Projecten
Geen panacee
Export agrarische projecten
landbouwattachés, een gewaardeerde
partner is op het gebied van exportbevor
dering.
Ten slotte voeren de CIAD-Ieden - zo nu
en dan - gemeenschappelijke projecten
uit. Meestal betreffen het echter individue
le exportactiviteiten van de leden, die al
dan niet door bemiddeling van de lan-
denmanagers tot stand kwamen.
Bovengenoemde activiteiten worden ge
coördineerd door een stuurgroep, die één
maal per maand bijeenkomt. In de stuur
groep hebben zitting de functionarissen,
die binnen de ledenondernemingen belast
zijn met buitenlandse projectactiviteiten.
Het samenwerken binnen CIAD wordt door
de leden als positief ervaren, niet alleen
vanwege de bovengenoemde gemeen
schappelijke activiteiten, maar ook omdat
erbinnen CIAD een uitwisseling is van ken
nis en ervaring op het gebied van export
ontwikkeling. Men houdt elkaar op de
hoogte van ontwikkelingen, waarop de le
den zowel individueel als gezamenlijk kun
nen reageren. De stuurgroep lijkt, wat dit
aspect van het functioneren betreft, op de
studieclubs in de tuinbouw, zij het dat de
materie geheel verschillend is.
Doorgaans denkt men bij projecten aan het
droogleggen van een moerasgebied, het
neerzetten van een zuivelfabriek of het
Rijstsilo's in het Surinaamse Wageningen. Dit is een project van CEBECO, lid van de CIAD.
aanleggen van een haven. Minder opzien
barende activiteiten kan men echter ook
projecten noemen. Voorbeelden hiervan
zijn: het maken van een plan voor het aan
houden van veevoedervoorraden, of het
maken van een voedselstrategieplan, of
het opleiden van lokaal personeel in een
zuivelfabriek. Het is met name deze laatse
soort van projecten, waarmee de CIAD-Ie
den zich voornamelijk bezighouden. Hier
bij sluit het betreffende CIAD lid de over
eenkomst met de opdrachtgever. Het
ClAD-secretariaat staat hier buiten. Wan
neer een bepaald project te groot is voor
een CIAD-Iid, dan kunnen meerdere CIAD-
Ieden samen op dat project inschrijven. In
geval het nog gecompliceerdere projecten
betreft, kan het nodig zijn, dat een project
consortium wordt opgezet. Zo'n consor
tium staat dan weer los van CIAD. In princi
pe kunnen aan zo'n consortium ook bedrij
ven deelnemen, die geen lid zijn.
Daarnaast heeft CIAD leden, welke niet zo
zeer projecten uitvoeren, als wel deelne
men in lokale bedrijven in ontwikkelings
landen en daarbij het management in
brengen. Weer andere leden van CIAD zijn
meer gericht op het exporteren van zaaiza
den, pootgoed of fokmateriaal. Hieruit
blijkt dat het begrip 'project' binnen CIAD
ruim wordt opgevat.
CIAD, of één van de andere samenwer
kingsverbanden, is geen panacee voor het
ontwikkelen van agrarische projectenex
port. Men kan de samenwerkingsverban
den beschouwen als bindweefsel tussen
de leden zelf en die leden en de overheid.
Op het ogenblik dragen deze samenwer
kingsverbanden bij aan een onderlinge
versterking van het functioneren van de le
den. Aan de andere kant bevorderen ze ook
een zinvolle samenwerking tussen be
drijfsleven en overheid. Dit alles is echter
nog maar een aanzet voor een doeltreffen
de samenwerking, die moet leiden tot
een slagvaardige aanbodstructuur op het
gebied van de export van agrarische pro
jecten. Nederland loopt hierin achter ten
opzichte van onder meer Zweden en Dene
marken. Het is nu zaak deze achterstand in
te halen!