingen, omdat er niet voor iedereen dure reiskosten bij de fiscus hoefden te worden gedeclareerd. Nou, dat hielp dus niet. En dan dit. We ne men in principe alleen werklozen aan, maar dan wil je ook wel van de loonsuppletiere- geling die daarvoor geldt gebruikmaken. Nu zegt die regeling: je mag loonsuppletie aanvragen voor zoveel in dienst te nemen werklozen, als overeenkomt met tien pro cent van je bestaande personeelsbestand. Wij hadden op dat moment acht man, we hadden er drie nodig en konden dus maar voor één suppletie krijgen. In zulke geval len zou de overheid soepeler moeten zijn. 'En wat de ondernemersorganisaties be treft, we zijn lid van de FME. Dat is gemak kelijk voor de CAO. Maar verder knappen we de dingen graag zelf op. De Nederland se Export Combinatie heeft ons weliswaar op het paard geholpen in het buitenland, maar al gauw merk je dat het 't beste is zelf je koffers en je tandenborstel te pakken en er op uit te gaan. Andere organisaties? Het CIMK bijvoorbeeld. De frontjongens doen enorm hun best, maar daarna duurt het te lang, terwijl je toch voor jefinanciering me de op hun rapporten bent aangewezen. 'Ja, verhalen over meer op het onderne men gerichte opleidingen kennen we ook', aldus Bakker. 'Ik ben het met degenen eens die zeggen dat je niet tot ondernemer kunt worden opgeleid. Oké, voor ons soort be drijf is een commercieel technische onder grond wel goed, maar ik heb zelf HBS A, met hangen en wurgen. Ik heb vooral veel in de praktijk geleerd. Een ondernemer is niet te maken. Er sneuvelen veel teveel za ken door gebrek aan agressiviteit en initia tief, en niet zozeer door gebrek aan een ondernemersopleiding.' JD

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 25