De coöperatieve
34
De landbouw is anders
geworden.
De coöperaties zijn ver
anderd.
De factor personeel is
sterk in betekenis
toegenomen.
De verhouding met de
leden is veranderd.
'Men hoort vaak roerend
spreken over 'het
coöperatief beginsel'. Toch
volgen dan vaak
onvruchtbare discussies,
omdat vaak niet helder is
wat 'coöperatief' is. Er is
wel een gevoel voor. Er zijn
ook historisch gegeven -
beginselen. Toch ontbreekt
vaak een hanteerbaar
aantal grondslagen,
waarmee nieuwe
omstandigheden
beoordeeld kunnen worden.
Het blijkt dat a/s we over
ons coöperatieve karakter
spreken, we een vaag
terrein betreden, waarin we
achter ons nog de
contouren van enkele
begrippen uit het verleden
zien rijzen. Die geven nog
steeds enig houvast, maar
ze worden al onduidelijker
en al meer wordt een
schrijver of spreker over
deze dingen gedwongen
oude belegen termen naar
eigen inzicht te gebruiken
voor de casus, die hij nu in
handen heeft.2)
300
zaken doe-
ti0
In een tweetal artikelen over de
coöperatieve ondernemingsvorm
in de 'no-nonsense'-tijd belicht dr.
ir. H. Raemaekers een aantal ele
menten die volgens hem de identi
teit van een coöperatie bepalen.
Daar horen naar zijn mening ook
de medewerkers bij. Deze zijn in
de vorige aflevering uitvoerig aan
de orde gekomen. In dit nummer
zal nader op de leden en de organi
satievorm worden ingegaan.
r.
Dr. ir. H. Raemaekers
Hoofd Coöperatiedienst
ABTB
Deze typering van een coöperatieve
insider raakt helder wat velen al
vermoeden. In dit klimaat kunnen
niet de sluimerende vermogens gewekt
worden die in het wezen van de coöperatie
samengebald zitten.
Toch moet juist in de 'no-nonsense'-tijd
een beroep gedaan kunnen worden op we
zenlijke potenties voor het coöpereren. Op
zijn minst is daarvoor nodig dat er vrucht
bare beginselen gehanteerd worden.
Vruchtbare beginselen leiden tot een beter
gezamenlijk oordeel. Zij wekken ook de
ontwikkelingswil op die nodig is om als or
ganisatie kansen te benutten en knelpun
ten op te lossen.
Wij stellen in dit verband de volgende
aspecten voor:
het economisch aspect
het deelhebbend aspect
het beheersaspect
Deze aspecten verenigen de oude waarden
in zich, maar bieden ook de mogelijkheid
de toekomst te verkennen en tot een keuze
te komen ten aanzien van de soort toe
komst die men wil verwezenlijken. In een
beredeneerd evenwicht tussen deze
aspecten kunnen bestuurlijke processen
besproken worden en hun vorm vinden.
Wat is nu het karakteristieke van deze drie
aspecten?
Het economisch aspect duidt op de van de
coöperatie te verwachten economische
bijdrage tot de resultaten van de ledenjon-
dernemingen). Het gaat daarbij om een
voortdurend proces van afstemmen van de
economische wisselwerking tussen leden
(ondernemingen) en de gemeenschappe
lijke onderneming. De basis van deze wis
selwerking is het van ouds bekende ver
lengstuk-beginsel. Dit is het grondbegin
sel van de coöperatieve organisatie. Al
naar gelang de positie die de coöperatie in
het verlengstuk-veld inneemt, wordt het
economische aspect anders ingevuld. Bij
de produktiecoöperaties (zuivel) is er spra
ke van een economische en technische
afhankelijkheid. Bij de dienstencoöpera
ties (banken) wordt meer een op het lid
aangepast financieel dienstenpakket aan
geboden. Maar in alle gevallen blijven de
coöperatieve organisaties afhankelijk van
de ledenhuishoudingen.
Frans Studierapport over toekomst van de landbouwcoöperatie, Rabobank nr. 10, 1977,
dr. D. Wind.
2) Bakens verzetten, mr. J. R. Haverkamp, 1977.