ter 40 vari de oogst op, hetgeen wil zeg
gen dat een vijfde van het bouwland twee
vijfde van de totale produktie levert. China
en India, met respectievelijk 49 en 40 mil
joen hectare, hebben de grootste irrigatie-
gebieden ter wereld. Dat is meer dan de
helft van de totale wereldirrigatie. De op
brengst per hectare in China is hoger dan
die in India, maar de rijstopbrengst, het
belangrijkste gewas van deze beide lan
den, ligt ver onder die van bijvoorbeeld de
Povlakte in Italië.
In de irrigatiegebieden wordt het meren
deel van de kunstmest, die in de wereld ge
bruikt wordt, aangewend. En het is dan ook
de combinatie water-kunstmest-verbeterd
zaad, de basis van de 'opbrengstrevolu
tie', die de belangrijkste factor geweest is
bij de stijging van de graanvoorraden in de
ontwikkelingslanden. Dit is, te zamen met
een aangepaste politiek van aantrekkelijke
prijzen, de kern van de Wereldbankstrate
gie. Er zijn overigens speciale problemen in
de niet-geïrrigeerde, van regen afhankelij
ke gebieden, in het bijzonder in Afrika,
waar buiten de Soedan en Madagaskar
nauwelijks irrigatie te vinden is. Hier is een
van de grootste problemen nog steeds het
officiële bilaterale ontwikkelingsbijdragen,
exportkredietverzekeringsfaciliteiten en de
rol van de commerciële banken. Inmiddels
heeft de Wereldbank dit soort overeen
komsten al gesloten met Italië, België en de
Nordic Investment Bank. Met Nederland
zijn de onderhandelingen gaande.
Voor het bedrijfsleven bieden deze nieuwe
vormen van cofinanciering interessante
mogelijkheden om bij de aanbesteding van
goederen en diensten voor de te financie
ren projecten betrokken te worden. Het valt
te verwachten dat het commerciële bank
wezen gericht op deze mogelijkheden voor
zijn bedrijfscliënten zal gaan inspelen.
Overigens is het niet zo dat hiermede de
weg naar gebonden leningen is geopend.
De Wereldbank is volgens haar statuten
gehouden de aanbesteding voor de door
haar te financieren projecten open te stel
len voor leveranciers in al haar ledenlanden
en ook aan Zwitserland, dat geen lid is. De
ze verplichting van 'international competi-
tive bidding' (icb) moet ervoor zorgen dat
de ontwikkelingslanden de beste waar
voor hun geld krijgen.
In het geval van cofinanciering wordt het
echter wel mogelijk de belangen van het
bedrijfsleven in het land van de cofinan-
cier(s) met voorrang een kans te geven.
Maar dan moet wel voldaan worden aan
wederzijds acceptabele voorwaarden van
'due economy and efficiency' zoals de
ontwikkelen van een aangepaste technolo
gie, hetgeen weer grotendeels afhankelijk
is van wetenschappelijk onderzoek. Ik zal
hier later op terugkomen.
Het Wereldbankprogramma voor de
landbouw
Zoals wellicht bekend, is de Wereldbank
georganiseerd in zes gewesten, twee voor
Azië, twee voor Afrika ten zuiden van de
Sahara, één voor Midden- en Zuid-Ameri-
ka en de Caraïbische eilanden en één voor
Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oos
ten. Voor elk gewest zijn er twee afdelin
gen: de Programma-afdeling, die verant
woordelijk is voor de betrekkingen met en
de economische ontwikkeling van een
land, alsmede de Projectenafdeling. Deze
laatste is, zoals de naam al aangeeft,
verantwoordelijk voor het beoordelen en
ontwerpen van de projecten. Elke afdeling
kent onderafdelingen. Landbouw als deel
van de Projectenafdeling in elk gewest
heeft 25 onderafdelingen met een totale
staf van ongeveer 450 man. De onderafde
lingen besteden ongeveer 65% van hun
tijd aan het voorbereiden en beoordelen
van projecten voor leningen. Het overige
bankstaf het onlangs uitdrukte tijdens een
seminar over cofinanciering.
