Het spaargedrag van gezinnen in tijden van economische stagnatie >£U Er wordt veel over sparen geschreven, maar de meer gedragsmatige/ psychologische achtergronden daarvan blijven vaak onderbelicht. Een goede reden derhalve om daar eens wat meer aandacht aan te schenken. Een interessant aanknopingspunt is de lezing van de Zweedse prof. K. E. Warneryd op het deze zomer in Scheveningen gehouden internationale spaarcongres, dat door Rabobank Nederland en de RPS/PCGD werd georganiseerd. Hij leverde geen beschouwing over de macro-economische kanten van het sparen, maar maakte een rondreis langs de psychologische factoren die het sparen beïnvloeden. Enkele inleiders op het door Rabobank Nederland en RPS/PCGD georganiseerde internationale spaarcongres. V.l.n.r.: prof. A. Babeau (Universiteit Parijs), prof. dr. H. W. J. Bosman (Economische Hogeschool Tilburg), de heer G. Coutau (Nationaalraad, Zwitserland), prof. dr. J. J. van Duijn (TH Delft, Bedrijfskunde), ir. P. J. Lardinois (voorzitter hoofddirectie Rabobank Neder land). Drs. R. van Diem hoofd Spaarvormen Rabobank Nederland Prof. Warneryd is verbonden aan de Stockholm School of Econo- mics. Dit jaar echter is hij werk zaam aan de Economische Hogeschool in Tilburg. Warneryds reis bestond grotendeels uit het opsommen van een aantal los van el kaar staande factoren. Laten we zijn spoor eens volgen. Vooraf zij opgemerkt dat met sparen of be sparingen in dit artikel bedoeld wordt het sparen op door banken aangeboden spaarprodukten. Middeleeuwen Vaak worden termen als deugd, instinct en het uitstellen van comsumptie in verband gebracht met sparen. Warneryd ging in zijn lezing terug naar de Middeleeuwen om achter de werkelijke achtergronden te ko men. Sparen werd in die tijd sterk als deugd gepropageerd. Achterliggende ge dachten waren echter dat koningen de mo gelijkheid kregen geld te lenen. Edelen bevorderden liever het sparen dan dat zij via bestedingen van de 'gewone man' kooplieden rijk zagen worden. Tot slot leefde bij de geestelijke autoritei ten de angst voor het ontstaan van immo reel gedrag (luxe leven) of het stilvallen van giften of belastingbetalingen aan de kerk. Sterke wisselingen in de hoogte van de gezinsbesparingen doen vermoeden, dat sparen niet uitsluitend als regelmatig vertoond instinctief gedrag kan worden gezien. Kennelijk spelen ook nog andere factoren een rol. Wat is sparen dan wel? Keynes heeft het geformuleerd als het uitstellen van con sumptie met als achterliggende doelen: zorgen voor de toekomst, iets achter de hand hebben voor onvoorziene omstan digheden en rendementsoverwegingen. Niet in dit rijtje staat opgesomd het ge woon over hebben van geld, of liever ge zegd geen andere bestemming ervoor we ten. Iets dat overigens zeker in de huidige tijd niet erg veel zal voorkomen. Hoewel het in de dagelijkse praktijk niet al tijd zo naar voren komt, kan worden ge steld dat er toch zeker rationele argumen ten achter sparen zitten: - het hebben van een financiële buffer in onvoorziene omstandigheden; - het reserveren van middelen om bepaal de doelen te verwezelijken, zoals iets aan de kinderen meegeven, een auto kunnen kopen en het treffen van voorzieningen voor de oude dag; - het beheren van vermogen. Sparen is dan meer te beschouwen als middel dan als doel op zich en als zodanig een bewuste handeling. Deze wijze van benaderen is voor banken van belang. Enerzijds schept dit de mogelijkheid ade quate produkten te ontwikkelen. Ander zijds stelt deze benaderingswijze in staat aansprekende promotie en goede advise ring te kunnen bedrijven. De bereidheid tot sparen hangt af van de toekomstverwachtingen van het individu. In verschillende landen is daarnaar onder zoek gedaan. Afgezien van de situatie bij de rendementsspaarder lijkt er het volgen de verband te béstaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 22