World Flower Trade Center
tussen onderzoek, voorlichting, onderwijs,
produktie en afzet. De rol van het coöpera
tieve veilingwezen bij de afzet is van we
zenlijk belang. De rol van het coöperatieve
bankwezen is bekend. Andere gunstige
factoren zijn onze geografische ligging ten
opzichte van de belangrijkste afnemerlan-
den en het wereldwijd bekende feit, dat
ons land gedurende het gehele jaar in staat
is een breed assortiment bloemen en plan
ten te leveren in elke gewenste hoeveel
heid en van een goede kwaliteit. Met open
cuncurrentievizier treedt de Nederlandse
bloemenexporteur zijn buitenlandse colle
ga's tegemoet. Gesteund door de know
how die de branche heeft verzameld, de
veilingen waar hij snel en efficiënt zijn pro-
dukten kan inkopen en zijn eigen onderne
merschap slaagt hij er menigmaal in de
buitenlandse concurrentie steeds een stap
voor te blijven. Inmiddels goed om zich
heen kijkend, inspelend op, en profiterend
van elders aanwezige kennis. Directeur
A. J. Mulder van de Aalsmeerse veiling
zegt er dit over: 'De bloemisterijsector
heeft zich van oudsher gekenmerkt door
het aanknopen van samenwerkingsban-
den indien men dit nuttig achtte voor de
eigen ontwikkeling. Deze samenwerkings
vormen vinden we zowel op het terrein van
de produktie, het onderzoek als de afzet.
De Nederlandse bloemisterijsector heeft
een duidelijk antwoord gegeven op de
vraag: 'to join or to beat?'
Steeds meer, steeds verder
Vooral de laatste jaren krijgt de export
spreiding gestalte. Vele jaren lang was
West-Duitsland de enige afnemer van be
tekenis. Hoewel nog ongeveer de helft van
onze snijbloemen naar onze oosterburen
gaat, laten de exportstatistieken opvallen
de groeipercentages zien naar landen als
Engeland, Frankrijk, Zwitserland en Italië,
maar vooral naar de verre bestemmingen
zoals het Midden-Oosten, het Verre-Oos
ten en Noord-Amerika. Dit jaar zal de ex
port van snijbloemen naar de Verenigde
Staten en Canada de 100 miljoen gulden
overschrijden. In 1980 spraken we over
nog geen 20 miljoen gulden en daarvóór
kwamen deze landen nauwelijks in de ex
portstatistieken voor.
Het is niet mogelijkte voorspellen hoe lang
die exportgroei zal doorgaan. Het tempo
van de respectabele groei lijkt wat af
te nemen. In 1 981 exporteerde Nederland
1 5 meer dan in 1 980; in 1 982 was het
groeicijfer 1 3%. Toen werd de 2,5 miljard
export gepasseerd. Over de eerste zeven
maanden van 1983 opnieuw een export
stijging: nu ten opzichte van dezelfde pe
riode in 1982 9%. Uitschieters in die pe
riode: de Verenigde Staten (63% meer),
Saoedi-Arabië (53%), Canada (83%), Li
banon (187%), Hongkong (72%), Singa
pore (72%) en Japan (27%). Het gaat bij
de laatstgenoemde landen weliswaar nog
om enkele miljoenen guldens, maar de
trend is herkenbaar: steeds meer bloemen
gaan steeds verder weg. Schiphol ligt ten
slotte om de hoek.
Concurrentie volgt op afstand
De concurrentiepositie van de Nederland
se glastuinbouw is per definitie sterk. Het
succes van de Hollandse flower-power in
de wereld heeft echter nog niet geleid tot
een rendabele produktiesector. Het diep
tepunt lijkt overigens gepasseerd. De pro-
duktiviteit stijgt, het management krijgt
veel aandacht, evenals produktvernieu-
wing en kwaliteitsverbetering. Mede dank
zij het sectorprogramma glastuinbouw
worden de energiekosten per produktie-
eenheid teruggedrongen in een hoger
tempo dan optimisten enige jaren geleden
durfden voorspellen. De weg naar rentabi-
liteitsherstel is ingeslagen, gesteund door
een vriendelijke prijsvorming in de eerste
helft van 1 983.
De producenten in het buitenland slagen er
steeds minder in hun Nederlandse colle
ga's bij te houden als het gaat om nieuwe
teelttechnieken, geavanceerde kaskli-
maatregelapparatuur, computers, nieuwe
produkten en kostprijsverlagende innova
ties. Al enige jaren achtereen lopen in
noordwest-Europa de arealen van energie-
intensieve teelten onder glas terug. Neder
land gaat door en vult de gaten in de snij
bloemenmarkt op. Andere exporterende
landen als Israël en Columbia kennen de
concurrentiekracht van ons land en zien
zich genoodzaakt hun eigen, smalle sorti
ment aan te vullen met Nederlandse bloe
men teneinde hun klanten een compleet
pakket te kunnen aanbieden.
Het succes dwingt Nederland uiterst voor
zichtig te opereren. Grenzen moeten open
blijven. Er mag geen stok gevonden wor
den om de Nederlandse bloemenstroom te
slaan. Het rumoer over de aardgasprijs is
verstomd, omdat de aardgasprijs nu over
eenkomt met de zware-stookolieprijs. Een
problemen op het gebied van plantenziek
ten worden nu soms 'gecreëerd' om te
trachten een halt toe te roepen aan de Ne
derlandse exportdrang.
Nog vele mogelijkheden
Nederland probeert intussen langs de suc
cesvol gebleken weg van samenwerking
de tegenstellingen op te ruimen. Het Bloe
menbureau Holland onderneemt in innige
samenwerking met promotie-organisaties
in verschillende landen actie ter bevorde
ring van de bloemenconsumptie. Dat is het
aambeeld, waarop voortdurend wordt ge
hamerd. Afzetbevordering kan in zeer vele
landen zorgen voor tevreden producenten,
detaillisten en groothandelaren. De ge
schiedenis in West-Europa heeft immers
geleerd dat het bloemenverbruik gemak
kelijk met vele tientjes per hoofd van de be
volking kan stijgen, als er maar voldoende
verkooppunten zijn, waar een breed sorti
ment snijbloemen wordt aangeboden te
gen redelijke prijzen. Als de consumptie in
de verschillende bloemenexporterende
landen wordt bestudeerd, dan valt de rela
tie op met het bruto nationaal produkt per
hoofd van de bevolking. In het algemeen is