Rabobankorganisatie
De Rabobankorganisatie, in haar selectie
ve benadering van de financiering van en in
ontwikkelingslanden, onderhoudt sedert
de jaren zeventig uitstekende relaties met
de Wereldbankgroep. Zo verstrekte Rabo
bank Nederland zelf, of als lid van een
syndicaat, een viertal onderhandse lenin
gen aan de Wereldbank. De laatste keer
gebeurde dit afgelopen juli en wel recht
streeks voor een bedrag van 100 miljoen
gulden.
Voorts is Rabobank Nederland inmiddels
toegetreden tot de leiding van het syndi
caat van Nederlandse banken dat de uitgif
te van IBRD-guldensobligaties en Eurogul-
densnotes verzorgt. Rabobank Nederland
heeft ook deelgenomen in een aantal van
IBRD's cofinancieringstransacties en is
aandeelhouder, samen met de Internatio
nal Finance Corporation en de Crédit Agri-
cole, in een agri-leasingproject in Brazilië.
Het ligt in het voornemen van Rabobank
Nederland de relaties met de Wereldbank
verder te verdiepen. Onze bank heeft daar
toe onlangs een speciale eenheid ge
creëerd die de algehele relaties met inter
nationale instellingen zoals de Wereld
bank gaat behartigen en die de begelei-
deel van de tijd wordt besteed aan supervi
sie en aan landbouwsectorwerk.
In de periode 1 974 tot en met 1 982 maak
ten de landbouwleningen van de Wereld
bank 33,8 uit van alle projecten ofte wel
29% van het bestede geld. In geld uitge
drukt blijft de Bank verreweg de grootste
bron van buitenlandse geldverschaffing
voor de landbouwontwikkeling. In 1981
(dat is het laatste jaar waarover gegevens
beschikbaar zijn) werd 7,3 miljard dollar
beschikbaar gesteld voor landbouwhulp,
waarvan de Bank en de Internationale
Ontwikkelings Associatie ongeveer de
helft verschaften. Hierbij moet echter op
gemerkt worden dat de door bilaterale do
nors aangegane concessionele hulp groter
was dan die van de Bank. De Wereldbank is
een groot bedrijf: op het ogenblik heeft ze
een portefeuille met landbouwprojecten
ter waarde van 20 miljard dollaren met bij
na 600 projecten, waarop ze toezicht
houdt. Tussen 1 976 en 1 982 financierde
de Bank 686 projecten ter waarde van 23
miljard dollar, waarvan de totale kosten 60
miljard bedroegen. Hiervan is 10,5 miljard
dollar uitbetaald. Als we vooruitzien en -
voor zover mogelijk - een schatting maken
ding en financiering van de eigen interna
tionale projecten zal verzorgen.
Een goed voorbeeld van hoe de samenwer
king, juist ook op informatief gebied, tus
sen de Wereldbankgroep en de Rabobank
organisatie verder gestalte kan worden ge
geven, is de lezing die de heer P. Goffin,
Assistant Director Projects Department
Europe, Middle East and North Africa Re-
gion, onlangs in Utrecht hield voor een
klein groepje managers van bedrijven die
geïnteresseerd zijn in zakenontwikkeling
op het gebied van de internationale agri-
business. De informatie die de heer Goffin
in zijn lezing en de daarop volgende dis
cussie verstrekte en die in dit nummer van
Rabobank in een artikel van zijn hand
wordt aangetroffen, toont naar onze me
ning duidelijk aan dat de activiteiten van de
Wereldbank op landbouw- en agribusi-
nessgebied velerlei aanknopingspunten
bieden voor het Nederlandse agri-bedrijfs-
leven. De Rabobankorganisatie ziet hierin
goede mogelijkheden om beide belan
gensferen nader tot elkaar te brengen.
Wie over onze activiteiten op dit terrein na
dere informatie wenst te verkrijgen, kan
rechtstreeks contact met ondergetekende
opnemen op 030-362307, of schriftelijk
bij Accountmanagement Internationale In
stellingen en Internationale Projecten, di
rectoraat Buitenland.