eld- en kapitaalmarl<t
Gedurende de maanden mei en juni, die
deze keer de verslagperiode vormen, was
men op de valutamarkten weer veelvuldig
in de ban van de koersbewegingen van de
Amerikaanse dollar. Een grote mate van
onzekerheid ten aanzien van verschillende
aspecten voerde daarbij de boventoon.
Niet alleen de ontwikkeling van de (eng ge
definieerde) geldhoeveelheid speelde
daarbij een rol, maar ook het zeer hoge be
grotingstekort van de Verenigde Staten en
de op handen zijnde benoeming van de
president van de Federal Reserve Board.
Uitsluitend met betrekking tot het laatste
punt kwam een einde aan de onzekerheid:
president Reagan kondigde de herbenoe
ming van Volcker voor de komende vier
jaar aan. De schimmigheid rond de Ameri
kaanse begroting bleef echter bestaan. Het
beloop van de geldhoeveelheid bleef even
eens een voortdurende bron van interpre
tatie en speculatie inzake het te voeren mo
netaire beleid. 'Fed-watching' was in
marktkringen derhalve weer een veelvuldig
beoefende bezigheid. Degenen die een
verkrapping verwachtten leken de over
hand te krijgen.
Een en ander leidde er per saldo toe dat de
Amerikaanse rente in mei en juni enige stij
ging te zien gaf. Samen met de optimisti
sche stemming rond de economische ont
wikkeling aan de overzijde van de oceaan
had dit een levendige belangstelling voor
de dollar tot gevolg. In de loop van juni
werd met bijna f2,89 zelfs het hoogste
niveau sinds begin 1974 bereikt.
Deze ontwikkelingen waren uiteraard van
grote betekenis voor de gang van zaken op
de Westeuropese financiële markten. Zo
trad zowel in West-Duitsland als in Neder
land tot in de eerste volle week van juni
een geleidelijke rentestijging op, waarbij
onze korte rente in hogere mate boven die
van onze oosterburen kwam te liggen. In
het Europese Monetaire Stelsel was dan
ook sprake van een zeer voorzichtige posi
tieverbetering van de gulden, terwijl de
Duitse mark hekkesluiter bleef.
Met ingang van 3 mei had de Nederland-
sche Bank haar officiële tarieven met een
vol %-punt verhoogd tot 4Vfe, 5 en 5'/2%
voor respectievelijk het wisseldisconto, de
voorschotrente en het promessedisconto.
Voor debetstanden in rekening-courant
moesten de kredietnemers, behalve de ge
bruikelijke opslag op het promessediscon
to, sinds eind april V2 %-punt tijdelijke ex
tra opslag betalen. De sterke toeneming
van het geldmarkttekort, die als gevolg van
de stijging van het schatkistsaldo in de eer
ste weken van mei optrad, leidde niet tot
opwaartse rentedruk, aangezien de Neder-
landsche Bank de geldmarkt te hulp kwam
met een speciale belening. Het in het kader
Drs. J. H. P. M.
van Lange
Algemeen Economisch
Onderzoek
van de contingentsregeling in totaal toe
laatbare beroep van alle geldmarktpartijen
op de Nederlandsche Bank werd medio
mei verlaagd tot globaal f4 miljard. De in
gang van de nieuwe contingentsperiode
werd begeleid met een speciale belening
voor de duur van één week. Inmiddels was
het schatkistsaldo in snel tempo gedaald
en had de Agent van het Ministerie van Fi
nanciën een tender 2-jaars schatkistbiljet
ten aangekondigd. De schatkist werd op
de laatste dag van mei door deze transactie
gevuld met ruim f 0,4 miljard tegen 8>/2%
rente.
Het driemaands interbancaire tarief be
reikte op 8 juni met 63A% het hoogste
niveau van dit jaar. Met ingang van die da
tum werd de extra opslag op de debetrente
met V2 %-punt verhoogd tot een vol pro
cent. Vervolgens trad onder invloed van de
publikatie van meevallende gegevens over
de Nederlandse betalingsbalans in het eer
ste kwartaal en het daaropvolgende formi
dabele succes van de vijfde Staatslening
een toenemend vertrouwen in de gulden
op, wat een rentedaling mogelijk maakte.
