Als het inkomen: de achterliggende periode I steeg te dalen II daalde te stijgen Het lijkt erop dat we ons met de Neder landse gezinsbesparingen die bij banken terechtkomen thans in situatie I bevinden. De bankbesparingen in Nederland hebben zich in het afgelopen jaar overigens in tota liteit negatief ontwikkeld. De oorzaken hiervoor liggen echter meer in de sterk ge daalde geldmarktrente en daarmede het teruglopen van andersoortige middelen met name termijndeposito's. Opvallend is, dat uit onderzoek blijkt dat bij lagere inkomensgroepen en ouderen het spaargedrag niet afhankelijk is van bijvoor beeld een hoge inflatie. Hoge inkomensgroepen laten hun spaar gedrag meer afhangen van externe facto ren zoals belastingen, rentestand enz. Voor hen is sparen een van de middelen tot ver mogensbeheer. Onvoorziene omstandigheden De voornaamste redenen waarom wordt gespaard zijn reeds eerder genoemd. Onafhankelijk van de economische situatie is het doel dat steeds weer als belangrijk ste naar voren komt het sparen voor on voorziene omstandigheden. Als gevolg daarvan blijkt een relatief grote vraag naar een hoge mate van beschikbaarheid. De mate waarin voor dit doel en de overige doelen wordt gespaard is echter wisse lend. Prof. Warneryd verklaart dit aan de hand van een vergelijking met wijzigingen in de persoonsontwikkeling van de men sen (van behoefte aan zekerheid tot zelf verwerkelijking). Welke externe factoren kunnen het sparen beïnvloeden? De eerste factor die zich aan dient, naast de reeds eerder genoemde in komensverwachtingen, is het al dan niet te behalen belastingvoordeel. Met name ho gere inkomensgroepen blijken hiervoor gevoelig te zijn. Het zou aanbeveling verdienen via belas tingvoordelen spaarzinbevorderende maatregelen te treffen. De besparingen zouden toenemen en ook de kleinere spaarder profiteert dan mee. Wat betreft de rente als externe factor kan worden ge steld, dat de meeste mensen daarvoor ta melijk ongevoelig zijn. Dit geldt in mindere mate in tijden van extreem hoge rente. Ho gere inkomensgroepen blijken gevoeliger te zijn voor het renteaspect, omdat deze overigens kleine groep zich meer richt op vermogensbeheer. dan zullen de besparingen ongewoon hoog zijn ongewoon laag zijn De invloed van de totale economische toe stand op de besparingen levert een wisse lend beeld op. In de Verenigde Staten leidt werkloosheid in eerste instantie tot daling van de con sumptieve uitgaven, meer doe-het-zelf- werk en pas wat later tot enige ontsparing. In Nederland lijkt dit blijkens onderzoeken (Van Raaij 1 979) in eerste instantie omge keerd te liggen: gepoogd wordt door mid del van ontsparen de consumptie op peil te houden. Pas later worden de bestedingen aangepast en kan sparen indien het inko men dat toestaat weer enige ruimte krij gen. Tot zover wat meer algemene beschou wingen over het sparen. Voor de produktontwikkeling en marktbe werking door banken is het interessant na te gaan of er een type-indeling van spaar ders is te maken, die verschillend reageren op externe invloeden. Prof. Warneryd maakt een indeling aan de hand van de spaarmotieven. Vermogensbeheer De mensen in deze categorie zijn meestal actief bezig met vermogensbeheer. Zij zijn uit een oogpunt van rentabiliteit geïnteres seerd in de voordelen die wijziging in exter ne factoren kunnen opleveren. Deze groep is overigens nog verder onder te verdelen in: - degenen die meer geïnteresseerd zijn in het veilig stellen van het vermogen en nu of later willen leven van de inkomsten daar van. Deze groep bestaat meestal uit wat oudere mensen. Zij zullen om hun vermo gen te beleggen relatief wat meer gebruik maken van spaarprodukten; - degenen die hun vermogen nog verder willen uitbreiden. Deze meer risicogerich te groep, voornamelijk bestaande uit wat jongere mensen, maakt in zeer beperkte mate gebruik van spaarprodukten. Zij zijn meer geïnteresseerd in effecten, onroe rend goed enz. Doelsparen De mensen in deze categorie richten zich voornamelijk op het sparen voor grote aan schaffingen. Hier treffen we de meeste jonge mensen aan. Naarmate zij ouder worden zullen zij naar een andere catego rie verschuiven. Dat kan zowel naar de hierboven genoemde als naarde hieronder te noemen categorieén. Over het specifie ke gedrag van deze groep is verder weinig bekend. Buffersparen Deze behoeftecategorie komt het meest voor. Men is opzoek naar een bepaalde graad van zekerheid of vrijheid van hande len. Men wenst geld achter de hand te heb ben voor onvoorziene omstandigheden. Men is meestal afkerig van risico's. Helaas is er nog weinig onderzoek gedaan naar de soorten van risico's waartegen men zich wil indekken. Dat zou voor de produktont wikkeling bijzonder interessant zijn. Deze groep gebruikt bijna uitsluitend spaarpro dukten bij de grotere banken. Zij zijn im mers op zoek naar meer veiligheid. De behoefte aan betalingsverkeer en contant geld Binnen deze categorie treffen we bijna alle huishoudingen aan, zodat het moeilijk is hierover uitspraken te doen. Ten behoeve van de produktontwikkeling lijkt het inte ressant verder onderzoek te doen naar de betalingsgewoonten van mensen. Effecten Indien we nu wat nauwkeuriger kijken naar de effecten van externe factoren dan blijkt dat belastingmaatregelen, afhankelijk van hun aantrekkelijkheid, sparen in het kader van vermogensbeheer positief kunnen beïnvloeden. Het doelsparen zou wel eens kunnen ver minderen, omdat via andere produkten waarop belastingvoordelen te behalen zijn hogere opbrengsten te verwachten zijn. De overige categorieën zullen niet of nauwe lijks worden beïnvloed. Hoge inflatie zal de gespaarde hoeveelheid geld op spaarprodukten verminderen, om dat lenen relatief aantrekkelijker wordt. Dit geldt dan voornamelijk voor besparingen gericht op de eerste twee genoemde cate gorieën. In de overige categorieën zal het spaarsaldo met de inflatie meestijgen. De dreiging van werkloosheid tot slot zal in de eerste categorie (buffervorming) een hoger spaarsaldo te zien geven. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van een reisje door de achtergronden van de spaargedragingen. Het is deels een ont dekkingsreis, deels een herkenningsreis. Helaas zijn effecten op de totale besparin gen niet exact aan te geven, omdat we pra ten over menselijk gedrag. Toch is het be langrijk het ook eens vanuit die hoekte be kijken, temeer daar persoonlijke advisering hoog in ons vaandel staat. in de toekomstige periode verwacht wordt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 23