Trends
Conclusies
Cijfers Et Trends
legenheid in het gehele bedrijfsleven
raamt van circa 250 000 arbeidsjaren, kan
met het nodige voorbehoud worden ge
concludeerd, dat het midden- en kleinbe
drijf de afgelopen jaren 80% van de afne
mende werkgelegenheid voor zijn reke
ning heeft moeten nemen. Op zich geen
verrassende ontwikkeling bij een sector die
sterk afhankelijk is van de binnenlandse
bestedingen. Zowel de particuliere con
sumptie, als de bedrijfsinvesteringen zijn
immers in volume teruggelopen tot het ni
veau van bijna zeven jaar geleden. Voor het
midden- en kleinbedrijf betekent dit een
continue aanslag op de omzet. Voor de de
tailhandel en de horeca is de teruglopende
reële consumptie een bron van voortdu
rende zorg, terwijl het ambacht en de klei
ne industrie bovendien geconfronteerd
worden met de teruglopende reële investe
ringen, waarvan zij als eind producent of als
toeleverancier afhankelijk zijn. Tevens be
tekent dit verminderde bedrijvigheid bij de
transportsector, met uitzondering echter
van het grensoverschrijdende vervoer.
Of 1 984 het 'lustrumjaar' van deze reces
sie wordt, is nog niet met zekerheid te stel
len. De lichtpunten in de wereldeconomie,
zoals het begonnen herstel in de Verenig
de Staten, het Verenigd Koninkrijk en
Duitsland, geven ook in ons land hoop voor
een verbetering van het economisch getij.
Langzaam zet de Nederlandse economie
dan ook de eerste aarzelende stappen heu
velopwaarts. Het zijn echter nog geen
zekere stappen. Hiervoor zullen de investe
ringen op een structureel hoger niveau
moeten komen te liggen, hetgeen niet
van de ene op de andere dag zal geschie
den.
Dwarsdoorsnede
De vijftig branches in Cijfers Trends zijn
te beschouwen als een dwarsdoorsnede
van het Nederlandse midden- en kleinbe
drijf met weliswaar een nadruk op de de
tailhandel. Vandaar dat het niemand zal
verbazen, dat de hiervoor geschetste eco
nomische trend eveneens weerspiegeld
wordt in de economische resultaten van de
beschreven branches. Om een indicatie
van deze trend te geven hebben wij voor de
jaren 1 980, 1 981 en 1 982 - de eerste drie
recessiejaren - de resultaten van de vijftig
branches ingedeeld in vijf groepen, te we
ten goed, redelijk, stabiel (lees voldoende),
matig en slecht.
Het beeld van dit liggend histogram beves
tigt inderdaad de huidige recessie. Met na
me de terugloop van het aantal goed
renderende branches van 40% naar 1 6%
en de toename van het aantal slecht rende
rende branches van 20% naar 44%
spreekt boekdelen. Anders gezegd: in
1 980 had 70 van ons midden- en klein
bedrijf nog een voldoende tot goed resul
taat, in 1982 was dit nog maar 42 Voor
1 983 wordt een stabilisatie tot een stijging
van deze 42% verwacht.
Bedrijfsresultaat van de 50 branches uit
Cijfers £t Trends in 1980, 1 981 en 1 982
1980
1981
1982
aantal branches
Dit zeer bescheiden optimisme, dat de
breekbaarheid van porselein bezit, is ge
stoeld op goede perspectieven bij de vol
gende branches in de detailhandel, te we
ten: drogisterijen, sportzaken, tuincentra,
aardappelen-, groenten- en fruitzaken,
elektrotechnische speciaalzaken, vishan
del en de poeliers. Verder verwachten wij
redelijke resultaten bij de doe-het-zelfza-
ken, het tweewielerbedrijf, de juweliers en
horlogers en de bloemistspeciaalzaken.
Ook bij de ambachten en de industrie
zijn perspectiefvolle bedrijfstakken aan te
wijzen. Met name kan dan gedacht worden
aan de kappers, landbouwmechanisatie-
bedrijven, metaalproduktenindustrie en de
kunststofverwerkende bedrijven.
