31 Op goede schaal ge organiseerd Bankieren met het hart bij Rabobank Nederland, in bruikbare pro- dukten en een goede introduktie van die produkten op de markt. Voorgaande gedachten kwamen bij de schrijver dezes op, al lezende het boek 'In Search of Exellence". Daarbij kwam nog een andere gedachte, namelijk: hoe houden we dit zo? Hoe kun nen we die springlevendheid houden en zo mogelijk nog laten toenemen in een tijd van grote veranderingen? Een paar dingen zijn duidelijk: de coöpera tieve structuur moet hoe dan ook gepro nonceerd zijn en blijven; bancair bezig zijn is ons terrein; en bestuur, directie en me dewerkers zullen uiteindelijk de taak 'het als coöperatie bankieren' gestalte moeten geven. tern, binnen het eigen werkgebied, vorm te geven aan haar eigen doen en laten. Het zelfde geldt in zeer grote mate voor haar plaats en betekenis binnen de Rabobank- organisatie. Anders gezegd: de transactie bevoegdheid van een plaatselijke bank is groot, zowel horizontaal als vertikaal. Be stuur en directie van een bank kunnen in vergaande mate de vorm en inhoud bepa len van de relaties die zij aangaan in de richting van hun leden, cliënten en bewo ners van het werkgebied, in de richting van het eigen personeel en ten slotte in de rich ting van de organisatie, waar zij als aange sloten bank deel van uitmaken. Vandaar dat in het onlangs uitgegeven boek 'Organiseren op Schaal'** gesteld groot belang voor het werkgebied waarin zij opereert. Laten we een voorbeeld noemen, waar door de bank aan die functie een extra im puls kan geven. Nederland wordt geconfronteerd met ern stige werkeloosheid. Gebleken is dat klein schalige bedrijven vooral de scheppers van werkgelegenheid zijn. Gebleken is ook dat het merendeel van de nieuw opgezette be drijven een kort leven is beschoren, waar door onder meer geschapen werkgelegen heid weer verdwijnt. Veelal hebben jonge ondernemers het zeer moeilijk om naast het vakmanschap ook nog allerlei andere' kwaliteiten te tonen. Gebrek aan kapitaal, onervarenheid, onbekendheid en over spoeld worden met zaken leiden er dikwijls volle onderneming Heel wat bedrijven hebben in de afgelopen 10 a 20 jaar gestreefd naar groei en naar diversificatie. Zo zijn zeer grote bedrijven ontstaan met een zeer divers produkten en dienstenpakket, ondergebracht in werkmaatschappijen, onder leiding van een hoofdkantoor. De laatste jaren consta teren we, dat een aantal van dit soort orga nisaties door de slechte gang van zaken geheel is verdwenen of gedeeltelijk is ge saneerd. Ontmantelen van bedrijven heet dat. Andere bedrijven stoten - vóór dat het te laat is - de toch wat branche-vreemde werkmaatschappijen af en voeren weer de strategie in van 'schoenmaker, blijf bij je leest!' Grote bedrijven vragen zich bewust af, of de organisatie niet effectiever te maken is door complexe structuren op te heffen en kleine overzichtelijke en zelfstandige een heden daarvoor in de plaats te stellen. Het gaat er om bedrijven zo te organiseren dat vervreemding van de praktijk, van de markt, van leiding ten opzichte van mede werkers en omgekeerd wordt voorkomen. Het gaat er om juist alle krachten die er zijn, zowel binnen als buiten het bedrijf te mobi liseren en te organiseren om de hoogste mate van levensvatbaarheid te bereiken. Dit vraagt niet alleen om een andere stijl van omgang met elkaar, intern, maar ook naar buiten toe, in de relatie tot de omge ving. De plaatselijke Rabobank heeft doorgaans een omvang naar menselijke maat. Daar naast is de plaatselijke bank door haar eigen status bevoegd, zowel intern als ex- wordt dat de plaatselijke bank 'door de wijze waarop zij is georganiseerd, heel veel in zich heeft dat op een grote mate van levensvatbaarheid wijst, nu en in de toe komst'. Toch komt gemerkt, en wellicht ongemerkt heel wat grootschaligheid op de plaatselij ke bank af, waardoor de transactie-be voegdheid wordt beperkt. Wanneer regel geving en verwachtingen ten aanzien van het optreden van banken knellend gaan werken en een gevoel geven van 'knabbe len aan de autonomie', dan gaat dit lijken op het niet meer zo levensvatbaar zijn als voorheen. Kennelijk slaagt de bank er dan onvoldoende in om zelf door ondernemer schap, door vernieuwing, zelf onder eigen verantwoordelijkheid geprononceerd de taak 'als coöperatief bankieren' gestalte te geven. Van vitaal belang is het derhalve aan het bancaire bedrijf - in relatie tot het coöperatie-zijn - dusdanig gestalte te ge ven en hiervoor dermate veel kwaliteit in te zetten vanuit de bestuursorganen, de di rectie en de medewerkers, dat de transac tiebevoegdheid zowel horizontaal als verti kaal zo groot mogelijk blijft. Dan stelt de bank haar levensvatbaarheid veilig. In de Algemene Vergadering is door de scheidende voorzitter van de Raad van Be heer de vraag gesteld of de plaatselijke bank wel voldoende de leden heeft betrok ken bij haar doen en laten en de aantreden de voorzitter heeft gesproken over 'bankie ren met het hart'. De betekenis van deze uitspraken is duide lijk. De bank vervult door haar bancair op treden een sociaal-economisch functie van toe dat de 'jonge' ondernemer voortijdig het bijltje er bij neerlegt. Stel dat de plaat selijke bank, door het ter beschikking stel len van deskundigheid en het bieden van een aantal diensten - niet alleen en uitslui tend het bancaire betreffende - nieuwe ondernemers daadwerkelijk steunt en be hoedt voor een vroegtijdig ondergaan, dan heeft dit grote betekenis. Betekenis voor de bancaire relatie maaj niet in het minst voor de werkgelegenheid. De voorzitter van de Hoofddirectie heeft tijdens diezelf de Algemene Vergadering gewezen op de mogelijkheid werkgelegenheid te bevor deren door intern deeltijdarbeid in te voe ren. Twee mogelijkheden om de sociaal-eco nomische functie terzake de werkgelegen heid duidelijk gestalte te geven. De plaatselijke bank heeft op de Algemene Vergadering een aantal vragen meegekre gen: hoe de cliënt zelf bankier kan zijn, of er meetbare voordelen voor de leden zouden moeten zijn en welke verhouding er is tus sen arbeid en kapitaal en met name ook wat de rol van de medewerker zal zijn in de toekomst. Feitelijk gaat het er nu om dat de bank goed om zich heen kijkt, naar binnen en naar buiten en zich voortdurend af vraagt: wat betekenen wij voor de omge ving, voor ons eigen personeel en hoe kun nen we aandacht en waardering oogsten door ons bancair optreden? Creativiteit, non-conformisme en durf wor den dan gevraagd. De transactie-bevoegd heid is er. De kwaliteit bij besturen, direc ties en medewerkers, naar wij hopen, ook. Het proces kan worden opgestart. De bank blijft springlevend.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 31