eld- en kapitaalmarkt Het meest kenmerkende op de financiële markten gedurende juli was de sterke waardestijging van de Amerikaanse dollar. Deze apprecieerde bijna 5% tot f2,98 op 1 augustus, een waarde die voor het laatst begin 1974 werd bereikt. Daaraan lag de verwachting ten grondslag dat de rente in de Verenigde Staten zou stijgen. De eng gedefinieerde geldhoeveelheid M1 groeide veel sneller dan de Fed, de Ameri kaanse centrale bank, als norm had vast gesteld. Marktpartijen verwachtten dan ook dat de Fed een verkrappend beleid zou gaan voeren. Ongeveer halverwege de maand maakte Fed-president Volcker be kend dat er inderdaad een licht restrictief beleid was gevoerd, hetgeen tot een gerin ge rentestijging had geleid. Ook liet hij we ten dat de Fed haar beleid ten aanzien van M1 in die zin had bijgesteld dat de toena me het eerste halfjaar grotendeels zou worden geaccepteerd en dat de groeinorm enigszins werd verhoogd. Daarnaast bleef de Fed van mening dat aan de norm geen absolute waarde moest worden toege kend. Als reactie op deze 'geruststellende' mededelingen ontspande de markt zich wat, ofschoon hier en daar de vrees voor een opleving van de inflatie zich aandien de. Toen kort daarna echter bleek dat M1 iets was toegenomen, terwijl men een da ling had verwacht, sprong de dollarkoers omhoog. Dat gebeurde weer toen Volcker eind juli zijn waarschuwing herhaalde dat het hoge Amerikaanse begrotingstekort bij een oplopende particuliere financierings- vraag tot spanning op de kapitaalmarkt zal leiden. De grote en elkaar snel opvolgende fluc tuaties maken duidelijk dat er in de finan ciële markten geen duidelijke visie aanwe zig is. Men leeft voortdurend in grote onze kerheid, vaak in afwachting van verklarin gen van autoriteiten 'waarna het duidelijk zal zijn'. Het effect van dergelijke verklarin gen, zo zij al klaarheid brengen, heeft ech ter een levensduur van één of twee dagen, waarna men weer in nieuwe onzekerheid verkeert. Het zou een goede zaak zijn als de ontwikkelingen rustiger verliepen, maar een eenvoudig recept is niet voorhanden. Volgens sommigen kunnen officiële inter venties een bijdrage leveren aan de stabili sering van wisselkoersen; anderen zien er weinig heil in. Op de topconferentie die in mei in Williamsburg werd gehouden, is de bereidheid uitgesproken tot gecoördineer de interventies op de valutamarkt, als er overeenstemming zou zijn dat dergelijke Drs. H. J. Leliveld Algemeen Economisch Onderzoek acties zouden helpen. Begin augustus werd er inderdaad door de centrale banken van de Verenigde Staten, West-Duitsland en Japan, later vergezeld door de Neder- landsche Bank, geïntervenieerd om te pro beren een einde te maken aan de snelle stijging van de dollarkoers. De eerste teke nen wezen op een welslagen, maar op lan gere termijn moeten stabiele wisselkoer sen een resultaat zijn van een converge rend beleid in de betreffende landen. Ondanks de dollarkoersstijging was er op de Nederlandse geldmarkt nauwelijks sprake van enige opwinding. De rente op driemaands interbancaire deposito's be woog zich tussen 5'/2 en 53/4%, hetgeen ongeveer '/2% hoger is dan het renteni veau in West-Duitsland, dat ook nauwe lijks veranderde. Het is echter nog een vraag hoe lang de Bundesbank de dollar appreciatie tolereert zonder tot rentever- hogende maatregelen over te gaan. De mark had de meeste last van de sterke dol lar en zat in juli binnen het EMS op de on derste interventiegrens ten opzichte van het Ierse pond. De positie van de gulden in het midden van de bandbreedte stelde de Nederlandsche Bank in staat om de verkrapping van de geldmarkt, die vooral het gevolg was van de storting op de staatslening van f 8,5 miljard, zodanig te begeleiden dat geen rentestijging optrad. Eerst kregen de ban ken vanaf 1 5 juli voor 2 weken een speciale belening van f 3,7 miljard tegen een tarief van 5'/4 Dat leidde tot een record debet stand van de geldmarktpartijen bij de Ne derlandsche Bank van bijna f 10,5 miljard. Kennelijk was de behoefte daarmee nog niet helemaal gedekt, want vervolgens kwam de Nederlandsche Bank de markt te hulp met verschillende valutaswaps tot een totaalbedrag van ongeveer f 540 mil joen. Aan het einde van de maand werd de speciale belening voor drie weken ver lengd, onder andere omdat in augustus BTW-afdrachten plaatsvinden. In tegen stelling tot de voorgaande werden de in schrijvingen deze keer niet volledig geho noreerd. Desondanks was er sprake van een groot bedrag: f 4,7 miljard. Ook op de kapitaalmarkt in ons land veran derde de rente per saldo niet veel, al was er in navolging van gebeurtenissen op de Amerikaanse beurs rond 20 juli even een snelle daling, die vervolgens gedeeltelijk ongedaan werd gemaakt. Aan het einde van de maand wees de middellange rente- wijzer ongeveer 8,6% aan. Op de onder handse markt bood de Staat toen 9% voor leningen met een gemiddelde looptijd van 8 jaar. Op dat niveau werden enkele trans acties afgesloten. De obligatie-emissiemarkt was rustig. Be gin juli namen de Franse spoorwegen f100 miljoen op tegen 9'/2%, even later gevolgd door Bredero Vastgoed die tegen 10% een lening van f 25 miljoen uitgaf. Daaraan waren warrants verbonden die gedurende twee jaren recht geven op aan koop van aandelen in de NV. Nadat de NMB vervolgens met een verhoogde cou ponrente van 9'A% f 1 50 miljoen had op genomen, brak er een periode van rust aan die even werd verstoord door de heruitgif te van enkele certificaten van aandelen en obligaties van KBB, een operatie die we gens gebrek aan belangstelling moeizaam verliep. Ook op de secundaire markt was de invloed van de vakantieperiode merk baar. De effectieve omzet op de Amster damse beurs nam af van f 1 2,2 miljard in juni tot f 8,6 miljard in juli. Deze daling be trof vooral de obligaties, waarvan de omzet bijna halveerde. De aandelenmarkt wist zich qua omzet redelijk te handhaven en behaalde op 27 juli met 141,4 de hoogste waarde aller tijden van de algemene aan- delenindex. Aan het begin van het jaar stond de index op 100,3, zodat men met recht kan spreken van een hausse. In de eerste zeven maanden van dit jaar bedroeg de effectieve aandelenomzet (exclusief de parallelmarkt) bijna f 36 miljard. Als dat wordt gezet tegenover de f 27 miljard van heel 1 982, blijkt duidelijk in wat voor ver hoogde belangstelling de aandelenmarkt zich mag verheugen. De obligatie-index daalde van 107,2 begin dit jaar tot 98,8 eind juli, zodat de achtergrond voor de op bloei niet kan zijn gelegen in een gedaalde rente. De koersstijgingen, waarvan het zwaartepunt bij de internationale concerns lag, waren vooral een gevolg van de grote buitenlandse belangstelling die met name in de Verenigde Staten is ontstaan voor de relatief goedkoop geachte Nederlandse aandelen. Dat houdt wel in dat de aande lenkoersen weer fors kunnen dalen, zodra het sentiment in het buitenland omslaat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 38