Wob
Wob
gehad. Daarnaast speelt uiteraard het zoe
ken naar zekerheid via het vastleggen van
de rentelasten over meerdere jaren een be
langrijke rol bij de keuze voor een vaste
rente.
Finishing touches blijven
belangrijk
Ons is het in ieder geval welkom, dat er
opzicht moet de verhouding van de Staat
Open of dicht?
Wat ons bezighoudt
(Vervolg van pagina 3)
genin kan worden gebracht dat men op het
moment van het afsluiten van de overeen
komst behoorde te beseffen dat men zich
voor een bepaalde periode bindt en kon
weten dat de rente wel weer eens naar be
neden zou kunnen gaan. Ter vermijding
van het risico van het betalen van een hoge
contractrente bij een gedaalde marktrente
had men dan bijvoorbeeld voor een varia
bele rente kunnen kiezen. De meeste hypo
theekgevers zullen op het beslissingsmo
ment echter het voordeel van het betalen
van een relatief hoge contractrente bij een
stijgende marktrente in gedachten hebben
Momenteel bestaat circa 2/5 deel van het
totale aantal transacties op de markt voor
woninghypotheken uit oversluitingen of
optrekkingen van bestaande leningen. Een
belangrijk deel van de oversluitingen vindt
vermoedelijk zijn oorzaak in bovenge
noemde renteaspecten. Voor instellingen
die boetebepalingen hanteren die zodanig
zijn dat de gederfde rente niet goed wordt
gemaakt, brengt dit aanzienlijke proble
men met zich mee. Rentederving ontstaat
doordat de betreffende instelling geld, dat
zij zelf duur heeft geleend, na opzegging
van het oorspronkelijk afgesloten contract
tegen een lagere marktrente opnieuw
moet uitzetten. Gezien de omvang die de
oversluitingen thans aannemen, gaat dit
voor deze instellingen fors in de papieren
lopen. Het is tegen die achtergrond niet zo
verwonderlijk dat sommige marktpartijen
zich genoodzaakt zagen de boetebepalin
gen bij vervroegde aflossing aan te passen.
Deze aanpassing komt neer op het - bij
sommige marktpartijen al gehanteerde -
systeem van een boetebedrag gelijk aan de
contante waarde (over de resterende loop
tijd van de rentefixatietermijn) van het ver
schil tussen de contractrente en de markt
rente, voor zover de marktrente lager is dan
de contractrente.
Aan de uiteindelijke vormgeving van de
Postbank is in 'politiek Den Haag' naar ver
luidt gedurende de afgelopen weken hard
gewerkt. Minister Ruding zou het wetsont
werp op Prinsjesdag aan deTweede Kamer
willen sturen. Of hem dit lukt moeten we
overigens nog zien, want het voorbereiden
van een ontwerp-wet kost tijd en ook de
behandeling door de Raad van State kan
vertraging opleveren.
thans schot in deze reeds lang hangende
kwestie lijkt te komen. Dat hebben wij
vorige maand in ons commentaar op de
'brief van de ministers van Financiën en
Verkeer en Waterstaat reeds laten merken.
Wel zijn wij benieuwd hoe één en ander er
in definitieve vorm concreet zal uitzien.
Daar zijn wij, evenals onze collega-banken,
ook rechtstreeks belanghebbenden bij.
Die brief heeft ons geen aanleiding gege
ven ons reeds eerder ingenomen stand
punt te herzien. Dit wil dus zeggen, dat wij
de introductie van de Postbank aanvaard
baar achten, mits aan bepaalde voorwaar
den ter zake van gelijkheid van concurren
tievoorwaarden zal worden voldaan. Op
zichzelf gaf de brief ons geen reden te twij
felen aan het tot stand komen van het door
ons voorgestane gelijke uitgangspunt,
maar wel bevatte deze een aantal 'grijze
plekken', die opgeklaard moeten worden
om tot een juist oordeel te kunnen komen.
Enige van die grijze plekken stippen wij
hier aan.
Als de brief stelt dat de Postbank de zake
lijke kredietverlening alleen om defensieve
redenen ter hand zal mogen nemen, is het
zeer belangrijk te weten welke toetssteen
daarbij wordt aangelegd. Hierbij is zowel
aan kwantitatieve als kwalitatieve normen
te denken. Wij menen, dat de norm voor de
defensieve zakelijke kredietverlening niet
in het kwantitatieve maar in het kwalitatie
ve gezocht moet worden, zonder verschil
te maken tussen kleine en grote posten.
Het spreekt ons aan, dat de bewindslieden
de Postbank willen laten starten met een
solvabiliteitsoverschot dat vergelijkbaar is
met dat van de huidige banken. Het surplus
aan solvabiliteit dat thans in de gelddien-
sten van de PTT aanwezig is, zal op de
een of andere manier worden gebonden.
Hoe zal dit gebeuren? Indien dit zodanig
wordt geregeld, dat de Staat in feite als
het ware op afroep als verschaffer van
eigen vermogen zal kunnen blijven optre
den, zou dit een belangrijk, potentieel con
currentievervalsend element ten nadele
van het bankwezen betekenen. Deze weg
moet het in ieder geval niet op. Ook in dit
tot de Postbank zo zakelijk mogelijk -
marktconform is de term - worden gere
geld. Wij zien overigens geen reden waar
om deze thans nog grijze plek niet op een
voor het bankwezen bevredigende wijze
zal kunnen worden opgevuld.
Soortgelijke vragen bestaan thans nog min
of meer over deduurvan een eventueel als
overgangsregeling te verlenen staatsga
rantie, het te hanteren belastingregiem,
het uitsluiten van branchevreemde activi
teiten en buitenlandse activiteiten. Een rij
tje dat met nog een aantal niet onbelangrij
ke onderwerpen zou kunnen worden aan
gevuld. Zo zal het voor de banken van be
lang zijn te weten dat aan de bestaande
geprivilegieerde positie van de postgiro in
het betalingsverkeer met de overheid for
meel een einde gemaakt wordt. Ook dat
hoort bij de gelijkheid van concurrentiever
houdingen.
Wij hopen en vertrouwen voorshands dat
binnenkort zal blijken, dat deze onderwer
pen een voor ons aanvaardbare regeling in
de definitieve opzet van de Postbank zullen
hebben gevonden.
De openstellingstijden zijn voor zaken
waar het publiek in de winkel komt eigen-