Bovendien was er kortstondig sprake van
een gunstig Amerikaans rentetij. Het tarief
voor driemaands interbancaire deposito's
daalde tot ongeveer 5'/2% in de twee
de helft van juni en was daarmee het
Westduitse niveau dicht genaderd. In twee
stappen van Vi %-punt werd de extra op
slag op de debetrente tot nul terugge
bracht met ingang van 28 juni.
De rente op de kapitaalmarkt, afgelezen
aan de middellange rentewijzer, liep in ho
ge mate parallel aan die op de geldmarkt.
In de maand mei en de eerste dagen van ju
ni trad een stijging op tot bijna 9'/2%.
Deze toeneming hing niet alleen samen
met het internationale rentebeloop, maar
ook met de zorgelijke berichten omtrent de
overheidsfinanciën in ons land. Naar de
opvatting van velen dreigden de grenzen
van de financierbaarheid van de middelen-
behoefte te worden bereikt, mede omdat
Staatsleningen in april en mei waren mis
lukt. De Minister van Financiën bracht eind
mei in voorzichtige bewoordingen de
eventuele mogelijkheid van monetaire fi
nanciering ter sprake, daarmee een golf
van onrust veroorzakend.
Een week later werd de vijfde Staatslening
van dit jaaraangekondigd. De couponrente
was vastgesteld op 9'/2%. Een vorig jaar
ook toegepaste succesformule, namelijk
de optie om de looptijd te verlengen,
werd wederom gehanteerd. De gemiddel
de looptijd bedraagt in ieder geval 5 V2 jaar,
maar in 1986 kan worden besloten deze
met drie jaar te verlengen. Het renteri
sico is volledig voor rekening van de Staat.
Voorde beleggers draagt een dergelijke le
ning het karakter van een 'loterij zonder
nieten'. Vervroegde aflossing van deze le
ning is uitgesloten. Daags voor de inschrij
ving werd de koers vastgesteld op 100%,
zodat men op het moment van uitgifte ver
zekerd was van een effectief rendement
van 9'/2%. Gezien het samenstel van aan
trekkelijke voorwaarden kan worden ge
steld dat dit minstens 1 '/4% hoger was dan
het Westduitse renteniveau. In de tijd die
verstreek tussen het moment van aankon
diging van de lening en de inschrijving
werden de (reeds genoemde) meevallende
gegevens over de betalingsbalans bekend.
De opbrengst van de lening, f 8'/2 mil
jard bij een toewijzing van 79%, heeft
menigeen versteld doen staan. Een aan
zienlijk deel van de belangstelling voor de
ze lening leidde tot een afvloeiing van mid
delen bij het bankwezen. Zoals de nadere
nota inzake de begrotingsuitvoering 1 983
van de Minister van Financiën een week la
ter uitwees, leidde de recordopbrengst er
toe dat de druk van de ketel verdween: voor
de tweede helft van het jaar resteerde een
behoefte aan lange dekkingsmiddelen van
iets meer dan f8 miljard. Naar verwach
ting zullen de banken via een beroep op de
kapitaalmarkt proberen de afvloeiing van
middelen deels te compenseren. De kapi
taalmarktrente daalde in een week tot on
geveer 8% en bleef zich nadien on
geveer rond dit niveau bewegen.
In de maanden mei en juni vond er een
groot aantal inschrijvingen op emissies
plaats. Veelvuldig moest dan ook naar het
dakpansgewijze emissiesysteem worden
gegrepen, hetgeen inhoudt dat de aankon
diging van een lening plaatsvindt nog voor
dat de inschrijving op de voorafgaande is
afgesloten. Enkele emittenten hadden het
renteklimaat duidelijk niet mee en het
mislukken van hun lening was het resul
taat. Een converteerbare obligatielening
van Fuji Photo Film werd echter een ecla
tant succes. Op de aandelenmarkt was
overigens sprake van een grote activiteit:
het ANP-CBS indexcijfer algemeen bereik
te zelfs een nieuw 'all time high'.
Tot slot moet worden opgemerkt dat de
voorbereidingen voor de Miljoenennota
1 984 in volle gang zijn. Mocht het meteo
rologisch gezien geen hete zomer worden,
dan is het nog altijd mogelijk dat de ombui-
gingsproblematiek voor de nodige verhit
ting zal zorgen.