Het nieuwe recht De jaarrekening van ondernemingen staat in toenemende mate in de publieke belangstelling. De achtergrond hiervan ligt in het verlangen naar meer inzicht in het financiële reilen en zeilen van ondernemingen. De kring van belangstellenden hiervoor bestaat globaal uit: aandeelhouders, leden van coöperatieve verenigingen, werknemers, vakbonden, financiële pers, beleggers, (potentiële) crediteuren en afnemers. 28 Werkingssfeer uitgebreid Belangrijke veranderingen Meer informatie 1 Mr. J. J. H. van Boxtel Juridische en Fiscale Dienst Drs. C. J. Koning RA A ccountan tsdienst Vanwege het belang van de aanstaande herziening van het jaarrekeningrecht voor onze banken - invloed op hun eigen jaarrekening en invloed op de jaarrekeningen van door hen gefinancierde cliënten - worden hier enige contouren van het nieuwe recht geschetst. Vóór 1 970, toen de Wet op de jaarrekening in werking trad, werd deze op stiefmoederlijke wijze behandeld in het Wetboek van Koop handel. In het kader van de harmonisatie van het vennootschapsrecht binnen de Europese Gemeenschap kwam in 1 978 de vierde EG-richtlijn over de jaarrekening tot stand. En krachtens het EEG-verdrag is Nederland verplicht de nationale wetge ving daaraan aan te passen. Een daartoe strekkend wetsontwerp werd onlangs door de Tweede Kamer aangenomen. Het wachten is nu nog op de Eerste Kamer, waarna het ontwerp wet kan worden. Evenals in de huidige situatie het geval is, zullen ook straks de volgende ondernemin gen onderworpen zijn aan het regime van de jaarrekeningplicht: coöperatieve ver enigingen, onderlinge waarborgmaat schappijen, NV's en BV's. Maar ten aan zien van BV's wordt de werkingssfeer aan zienlijk uitgebreid. De meest in het oog springende bepalingen van het nieuwe jaarrekeningenrecht hebben namelijk be trekking op de publieke kant van de jaarre keningplicht voor BV's, de publikatieplicht. Thans geldt nog dat alleen BV's met een balanstotaal van 8 miljoen gulden en mini maal 100 werknemers hun jaarrekening met toelichting daarop moeten publiceren. In het nieuwe recht wordt de publikatie plicht uitgebreid tot alle BV's, zij het dat de grote BV's een volledige, de middelgrote een volledige, maar minder gespecificeer de, en de kleine BV's een tot de hoofdpos ten van de balans beperkte publikatieplicht krijgen. Keuze voor de BV-vorm met als mogelijkheid om aan de publikatieplicht van financiële gegevens te ontkomen gaat dus straks niet meer op. De jaarrekeningplicht geldt niet voor ande re rechtspersonen dan de bovengenoemde ondernemingen. Notariële en informele verenigingen, alsmede stichtingen zijn er dus van vrijgesteld. Voor deze rechtsper sonen geldt slechts dat zij jaarlijks binnen 6 maanden een balans en een staat van ba ten en lasten moeten opmaken. Bij een ver eniging moet het bestuur hierover, verge zeld van een jaarverslag, rekening en ver antwoording afleggen aan de algemene le denvergadering. Het nieuwe jaarrekeningrecht bevat een aantal opmerkelijke veranderingen. Deze hebben deels betrekking op de systema tiek, deels op de inrichting van de jaarreke ning. De volgende aspecten zijn een ver melding waard. In het algemeen geldt dat meer gedetail leerde gegevens dienen te worden ver strekt. Dit komt tot uitdrukking in het feit, dat diverse posten ofwel in de balans, de winst en verliesrekening, ofwel in de toe lichting hierop verder uitgesplitst moeten worden. Uitbreiding eigenlijke jaarrekening plicht De huidige bepalingen geven slechts aan op welke bedrijven/rechtspersonen deze van toepassing zijn en bevatten verder re gels over de wijze van inrichting van de jaarrekening. In het nieuwe recht worden regels toegevoegd betreffende het jaarver slag, het deskundigenonderzoek en de pu blikatieplicht. Deze regels zijn thans bij de afzonderlijke rechtspersonen te vinden. Omvang bedrijf/rechtspersoon Het nieuwe recht onderscheidt grote, mid delgrote en kleine ondernemeningen, waarbij niet gelet wordt op de vorm van de rechtspersoon. Al naar gelang de cate gorie, waartoe een onderneming behoort, zijn de bepalingen inzake de inrichting van de jaarrekening, het deskundigenonder zoek en de publikatieplicht volledig, in be perkte mate, of niet van toepassing. Het huidige recht kent dit onderscheid - hoewel anders van inhoud - voorde BV, de coöperatieve vereniging en de onderlinge waarborgmaatschappij, waarbij dus wel gelet wordt op de vorm van de rechtsper-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 28