Deze lijst is niet limitatief en zal zelfs door
onvoorziene omstandigheden nog kunnen
veranderen. Toch lijkt er een trendbreuk in
de negatieve ontwikkelingen van de laatste
jaren te ontstaan.
De belangrijkste trend van de laatste jaren
is de reeds genoemde overduidelijke eco
nomische neergang. Daaromheen zijn an
dere trends waar te nemen. Zagen we met
name in de jaren zeventig de procentuele
en absolute loonkosten van de bedrijven
toenemen, nu zien wij eindelijk een terug
dringing hiervan. Ook zien wij gedurende
de laatste twee jaren de rentekosten dalen,
hetgeen een verlichting voor het bedrijfsle
ven betekent. Hier moet echter de kantte
kening bij worden geplaatst dat het aan
deel van de rentekosten in de totale be
drijfskosten vaak te groot wordt voorge
steld. Ruwweg kan becijferd worden, dat
de loonkosten vijf a zes keer zo hoog zijn
als de betaalde rente door bedrijven. De
loonkosten bedragen dan circa 35% van
de omzet.
Een andere trend, niet bepaald een econo
mische, is de mentaliteitsontwikkeling van
de Nederlanders in de jaren zestig en ze
ventig, ook van de ondernemers. Lang
zaam maar zeker zijn wij er allemaal aan
gewend (erdoor verwend) geraakt, dat al
les in Den Haag geregeld wordt en dat er
voor iedere moeilijke situatie wel een sub-
sidieblik uit Den Haag geopend kan wor
den. In feite een grote afwentelmaatschap
pij, iets onvriendelijker gezegd, een maat
schappij waarvan de burgers hun sociale
verantwoordelijkheden afkochten via de
fiscus. De pot is nu op. Ofte wel, er is pot-
verteerd en de bezinning breekt nu door
dat het zo niet verder kan. Iedere burger zal
weer wat verantwoording op zijn eigen
schouders moeten laden, hetgeen voor
hem of haar ook financiële consequenties
heeft. Deze ontwikkeling geldt natuurlijk
ook voor ondernemers. In feite willen deze
niets liever, maar konden ze dit de laatste
decennia niet waarmaken, daar zij gevan
gen werden in een web van reguleringen
en van overijverige ambtenaren, die hier
hun bestaan in vonden. Natuurlijk: op het
paard gezet door de politiek. Dereguleren
is nu het motto. Hopelijk is het meer dan
een nieuw Haags woord. Het dient name
lijk te zijn een aanzet tot mentaliteitsveran
dering van de burgers, zowel van werkge
vers als van werknemers en werklozen.
Toch zal men er voor moeten waken niet
het kind met het badwater weg te gooien.
Derhalve niet alleen dereguleren, maar ook
herreguleren. Juist om die nieuwe mentali
teitswijziging mogelijk te maken.
Naast deze belangrijke macro-trend een
micro-trend. Bij het samenstellen van Cij
fers Trends gedurende de laatste jaren
valt de toenemende ambulante handel op.
De weekmarkten worden steeds comple
ter. Voor een gezin wordt het, behalve voor
het financiële gewin, steeds aantrekkelij
ker om op de markt aankopen te doen,
zoals brood, banket, vlees, schoenen,
groenten, fruit en bloemen. De tijd is wel
licht niet ver meer, dat de rijdende kapsa
lon op de markt verschijnt, of een tandarts
met een mobiele praktijk. Laat de onderne
mer in het midden- en kleinbedrijf deze
ontwikkelingen serieus nemen en hier ade
quaat op reageren.
Na jaren van somberheid daagt er licht
aan de einder en kan het midden- en
kleinbedrijf zijn eerste voorzichtige,
weliswaar aarzelende, stappen uit het
dal de heuvel opwaarts zetten. De on
dernemers zullen dit wel op eigen benen
moeten doen en niet aan de hand van de
overheid. Zij verdienen dus de ruimte te
krijgen om eigen verantwoordelijkheid
op de schouders te laden. De Rabobank-
organisatie, als conglomeratie van bij
na 1000 zelfstandige plaatselijke ban
ken (1000 MKB-bedrijven), kent deze
ondernemers en ondersteunt ze met
geld en goede raad. Vandaar deze ze
vende editie van Cijfers Trends. Een
service van de Rabobank!