en een beetje van Mertens Man en Paard Man en Paard Man en Paard Man en Paard Man en Paard Het boek vervolgt met een opstel van profes sor dr. F. I/V. J. Kriellaars. Naar mijn gevoel een parel van zelfbeperking. Zijn verhaal spant een boog van 25 jaar ontwikkeling in land- en tuinbouw, waaronder zoveel ge schiedenis schuilgaat dat de streekroman als genre daarin tot nieuwe bloei zou beho ren te komen. Niets in zijn artikel taait daar naar. in diezelfde lijn wordt ook de naam van Mertens nergens genoemd, terwijl deze in ai die jaren aan agrarische touwen heeft getrokken waarvan Kriellaars a/s weinig an deren weet heeft. Zo abstract kan weten schap worden beoefend. Drs. F. P. J. Bakx en F. H. J. Boons vertellen daarna het relaas over diezelfde spanne tijds, maar dan gezien vanuit de coöperatie ve bankorganisatie die voortdurend verder wordt uitgelokt door de vragen en behoeften van agrarisch Nederland en anderzijds daar aan ook nieuwe financiële dimensies ver schaft, onder meer door voor haar financie ringsactiviteit een spectaculaire basisver breding te verwezenlijken. Maar een balans kent altijd twee kanten en een resultatenre kening bepaalt zich niet tot uitsluitend ren tebaten en rentelasten. Daarom is bij de ge leidelijk bredere oriëntatie van het krediet- bedrijf in feite die meer algemene gericht heid van het bancaire bedrijf als geheel steeds mede in het geding geweest. En de ontwikkeling daarvan is door Bakx en Boons heel kernachtig a/s het ware verfilmd. Mr. J. R. Haverkamp en drs. G. A. A. van der Linden komen ten slotte met een wat lange re, afrondende beschouwing onder de titel 'Samen gaan en samen werkenEen uiterst lezenswaardig en knap gecomponeerd re laas dat in feite dwars door alle beschreven gebeurtenissen en ontwikkelingen heen va rieert op één thema: hoe zijn we er a/s orga nisatie van coöperatieve banken telkens weer in geslaagd het gezamenlijke platform te verstevigen op zodanige wijze dat tevens het eigenstandige platform werd verstevigd en daardoor de eigenstandige positie van de plaatselijke bank naar binnen en naar buiten de organisatie veiliger gesteld werd dan voorheen. Die aaneenschakeling van beslis singen en beleidskeuzen op velerlei gebied: organisatorisch, juridisch, financieel, so ciaal, commercieel, heeft zich veelal afge speeld in het ook wei eens vermeende, spanningsveld tussen de plaatselijke zelf standigheid en de gemeenschappelijkheid. En wat blijkt nu, wanneer men er samen met de beide auteurs eens wat meer afstan delijk op terugkijkt? Dan blijkt dat de geko zen formules, waar deze overhelden naar een centralistisch getint model, altijd de grondslag voor het lokaal zelfstandig hande len hebben versterkt - en dat, andersom, formules ter versteviging van de plaatselijke handelingsbevoegdheid de organisatie als geheel krachtiger hebben gemaakt. Zo iets kun je niet ontwerpen, zo iets groeit geleide lijk onder gevoelig boetserende handen. Daarvoor is welhaast intuïtief bestuursta- lent nodig zowel de vindingrijkheid en het invoelingsvermogen aan de ene alsook de inschattingskunst en een zuiver gehoor aan de andere kant - en goed wederzijds ver trouwen. Welnu, dat vertrouwen is in het laatste decennium naar mijn gevoel ge groeid zonder weerga en bestuurstalent is in onze organisatie in ruime mate voorhan den. En het aardige van dat a/les: veel van dat vertrouwen heeft Mertens, een natuur talent, onder de bestuurders in onze organi satie persoonlijk gewonnen. De illustratie vóór de bijdrage van dr. D. Wind over 'Rabobank en ontwikkelingssa menwerking' toont een paard met - zie ik dat goed- slechts één voet op de grond, al thans minder dan de paarden in de andere etsen, daargelaten de grote sprong voor waarts op omslag en titelblad. Is dat een grapje van boekontwerper of eindredac teur? Duidelijk is dat de auteur zijn onder werp sterk is toegedaan en daarover met be vlogenheid vertelt. Terecht. Coöperatie is een economisch samenwerkingsverband, een vorm van gezamenlijk ondernemen ge richt op het verwezenlijken van de daarmee beoogde resultaten, dus gericht op een eco nomisch doei maar altijd sterk doortrokken van de menselijke en medemenselijke maat 27 en van het 'niet bij brood alleen Daarom is de coöperatieve bank op wel haast natuurlijke wijze betrokken bij ont- wikkelingssamenwerking, zoals ontwikke lingswerk zich graag bedient van coöpe ratieve samenwerkingsvormen. Mertens heeft die aanknopingspunten altijd scherp gezien, overigens zonder een zweem van die lichtkens zwevende quasi-sociaie legen de waarmee sommigen de coöperatie nog wei eens willen inzepen, vooral om haar tot een offer te bewegen. Geen spoor daarvan - maar wel een stevig in de realiteit veranker de hulpvaardigheid jegens ontwikkelingsin spanningen met de bereidheid wat meer ri sico 's te nemen, waar het betreft het rende ment van de investering - vooral ook omdat niet alle samenlevingen zich met onze re- kenlineaal laten bemeten. Het is goed dat dit hoofdstuk van Wind als het ware midden in het boek staat. Zonder dat zou de beeldvor ming pijnlijk onvolledig zijn geweest. Het was niet alleen bedoeld als boek voor Mertens. Het is ook een beetje het boek van Mertens geworden. En misschien vooral daarom is het zo'n aardig boek.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 27