Voor veel bankiers zal het
wellicht een teleurstelling
zijn te vernemen dat het
eerste papiergeld ter
wereld in de 7e eeuw in
China werd gebruikt als
offergeld. Het was bedoeld
om tegelijk met de doden
te worden verbrand. Toen
Marco Polo na thuiskomst
van één van zijn
wereldreizen in de 13e
eeuw meldde dat in het
China van Keizer Koeblai-
Chan papiergeld werd ge
bruikt, geloofden zijn
Westeuropese tijdgenoten
hem niet. Deze
gebeurtenissen - en vele
andere - zijn opgetekend
door de Fransman Martin
Monestier in het boek
'Bankbiljetten van de
wereld', dat onlangs in een
Nederlandse vertaling bij
uitgeverij Elsevier is
verschenen.
enkele incidentele gevallen zoals het nood
geld dat de Spanjaarden in 1483 maakten
toen hun steden door de Moren werden
belegerd en de stukjes karton die de inwo
ners van Leiden en Middelburg in 1574
vervaardigden uit bladzijden van kerkboe
ken, toen zij door de Spanjaarden waren
omsingeld. Het eerste 'echte' papiergeld in
Europa werd in 1656 uitgegeven door de
Bank van Stockholm, omdat de koperen
munten vanwege een grote devaluatie veel
te zwaar waren geworden.
Dat Marco Polo niet op zijn woord
werd geloofd, is op zichzelf niet zo
verwonderlijk. Tot dat punt in de
geschiedenis was men gewend zijn schul
den op heel andere manieren te vereffe
nen. In de oudheid gebeurde dit vooral met
wapens en werktuigen, een methode die
tot op de dag van vandaag nog wordt
toegepast door Indianen in Brazilië en door
bepaalde bevolkingsgroepen op Borneo.
Op de Fidji-eilanden betaalde men lange
tijd met walvisbaarden, op Santa Cruz met
papegaaieveren en in Afrika met olifants
slagtanden. Thee, tabak, vee en zelfs men
sen werden in het (verre) verleden gebruikt
om schulden mee te betalen. De woorden
roepia en pecunia, die allebei 'geld' bete
kenen, zijn afgeleid van 'rupa' in het Sans
kriet en 'pecus' in het Latijn, en staan in
beide talen voor het begrip 'vee'.
Zodra een samenleving een bepaald ni
veau van ontwikkeling had bereikt, werden
dergelijke onhandige betalingssystemen
verruild voor praktischer methoden en
deed veelal het metaalgeld zijn intrede. Dit
geld, waarvoor bij voorkeur min of meer
zeldzame metalen werden gebruikt, be
stond oorspronkelijk uit baren. Maar van
wege een betere hanteerbaarheid werden
die in de loop der eeuwen steeds meer ver
vangen door munten. Ook daarmee liepen
de Chinezen voorop: al in de 11e eeuw
voor Christus werden daar de eerste mun
ten gegoten en niet geslagen, zoals in later
eeuwen gebruikelijk werd. Toch werd het
er met de komst van het metaalgeld niet
overal gemakkelijker op: in het oude Grie
kenland en Rome werden in totaal
140 000 verschillende munten geslagen.
Toen handel en industrie zich uitbreidden
- en dus ook het betalingsverkeer - zocht
en vond men een handzame vervanger
voor het moeilijk verplaatsbare metaal
geld: de wissel. De komst daarvan heeft
mede aan de wieg gestaan van de opkomst
van de banken. Hoe het met de soliditeit en
solvabiliteit van onze middeleeuwse colle
ga's gesteld was, blijkt echter uit het feit
dat in de 14e eeuw 96 van de 103 landen
in Venetië failliet gingen als gevolg van
speculaties en het verstrekken van lenin
gen op lange termijn. De stichting van de
eerste door de staat gesteunde bank - de
Amsterdamsche Wisselbank in 1609 -
heeft het aanzien van het bankwezen in de
daarop volgende periode weer aanzienlijk
verbeterd.
In de 1 7e eeuw verscheen in West-Europa
het eerste papiergeld, voorafgegaan door
Het boek gaat vervolgens uitgebreid in op
de technische totstandkoming van heden
daagse bankbiljetten. Het uiterst fijnzinni
ge - en vaak kunstzinnige - werk van ont
werpers en drukkers wordt tot in detail en
aan de hand van voorbeelden beschreven.
Veruit het grootste gedeelte van het boek
(330 pagina's) is gevuld met afbeeldingen
van hedendaagse bankbiljetten uit alle
denkbare landen en landjes van de wereld.
Ze gaan allemaal vergezeld van een helde
re en beknopte beschrijving over de afbeel
dingen; paradijselijke landschappen zoals
op de Caraïben, de Bahama's of Sri Lanka;
schitterende en kleurrijke versieringen bij
Bahrein, Koeweit, Qatar en Oman; staats
hoofden; symbolen van kunst en cultuur;
afbeeldingen van industriële en commer
ciële ontwikkelingen; fauna en flora, om
maar een paar voorbeelden te noemen.
Het is in velerlei opzichten een waardevol
boek geworden. In de eerste plaats omdat
het vol staat met geldswaarden uit de
hele wereld, verder om de interessante in
formatie en niet in de laatste plaats om de
toch wat kostbare aanschafprijs (f 1 75,-).
Die prijs wordt overigens grotendeels ge
rechtvaardigd door de honderden pagina's
met schitterende kleurenafbeeldingen.
Toch passen bij een bijna volmaakt boek
als 'Bankbiljetten van de wereld' enkele
kleine kanttekeningen. Ondanks de enor
me massa schitterende afbeeldingen is het
boek helaas aan de tijd gebonden. Het
geeft een overzicht van de bankbiljetten
die nu - althans ten tijde van het drukken
van het boek - in omloop zijn. Dit betekent
dat het boek wellicht al was verouderd op
het moment dat het in de boekwinkels ver
scheen. Een tweede bezwaar is misschien
dat aan de tekst soms wat al te gemakkelijk
merkbaar is dat het om een vertaald boek
gaat. Maar voor wie deze twee kleine be
zwaren over het hoofd wil zien, is het boek
een kostbare aanvulling van de boeken
kast.