De plaats van de voorzitter 'De Raad van Beheer voelt zich vooral ver antwoordelijk voor wat op de verhouding centrale bank-aangesloten banken be trekking heeft. Om dat goed te kunnen Als we Venlo naderen merk ik dat bij Mer- tens de Midden-Limburger boven komt. Daarom een ommetje langs de boerderij waar hij is opgegroeid. Een vriendelijk ka pelletje langs de weg hoort erbij. De na oorlogse nieuwbouw is overigens tot heel dichtbij opgedrongen. Symbool van de emancipatie van het katholieke platteland? Mertens eigen loopbaan wijst helemaal in die richting. Het begon met de jonge boe- renvereniging ter plaatse en met wat men in de oorlog de Katholieke Actie noemde. Direct na de oorlog werd hij voorzitter van de plaatselijke LLTB en lid van de gemeen teraad van Venlo. Tot eigen verbazing koos men hem even later als lid van het hoofd bestuurvan de (provinciale) LLTB. Hij werd daarvan een van de ondervoorzitters en in 1947 voorzitter. Toen kwam meteen het landelijke: bestuurslid van de KNBTB en lid van de toenmalige Stichting van de Land bouw. Mertens betrad daarmee het 'Haag se circuit', vooral doordat hij lid van de Eer ste Kamer werd en kort daarna voorzitter van de KNBTB. Al met al een mooie leerschool voor iemand, die met recht een soort beroeps voorzitter genoemd kan worden. Bij Mertens thuis, voor het gemak om een ronde tafel gezeten, komt zonder moeite het gesprek op gang. Wat is de plaats van de voorzitter van de Raad van Beheer in het ge heel? U, meneer Mertens, hebt in meer dan 10 jaar een zekere traditie gevormd en daar zit natuurlijk ook uw eigen kijk achter. Mertens gaat even terug in het verleden. 'Ik was in 1957 net voorzitter geworden van de Raad van Toezicht van de Eindhovense centrale bank en werd gevraagd om de voorzitter van het bestuur op te volgen. Daar voelde ik niet veel voor, want zo'n voorzitter en bestuur konden naar mijn me ning hun verantwoordelijkheid nauwelijks waar maken. Deze omvatte namelijk ook de bancaire zaken. Ik vond, dat ik die ver antwoordelijkheid niet kon dragen. In Eind hoven is het toen tot een reorganisatie ge komen: een Raad van Beheer, een directie en een Raad van Toezicht. Helemaal geluk kig was ik er niet mee zoals dat toen func tioneerde. Onze huidige structuur is een soort compromis tussen wat vlak voor de fusie in Utrecht en in Eindhoven bestond. Daar zijn we het toen over eens geworden. En het is in de praktijk toch geen slechte greep gebleken. Over Mertens schrijven in ons blad heeft één nadeel: iedereen kent hem al. Dat krijg je met een man, die al meer dan vijfentwin tig jaar in de organisatie meeloopt en die als eerste sinds de fusie van '7 7/'72 de voorzit terszetel in onze Raad van Beheer bezet. We hebben Mertens zo vaak horen spreken, of zelf met hem gesproken, dat hij voor nie mand onzer meer vreemd is. Voor die bekendheid is nog een andere re den. Want al is Mertens een uitblinker, hij blinkt op een ogenschijnlijk heel gewone manier uit. Dat maakt hem voor iedereen herkenbaar. Mertens is geen boven de mas sa zwevende diep beschouwende denker, geen geniale visionair, ook niet het type van de alleen maar vlijmscherp analyserende in tellectueel. Nee, de kracht van Mertens ligt in de combinatie van gewone eigenschap pen, die vele anderen in meer of minde re mate ook hebben. Inderdaad, we herken nen die eigenschappen zonder moeite in de figuur van Mertens. Alleen, het is bij Mer tens wel een uitzonderlijk rijke combinatie! Het maakt hem tot een man met een excep tionele bestuurskracht en kunde. Natuurlijk een verbazend grote dosis gezond verstand, van het soort dat we nuchter noe men, maar er komt veel meer bij: verant woordelijkheidsgevoel, vasthoudendheid, eerlijkheid en trouw, de gave om te relative ren, om naar anderen te luisteren en vooral om in redelijkheid het juiste evenwicht te vinden. Mertens is een man van stijl en maathouden. Zijn gevoel voor verhoudingen is heel sterk ontwikkeld. Hij heeft voorat een bijzonder fijn zintuig voor wat op een gege ven ogenblik kan, of juist niet kan. In de goe de zin van het woord kun je hem een tacticus noemen, als je maar niet vergeet, dat hij in de strategie een taaie vasthouder kan zijn! Daar heeft hij ook het geduld voor. Dat zin tuig van Mertens wijst hem gewoonlijk de goede weg en als hij zich blijkt te hebben vergist - wat natuurlijk ook wel gebeurt - dan is dat geen reden tot wrok. Mertens is een open man, zonder kunstmatige facade, toegankelijk, een man die zich het ene ogen blik zonder moeite serieus op de kern van een zaak kan concentreren en het andere ogenblik met een hartelijke lach zijn gevoel voor humor laat blijken. Bij al zijn reële nuchterheid heeft hij iets spontaans en hij is ook zeker niet helemaal vrij van een stukje idealisme. Ook het gevoelsmatige hoort bij Mertens. Al dat 'gewone', dat ons in Mertens zo ver trouwd voorkomt, maakte hem bij uitstek geschikt als voorzitter van de Raad van Be heer in zekere zin de hoogste representant van de Rabobank te zijn. Maar tegelijk kwam niemand ooit op de gedachte te zeg gen: Mertens is de Rabobank. Dat past niet bij onze organisatie en ook helemaal niet bij Mertens zelf. Het is eenvoudig zo, dat een man als Mertens precies voor ons geschikt is. In vele opzichten was de voorzittersfunctie na de fusie geheel nieuw. Mertens heeft in zijn tien jaar daar inhoud, stijl en karakter aan gegeven. Eigenlijk een enorme pres tatie. Maar we vinden het gewoon, omdat het bij ons allemaal zo vertrouwd overkomt. Noem dat maar de geheime kracht van Mer tens. Foto:.bij Mertens thuis, v.l.n.r. de heer C. G. van de heer Mertens. A. Mertens, mr. J. R. Haverkamp, mevr. A. J. Mertens en mevr. C. M. Giezeman, secretaresse

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 9