Wob Ledengids op komst lijk altijd al een gevoelig punt geweest. Ook voor de banken, al hebben zij heel lang van die gevoeligheid weinig gemerkt. In het verleden is in onderling overleg afgespro ken, dat de banken in ons land zich als re gel aan dezelfde tijden houden: rondweg van 9 uur tot 1 6.00 uur en één koopavond. Dit had zijn voordelen, al was het maar dat we over de openstelling niet teveel gekib bel kregen. De laatste tijd is echter al meer gebleken, dat zo'n kunstmatige uniform heid niet meer houdbaar is en ook niet wenselijk. De behoeften van het winkelen de en bankierende publiek zijn wat anders geworden. Niet eens uniform anders, want er blijken van plaats tot plaats, misschien zelfs van stadsdeel tot stadsdeel vaak gro te verschillen te bestaan in winkelgewoon ten en wensen met betrekking tot het open zijn van kantoren. Moeten de banken in dat licht bezien star vasthouden aan hun uniforme van-9-tot-4-schema? Een sche ma, dat eigenlijk stamt uit de oude tijd, toen het nodig was om aan het slot van iedere dag de transacties die plaats von den administratief bij te werken. Daarom gingen om 4 uur de deuren van de bank dicht. Nu we echter reeds in vergaande mate de administratieve procedures in het betalingsverkeer aan de automatise ring kunnen overlaten, is er uit bedrijfsoog- punt geen urgenteaanleiding meer om niet wat langer open te blijven. Wij hebben daarom onze banken geadvi seerd om het 'vraagstuk' openstelling niet langer te bekijken vanuit de tot nu toe gebruikelijke uniformiteit in het hele bank wezen. In plaats daarvan zal iedere bank er vanuit moeten gaan dat zijzelf bepaalt, wanneer het publiek bij haar terecht kan. Overdag en ook op de vaak gebruikelijke avond. Dat hoeft niet te betekenen dat zo'n bank nu automatisch meer of langer is ge opend, maar wel betekent het, dat de ban ken voortaan het openen van hun deuren desgewenst veel beter kunnen afstemmen op en aanpassen aan de behoeften van hun cliënten en de plaatselijk geldende winkel- openstellingstijden. Dit nieuwe standpunt ligt geheel in de lijn 1 I van het resultaat, waartoe het Nederlandse bankwezen in overleg gekomen is. Afge sproken is ook dat verandering in openstel lingstijden aan collegabanken in hetzelfde werkgebied zal worden gemeld. Tegenover een eventuele zaterdagopen stelling willen wij ons voorshands gereser veerd opstellen. De organisatorische, banktechnische en financiële gevolgen zijn hier ingrijpender dan bij een wijziging be treffende de gewone werkdagen. De erva ringen met de zaterdag zijn in onze organi satie ook zeer beperkt. Banken, die om ge gronde redenen menen ook op zaterdag enige tijd open te moeten zijn, doen er goed aan om alvorens daartoe te besluiten overleg te plegen met het regiokantoor. Open of dicht? Een eensluidend antwoord is voortaan niet meer uit een landelijke re geling af te lezen. Het zal van plaats tot plaats, misschien van kantoor tot kantoor verschillen. Wij verwachten dat na een ze kere gewenningsperiode overal een soort nieuw natuurlijk evenwicht tussen open en dicht zal ontstaan. Gewoonteveranderin gen worden immers snel geaccepteerd, zodra ervaren wordt dat de nieuwe ge woonte de betere blijkt te zijn. Raar eigenlijk, onze banken hebben al zo veel jaren lang zovele honderdduizenden leden, maar er is nog nooit een handzaam informatieboekje speciaal voor die leden verschenen. Althans - bij ons weten - nooit een door onze organisatie uitgege ven boekje, dat alle banken gelijkelijk aan hun leden kunnen uitreiken. Dat wordt binnenkort anders. De voorbe reiding van een 'informatiegids voor leden van de Rabobank' is in een vergevorderd stadium. De doop van het eerste exem plaar zal dit najaar plaatsvinden. Als titel is gekozen 'Thuis bij uw Rabo bank'. De gedachte daarbij is, dat ieder die bij ons lid wordt, zich zo spoedig mogelijk thuis moet voelen en daarom moet weten wat voor een bank de Rabobank is, wat zij doet en hoe zij functioneert. Door de gids te lezen is op prettige wijze in korte tijd een goede indruk te krijgen. Wie tot nu toe de Rabobank alleen maar als een van de vele onder de banknamen be schouwde, zal verrast bemerken, dat zijn bank naar aard en afkomst toch wel een bijzondere plaats in het bankwezen in neemt. De gids voert hem zonder overdre ven te doen heel rustig de 'Rabobanksfeer' binnen door de hoofdzaken van onze doel stelling, geschiedenis en werkwijze te ver tellen. De eigen plaatselijke bank staat daarbij natuurlijk voorop, maar ook wordt de betekenis van de landelijke organisatie, die een hechte band tussen al die honder den zelfstandige Rabobanken legt, in hoofdlijnen duidelijk gemaakt. Wie er ken nis van neemt, zal onwillekeurig moeten erkennen: zo'n coöperatieve bank heeft toch wel een aparte maatschappelijke po sitie. De gids öevat natuurlijk ook informa tie over het bankbedrijf en over de diensten die onze banken verlenen. Alles vanzelf sprekend heel beknopt, maarwezijn er wel zeker van dat het voor velen zeer welkom zal zijn. Er is bijvoorbeeld een begrippen- lijstje toegevoegd, waarin heldere verkla ringen staan van al die termen, die tot de bancaire geheimtaal lijken te behoren. De bedoeling is natuurlijk, dat onze banken die gids straks gaan uitreiken. Hij is in de eerste plaats bedoeld voor nieuwe leden: een introductie als welkom. Maar het zal ook geen luxe zijn het boekje uit te reiken aan hen, die reeds langer lid zijn. Het is goed dat ook dezen eens even met frisse ogen naar hun bank kijken. Zelfs menen wij, dat vele cliënten, die van ouds of sinds kort via sparen of anderszins tot onze kring behoren, maar die geen lid zijn, graag die ledengids ter hand willen nemen. Kortom, de gids zal een nieuw en hopelijk in wijde kring gewaardeerd hulpmiddel kunnen zijn om de band tussen de bank en haar leden en cliëntenkring wat nauwer aan te halen. Aardig is dat door een insteekvel iedere bank ook een aantal eigen plaatselijke ge gevens aan de gids zal kunnen toevoegen. Een hulpmiddel om snel thuis te raken en de weg in het eigen bankhuis te vinden.B

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 7