Landbouwcommentaar een redelijk inkomen uit de markt te verwerven zullen ver groten. In landbouwkringen ontstaat over deze situatie wrevel. Enerzijds meer lof en bewondering voor de prestaties van de land- en tuinbouw, anderzijds via de voor- of achter deur het beslag op de oogst vergroten. Minister Braks, in zich verenigend de landbouwbelangenbehartiging, verte genwoordiger van een kabinet met bezuinigingsdoelstel lingen en onderhandelaar in Brussel, gaat een moeilijke tijd tegemoet. Het bestuur van het Landbouwschap heeft begin juli een schot voor de boeg gegeven. Aan de orde waren de kabi netsvoornemens om het Europese landbouwbeleid dras tisch bij te stellen door middel van verlaging van land bouwprijzen in de richting van de wereldmarktprijzen en vermindering van de overheidsonaersteuning op de markt. Meer en minder Het zijn de wereldmarktprijzen, waarvan bekend is dat deze niet gebaseerd zijn op kostprijzen van de meest effi ciënte producenten, maar op dumpprijzen van landen die hun tijdelijke of langdurige overproduktie slijten. Tegen over het systeem van prijsverlagingen stelde het bestuur van het Landbouwschap, dat produktiebeheersingsmaat- regelen bespreekbaar zijn. Een opening die tot dusverre door de georganiseerde Nederlandse landbouw ver weg geworpen is en die ook nu nog lang geen gemeengoed is. 'Een heffing op meer produktie en een premie op minder' is daarbij het motto. Achtergrond voor deze nieuwe bena dering wordt gevormd door de vrees, dat een achterblij vende prijsontwikkeling niet op te vangen lijkt door verde re produktiviteitsverbetering en kostenbesparing. In het begin van de jaren zestig speelde dezelfde problematiek. Toen was er evenwel de verwachting van forse produktivi- teitswinst in de land- en tuinbouw en mogelijkheid van werk buiten deze sector. Wanneer we de cijfers van de organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwik keling (OECD) mogen geloven zal de werkgelegenheid in ons land onrustbarend afnemen. Elektriciteit Terug dus bij Wagner, die het economisch herstel van de Nederlandse economie voor ogen heeft. Er is overigens van de eerdere aanbevelingen van de Commissie-Wagner nog maar weinig gerealiseerd. Ook het derde voortgangs rapport van deze Commissie geeft weinig hoop voor de korte termijn. De Commissie-Wagner blijft hameren op een betere aan sluiting van de beroepsopleiding bij de wensen van het be drijfsleven. Een goede zaak die echter pas op langere ter mijn vruchten afwerpt. Goedkopere energie, met name elektriciteit, is een andere aanbeveling. Dit kan wel enig effekt hebben op korte termijn. In de agrarische sector speelt elektriciteit een belangrijke rol: melken, koelen, be lichten, verwerken van zuivelprodukten, suikerbieten, aardappelen, vlees, sorteren en verpakken van tuinbouw- produkten en eieren, al deze handelingen zijn afhankelijk van elektriciteit. De elektriciteitsprijzen in ons land liggen relatief hoog, zeker in vergelijking met omringende landen waar waterkracht en kernenergie belangrijke bronnen kunnen vormen. De gedecentraliseerde structuur van de elektriciteitsvoorziening waarbij ook de gemeenten veelal een graantje meepikken, werkt kostenverhogend. De Commissie-Wagner bepleit meer concurrentie in de elek triciteitssector, waarbij zonodig goedkope energie uit het buitenland zal dienen te worden ingevoerd. Een merk waardige conclusie in een land met een uiterst goedkope energiebron: aardgas. Aardgas waarvan volgens de meest recente ramingen de voorraden veel groter zijn dan tot dusverre werd aangenomen. Een mogelijkheid om te benutten, om de concurrentiepo sitie van industrie en land- en tuinbouw te vergroten. Mi nister Van Aardenne van Economische Zaken heeft nog andere plannen. Hij denkt aan een sterkere centralisatie bij de energie-opwekking. Doel daarbij is tevens de elektrici teitstarieven voor het bedrijfsleven te verlagen, hetgeen dan uiteraard ook voor de land- en tuinbouw zal behoren te gelden. Of dit er inzit, is nog onzeker. Tot dusverre vallen land- en tuinbouwbedrijven onder de groep kleinverbruikers. Inzet van goedkoop aardgas kan de elektriciteitstarieven voor alle verbruikers omlaag brengen. En de meerdere gasafzet kan interessant zijn voor de schatkist. Kerende kansen Wellicht is dit voor de schatkistproblemen interessanter dan bezuinigingen door een aanpassing van het Europees landbouwbeleid. De Nederlandse overheid draagt via één procent van het BTW-tarief bij aan de kosten van het Euro pese beleid. In 1982 was dit 1,9 miljard gulden. Ongeveer twee derde van de Europese uitgaven betreffen het land bouwbeleid. Ruw geredeneerd is dus circa 1,2 miljard van de directe Nederlandse bijdrage aan deze sector toe te re kenen. Zelfs verregaande bezuinigingen op het Europese landbouwbeleid kunnen de Nederlandse schatkist hoog uit enkele honderden miljoenen guldens opleveren. Er zijn zelfs berekeningen gemaakt die er op duiden, dat het ef fect van bezuinigingen op het EG-landbouwbeleid voor de Nederlandse schatkist weieens negatief kan zijn. Neder land vervult door zijn ligging een bijzondere positie met betrekking tot het agrarisch handelsverkeer naar en vanuit de EG. Dat brengt nogal wat administratieve werkzaamhe den, douane, kwaliteitscontrole en dergelijke voor reke ning van de Europese Gemeenschap met zich mee. Bezuinigingen dienen op het EG-landbouwbeleid te wor den afgewogen tegen de voordelen van de werkgelegen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 30